CPB: Prijsplafond energie kan afname koopkracht niet voorkomen, daling van 4 procent verwacht
bezig met laden...
Het prijsplafond voor energie dempt de effecten van de hogere energieprijzen op de koopkracht van huishoudens, maar is niet voldoende om een daling van de koopkracht te voorkomen. De koopkracht in een gemiddeld huishouden zal in de jaren 2022 en 2023 met ongeveer vier procent dalen, zo meldt het Centraal Planbureau (CPB).
De daling heeft te maken met de hoge inflatie. Het CPB houdt rekening met een inflatie van 3,5 procent in 2023. Het niveau van de inflatie wordt volgens het CPB met enkele procentpunten omlaag gebracht door het prijsplafond voor energie. Omdat de stijging van lonen achterblijft op de inflatie, daalt evengoed de koopkracht.
Het CPB ziet het prijsplafond voor energie dan ook niet als een structurele oplossing. “Energieprijzen blijven naar verwachting langer hoog,” zo schrijft het in een persbericht. “Mensen die het financieel niet nodig hebben, krijgen ook compensatie en de prikkel om energie te besparen vermindert. Dit kan inflatie juist aanjagen.” Het CPB adviseert hogere lonen, het compenseren van de meest kwetsbare huishoudens en verdere verduurzaming en energiebesparing.
Bovenstaand koopkrachtscenario is slechts een van meerdere scenario’s die het Centraal Planbureau uittekende. Als de gasprijs lager blijft dan in dit basisscenario, zwakt dat de inflatie af. In dat geval zal ook de koopkracht iets minder afnemen. Stijgt de gasprijs juist sterker, dan gaan zowel de inflatie als de procentuele daling van de koopkracht omhoog.