Berlijn - In Duitsland eist de vakbond Verdi een minimumloon van 13,50 euro per uur in de detailhandel - cijfers waar arbeiders in het Globale Zuiden alleen maar van kunnen dromen. Waarom is het zo moeilijk om leefbare lonen in te voeren in de textielindustrie en hoe kan dit worden bereikt?
Marian von Rappard is eigenaar van de textielfabriek 'Evolution' in Vietnam, waar hij ook produceert voor zijn eigen jeanslabel Dawn Denim. Hij betaalt al zijn werknemers daar een leefbaar loon. Von Rappard probeert verandering op lange termijn in de mode-industrie te bevorderen, onlangs nog op de Fashion Changers Conference 2023.
Het debat over gelijke beloning in de textielindustrie is al jaren alomtegenwoordig, maar er lijkt niet echt iets te veranderen. De urgentie voor verandering werd aangetoond door de verwoestende schaal van de loonprotesten in Bangladesh in oktober vorig jaar, waar een textielarbeidster ernstig gewond raakte tijdens een demonstratie voor hogere lonen en vervolgens bezweek aan haar verwondingen. Eerlijke lonen - een kwestie die mensenlevens kost en vooral één ding nodig heeft voor verbeteringen op de lange termijn: Meer actiebereidheid van merken die produceren in landen als Bangladesh en Vietnam. Er is nog steeds een gebrek aan bereidheid om te investeren en risico's te nemen, evenals samenwerking met gelijkgestemden.
“Om leefbare lonen op fabrieksniveau te bereiken, moeten kledingmerken en detailhandelaren bereid zijn om hun relaties met leveranciers als een partnerschap te zien”, zegt de Global Living Wage Coalition in antwoord op een vraag van FashionUnited. Uiteindelijk moeten ze bereid zijn meer te betalen voor hun producten om het gemeenschappelijke doel van een eerlijk loon voor werknemers te bereiken”.
Het minimumloon is de wettelijke loonbodem die werkgevers hun werknemers moeten betalen om in hun basisbehoeften te voorzien. “Idealiter zou het minimumloon het resultaat moeten zijn van een drieledig overleg tussen vertegenwoordigers van de overheid, werkgevers en werknemers”, zegt de Global Living Wage Coalition. Het is echter vaak een overheidsbeslissing die wordt genomen zonder de werknemers erbij te betrekken.
Volgens het Partnership for Sustainable Textiles is deze loonbodem vaak niet voldoende voor een fatsoenlijke levensstandaard in de landen waar de textielindustrie gevestigd is. Dit is precies waar het leefbaar loon om de hoek komt kijken:
Leefbaar loon:De Global Living Wage Coalition definieert een leefbaar loon als “een vergoeding [...] ontvangen door een werkende persoon op een bepaalde locatie voor een normale werkweek die voldoende is om een adequate levensstandaard voor die persoon en zijn of haar afhankelijke personen te bieden. Een behoorlijke levensstandaard omvat voedsel, water, onderdak, onderwijs, medische zorg, vervoer, kleding en andere basisbehoeften, waaronder voorzieningen voor onverwachte gebeurtenissen.”
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), gevestigd in Zwitserland, schat dat wereldwijd 266 miljoen werknemers onder het minimumloon worden betaald, wat overeenkomt met 15 procent van alle werknemers. Minimumlonen worden ook vaak niet aangepast aan veranderende economische omstandigheden zoals inflatie, wat leidt tot loonverlies.
Wie definieert 'fatsoenlijk leven'?
Het minimumloon voor levensonderhoud is zeer landspecifiek en kan met verschillende methoden worden berekend. Von Rappard gebruikt in zijn fabriek de Ankermethode, die is ontwikkeld door de Amerikanen Martha en Richard Anker.
Volgens Von Rappard worden lonen volgens deze methode berekend in een “winkelmandjessysteem”. Kosten voor een 'evenwichtige voeding', 'adequate huisvesting', 'onvoorziene gebeurtenissen' en 'andere behoeften' zoals kleding, onderwijs en gezondheidszorg worden bij elkaar opgeteld om de kosten van levensonderhoud voor een eenvoudig maar adequaat leven te vormen.