• Home
  • Nieuws
  • Beurzen
  • Kleine Fabriek: “Mensen hebben er weer zin in”

Kleine Fabriek: “Mensen hebben er weer zin in”

Door Anne Buis

bezig met laden...

Scroll down to read more

Beurzen |REPORTAGE

Aan het eind van de ochtend is het druk in de gangpaden van Kleine Fabriek. Zo is het dringen voor de bekende merken als Tumble ’n Dry en Gaastra, maar ook de stands van kleinere en onbekende nieuwe merken hebben genoeg aanloop.

“Ik vind het best wel druk in vergelijking met vorige editie; we wilden zelfs andere routes nemen, omdat het druk was. De stands zijn vol en druk, dat voelt veelbelovend en geeft veel energie,” zegt event director van Kleine Fabriek Merel Bunnik blij. Voor het eerst vindt de beurs plaats in Hal 7. “De zon schijnt en daardoor voelt alles heel licht aan,” zegt ze. “In de zomer zitten we vaak in een andere hal dan in de winter. Omdat we iets nieuws wilden, hebben we voor deze gekozen; we hadden de keuze uit 2 hallen.”

“Het trekt weer aan,” vindt Bunnik, die 300 kinderkledingmerken op de beursvloer heeft staan. “We merken dat mensen er weer zin in hebben.” Ze is blij met het aanbod van deze editie. “We hebben een heel mooi aanbod van merken, van gerenommeerd en internationale merken tot startende beginnende labels die we een kans willen geven.” Sommige merken die een tijdje weg waren zijn weer terug gekomen. “Zoals IKKS en Petit Bateau; het is heel fijn dat die er weer zijn. Maar er zijn ook nieuwe merken die voorheen in Parijs stonden, die staan hier nu ook,” zegt ze trots. “Je merkt dat ze nu allemaal weer terugkomen. Natuurlijk kijken merken ook veel naar elkaar, en willen ze aansluiten als andere merken ook acte de présence geven,” legt ze uit. “Merken kiezen bewuster; ze willen er weer zijn op de Kleine Fabriek. Ze laten zich ook nergens meer door weerhouden. Een kleinere stand is ook goed, zelfs als ze vroeger 50 vierkante meter hadden,” aldus Bunnik.

Kleine Fabriek wil totaalpakket aan retailers bieden

In de opzet zijn weinig aanpassingen gemaakt ten opzichte van de editie van afgelopen zomer, toen de segmenten door elkaar werden gehusseld. Nog steeds zijn de merken ingedeeld op leeftijdsgroep, sfeer en stijl. Bunnik: “Het is lastig om te segmenteren omdat de beurs klein is, maar we kijken wel naar wat bij elkaar past. We zetten geen babyrompmerkje naast een stoer jeansmerk. Nu hebben we alle babymerken bij elkaar, net als lifestyle. De schoenenstands zijn wel een beetje verspreid. We kijken naar welke merken handig zijn bij elkaar. Zo heeft een sales agent soms meerdere stands, dan zetten we de merken -ook als ze verschillend zijn- wel bij elkaar.”

Hoewel collecties nog steeds ‘de basis van de fabriek’ zijn, is er steeds meer aandacht voor inspiratie tijdens de beurs. “We willen bezoekers alles kunnen bieden, van collecties tot tools om goed zaken te kunnen doen. Zo hebben we lezingen over trends en kleuren. Dat weten de meeste retailers wel, maar ze willen het graag van een trendforecaster horen. Dan kunnen ze het al oppikken voor de inkoop.” Daarnaast wordt er ook gefocust op online tijdens de lezingen: “Er is aandacht voor handigheidjes voor de online markt. Hoe werk je samen met bloggers, wat moet je wel of niet posten, en in welke frequentie,” legt Bunnik uit. Als het aan de event director ligt, zal de online strategie van de Kleine Fabriek zelf ook verder doorgezet worden. “We willen online uitbreiden en ook tussen de evenementen door online zichtbaar zijn. We kennen zoveel mensen en merken, het is zonde omdat te beperken tot 2 dagen en 2 seizoenen. Het is de bedoeling dat we de koppeling tussen online en offline steeds meer uitbreiden. We zijn veel actiever op Facebook en Instagram.”

