Startende ondernemers laten op zich wachten

Te weinig Nederlanders durven het ondernemerschap aan en dat is schadelijk voor de economische groei. Dit blijkt uit een onderzoek van onderzoeksbureau EIM naar de maatschappelijke noodzaak van ondernemerschap.

Uit het onderzoek is gebleken dat in Angelsaksische landen meer mensen ondernemers willen worden dan in Nederland. Volgens EIM heeft Nederland meer kleine ondernemers nodig om in te kunnen spelen op snelle productieprocessen en de opvolgende consumptiepatronen. Voorts fungeren de kleine bedrijven als bron van vernieuwing voor de grote bedrijven.

EIM zegt dat kleine bedrijven nodig zijn voor de economische groei en een positieve invloed erop hebben. Hoewel Nederland op Europees niveau een gemiddeld aantal ondernemers heeft, is de dynamiek ver te zoeken; het aantal ondernemers verandert weinig. EIM-onderzoeker Paul Vroonhof zegt: "In vergelijking met Angelsaksische landen zijn er in Nederland weinig mensen die er over nadenken ondernemer te worden. Het aantal starters is laag en ook het aantal faillissementen is relatief laag. Kort door de bocht gezegd nemen mensen hier minder risico's. Sinds de jaren zeventig, toen ondernemen bijna een vies woord was, is het imgao van de ondernemer flink veranderd. Dat is mede dankzij overheidsinspanningen. Maar een startende ondernemer in ons land moet nog veel hindernissen nemen."

Volgens Vroonhof speelt de onzekerheid van het ondernemerschap een rol in het beperkte aantal startende ondernemers. "Er zijn twee manieren om dat verschil kleiner te maken. Of de zekerheden voor werknemers omlaag brengen, of de zekerheden voor zelfstandigen omhoog halen. In Denemarken bijvoorbeeld hebben ze het laatste gedaan. Zo kun je daar ook als ondernemer aanspraak maken op een ww-uitkering."

Vroonhof stelt voor dat er betere informatievoorzieningen moeten komen voor startende ondernemers, met name over subsidies en vergunningen. Ook in het onderwijs zou er meer aandacht aan moeten worden besteed.

Bron: zibb.nl