Studio Anneloes’ eerste duurzaamheidsrapport: De mijlpalen en uitdagingen in het productielandschap
bezig met laden...
Nederlands modemerk Studio Anneloes publiceert haar allereerste duurzaamheidsrapport. Het modemerk blikt terug op de mijlpalen die het merk bereikte in 2023 door middel van een 56 pagina’s tellend rapport. FashionUnited duikt voor u in het verslag en zoomt in op het productielandschap van Studio Anneloes.
Studio Anneloes maakt bij de productie gebruik van een ‘Cut, Make, Trim’-model (CMT), waardoor het modemerk toezicht kan houden op de diverse stadia in de toeleveringsketen; van design tot patroonontwikkeling en van inkoop van grondstoffen tot de uiteindelijke productie van kleding. Het bedrijf werkt het liefst samen met Europese leveranciers. Zo was bijna 97 procent van de stoffen afkomstig van Europese leveranciers in 2023. De stoffen kwamen voornamelijk uit Italië, terwijl andere grondstoffen, zoals afwerkingen, werden ingekocht bij Nederlandse leveranciers die in Turkije produceerden of bij een leverancier in Polen.
“Van ons totale productievolume werd meer dan 87 procent geproduceerd volgens het CMT-model, terwijl iets minder dan 13 procent werd ingekocht als confectiekleding via Nederlandse ‘huismerkleveranciers’”, deelt Studio Anneloes. De CMT-productie vond voornamelijk plaats in Polen (70 procent) en Oekraïne (17 procent). Voor confectiekleding werd er denim uit Turkije gehaald (2 procent), jersey, geweven tops en schoenen kwamen uit Portugal (ruim 4 procent), gebreide kleding werd gehaald uit China (minder dan 6 procent) en accessoires en jassen kwamen uit Italië, Griekenland en Marokko (0,5 procent).
Studio Anneloes wil gebruik polyamide en elastaan aanpakken
Wie een blik werpt op Studio Anneloes’ gebruikte materialen in 2023, ziet dat polyamide en elastaan de meest gebruikte materialen zijn van dat jaar. Zo werd in totaal 152.968 kilogram (59 procent) polyamide en 55.394 kilogram (22 procent) elastaan gebruikt. Het modemerk legt uit dat deze materialen voornamelijk worden gebruikt in de travelcollectie. Verder is te zien dat Studio Anneloes in 2023 zo’n 6,3 procent viscose gebruikte, waarvan 1,3 procent bestond uit Lenzing EcoVero viscose. Daarnaast gebruikte het modemerk 5,2 procent katoen, waarvan 0,7 procent biologisch katoen en nul procent gerecycled katoen, en werd er 4,5 procent polyester gebruikt, waarvan 0,4 procent was gerecycled.
Om een duurzamere toekomst te garanderen, wil Studio Anneloes het gebruik van polyamide en elastaan flink aanpakken. Maar hier worden moeilijkheden ondervonden omdat zo’n 80 procent van de collecties is gemaakt met het ‘Sensitive® Fabrics’ - een gepatenteerde mix van polyamide- en elastomeergarens die ‘voor uitzonderlijke rek en comfort zorgen’. Polyamide en elastaan zijn fossiele materialen en worden niet geclassificeerd als duurzame vezels.
De afhankelijkheid van polyamide en elastaan wordt gezien als een uitdaging, maar Studio Anneloes heeft zich inmiddels aangesloten bij een project dat mogelijkheden onderzoekt om de impact van deze stoffen te minimaliseren en recyclingmogelijkheden te onderzoeken. Verder wil het modemerk voor 2025 dat 75 procent van de gebruikte viscose bestaat uit 50 procent Lenzing EcoVero viscose; 50 procent van het polyester gerecycled moet zijn en 50 procent van het katoen biologisch afkomstig moet zijn.
Doelen: B Corp certificering en Retravel laten bloeien
“We erkennen dat we nog meer werk te doen hebben, maar we zijn gericht op vooruitgang in plaats van perfectie en het nemen van zinvolle stappen in de richting van een duurzame toekomst.” Studio Anneloes ziet de weg naar een circulaire textielindustrie in 2050 als een ‘voortdurende reis waarbij iedere dag meer verantwoorde keuzes worden gemaakt middels verdere ontwikkelingen, innovatie en samenwerking’. Het modemerk geeft aan zich in te zetten om op de hoogte te blijven van de laatste duurzaamheidsonderwerpen en de (Europese) wetgevingen op de voet te volgen.
De weg naar een circulaire textielindustrie zette Studio Anneloes ook aan het denken over de manier van zakendoen. Zo geeft het modemerk aan niet alleen te kijken naar het verminderen van de impact in de productiefase, maar ook aandacht te besteden aan het verlengen van de levensduur van producten door bijvoorbeeld reparatie- en doorverkoopdiensten aan te bieden.
Concretere doelen voor 2024 zijn de lancering van het tweedehands platform Retravel, het publiceren van een impact rapport over de CO2-voetafdruk van de organisatie en de eerste stappen zetten naar een B Corp-certificering. In 2025 wil het modemerk 400 items per week verkopen via Retravel en B Corp gecertificeerd zijn.