Tevens zijn er verschillende installaties te zien op de beurs, die retailers moeten inspireren. Zo is er een stellage waarin denim kleding is opgehangen aan allerlei draden. Ook hangt er een ronde hoepel met transparante buisjes, waartussen allerlei regenkleding is opgehangen. “We hopen dat dit de retailer inspireert op verschillende manieren. Zo kan het een inspiratie zijn voor het inrichten van de etalage, maar het kan ook betekenen dat een retailer ineens na gaat denken over de inkoop van regenjasjes,” licht Sabine Heideveld van Communicatie en PR toe.

Vooral inspiratie opdoen en praatjes maken tijdens Kleine Fabriek

“Ik loop gewoon een rondje, even praatje maken met merken waar we al zaken mee doen en we kijken ook even naar nieuwe merken. We maken vooral afspraken om later zaken te doen,” vertelt Barry Waterhout. Hij is 25 jaar en werkt al 3 jaar fulltime mee in de zaak van zijn ouders, die kinderkledingwinkel ‘t Kevertje’ in Utrecht runnen. “Ik ben er vooral voor de nieuwe energie binnen de zaak.” Ze hebben 20 tot 25 merken in de winkel, waarvan Scotch & Soda het belangrijkste merk is. Het was geen makkelijk jaar, erkent Waterhout. “Het is nog steeds een moeilijke tijd voor ons, maar de eerste maand van het jaar was goed. We zien dat we bijna alles in de uitverkoop verkopen. Mensen wachten vaak met kopen op het smsje van de uitverkoop, en dan komen ze pas. We moeten kijken hoe we dat anders gaan doen.” Hij hoopt dat het komende jaar beter wordt. “De consument shopt anders, we moeten veel creatiever zijn. Instagram, Facebook en webshop, mensen mailen; klanten weten wat ze willen.” Op de beurs wil hij vooral de contacten aanhalen en inspiratie op doen. “Het is leuk om nieuwe merken te ontdekken, maar door de online concurrentie is het moeilijk om echt nieuwe dingen te ontdekken.”

Meer drukte op wintereditie Kleine Fabriek

Een van de nieuwe merken op de Kleine Fabriek is Sways, het kindermerk van het regenjassenmerk Rains. “Eerste keer dat we op een beurs überhaupt staan. Vandaag staan we hier met de eerste lente-/zomercollectie 2016 en de nieuwe herfst-/wintercollectie,” vertelt sales- en marketing coördinator Pernille Bøgeskov. “Het is niet zo druk, maar veel mensen hebben al wel over Sways gelezen. Er was wel een aantal retailers geïnteresseerd in het merk en die hebben afspraken gemaakt.” Vervolgend: “We wilden naar deze beurs om onszelf te presenteren. Tot nu toe hebben we veel positieve publiciteit ontvangen. Vooral ook voor de waterdichte schooltassen voor kleine kinderen. We gaan ook naar beurzen in Berlijn, Parijs en Kopenhagen.” Het nieuwe merk staat nog in de kinderschoenen, en er zijn al veel plannen voor de komende seizoenen, vertelt ze. “Sways is minimalistisch en simpel, de ontwerpen zijn erg klassiek. In de toekomst komt er ook een lange versie van de regenjassen en komen we met meer designs, prints en details.”

Babymerk Jollein stond een tijd niet op de beurs, maar is weer terug. “Vandaag gaat het heel goed,” zegt Anko Mekkes van sales opgetogen. “In de eerste 2,5 uur hebben we al meer dan 20 klanten gehad, ze zien dat de branche aantrekt. Voor ons is de beurs nu al een succes!” Hoewel hij de eerste dag al als een grote verrassing beschouwd, moet de tweede beursdag nog komen. “Dan komen grote merken als Prénatal en Carrefour langs. Als we dit gevoel alle dagen kunnen vasthouden, dan is de Kleine Fabriek meer dan geslaagd.” De drukte kwam bij zijn stand wel later op gang. “De meeste klanten kwamen pas na 11 uur, daarvoor was het nog redelijk rustig. Het nadeel is dat de meeste klanten eerst een rondje lopen door het buitenste gangpad, en pas daarna in het midden uitkomen. Gelukkig werd het na verloop van tijd beter verspreid. Vanaf 11 uur hebben we het eigenlijk niet meer rustig gehad.”

Een van de meest opvallende stands is die van Indian Bluejeans. De stand is opgebouwd van MDF-platen en stalen buizen, waar de collectie aan hangt. In het midden is een dj-booth geplaatst, waar een jonge DJ enthousiast aan het draaien is. Ook hier loopt het storm. “Het is heel druk geweest. De stemming is positiever dan het ooit geweest is,” zegt Meggy Ploegmakers van PR. “Iedereen is heel positief en enthousiast. We maken vooral veel afspraken, en we zien dat veel klanten alvast lekker sfeer willen proeven van de nieuwe collectie.” Het merk is pas 4 collecties oud, maar heeft inmiddels al 200 klanten. “We begonnen met een collectie broeken, en zetten het vooral in de markt als denimmerk. Het is een commercieel label dat gemakkelijk verkoopt in de winkels,” licht Ploegmakers toe.

Meer aanloop dan gepland op Kleine Fabriek

Bij de stand van Gaastra is het de hele dag druk. “We presenteren vandaag de eerste wintercollectie voor meisjes,” vertelt Marc Kooiman, commercial director van Gaastra. “De meisjeslijn is vorig jaar gestart en we leveren de lente-/zomercollectie nu uit aan de winkels.” Er is meer aanloop geweest dan gepland, zegt hij. “Dit is de tweede editie van Kleine Fabriek voor ons, en de eerste dag van deze editie is drukker dan vorige. In de zomer is het altijd rustiger, maar ben nu heel tevreden met deze zondag. Morgen is de typische dag waarop de grote partners zoals de Bijenkorf allemaal langs komen.”

Er is veel interesse voor de nieuwe meisjescollectie. “We hebben heel veel verzoeken voor de meisjeslijn. Voorheen hadden we er niet de juiste designer voor, maar nu wel. Je kan de damescollecties immers niet ‘verkleinen’, je moet echt een meisjeslijn maken, met een eigen look gecombineerd met het nautische DNA van Gaastra. Als het aan mij ligt, wordt de meisjeslijn dit seizoen net zo groot als de jongens.” Waarom is de Kleine Fabriek een belangrijk plaform voor Gaastra? Kooiman: “Het is een laagdrempelige manier te laten kennismaken met onze collecties. We hopen dat retailers afspraken maken, en tegelijkertijd kunnen ze op de beurs het merk Gaastra ook in het totale aanbod van kindermode plaatsen.”

Kleine Fabriek wil meer internationale klanten trekken

Wanneer is deze editie van Kleine Fabriek geslaagd? Merel Bunnik: “We wilden voor deze editie vooral meer internationale bezoekers, en daar hebben we met online campagnes en advertenties ook op ingezet. We hebben veel uitnodigingen gestuurd naar internationale klanten. Er komen sowieso veel mensen uit Duitsland en België, en we hopen nog meer klanten uit deze landen naar deze beurs te halen. Ook komen er steeds meer bezoekers uit Scandinavië naar de Kleine Fabriek, zelfs een enkele bezoeker uit Korea, Dubai en Zwitserland. Het zijn er geen honderden, maar je bereik neemt wel toe.” De evaluatie komt pas na maandag, maar als het aan Bunnik ligt, wordt de internationale focus in de komende edities uitgebouwd. “We willen heel graag internationaal groeien. We hebben geweldig aanbod van Nederlandse merken, maar het is zonde als dat alleen in Nederland leeft. Het zou leuk zijn als we alle internationale retailers naar Nederland kunnen halen.”


Kleine Fabriek