• Home
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Cultural appropriation in de mode: Wat is het en is het te voorkomen?

Cultural appropriation in de mode: Wat is het en is het te voorkomen?

Door Caitlyn Terra

bezig met laden...

Scroll down to read more

Cultuur |ACHTERGROND

Chinese mantel vermaakt tot avondmantel, en Roemeense mantel gedragen als avondmantel, jaren 1920, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.
Cultural appropriation: de term wordt de afgelopen jaar steeds frequenter gebruikt, maar de praktijk van culturele toe-eigening komt al veel langer voor. Kunstmuseum Den Haag zoomt in de nieuwe tentoonstelling ‘Global Wardrobe - the worldwide fashion connection’ in op het fenomeen, maar ook tijdens talks over diversiteit en inclusiviteit in de modewereld wordt vaak over het onderwerp gesproken. Daarom: Wat is het, waar ligt de grens tussen toe-eigening en waardering en hoe kan het voorkomen worden volgens experts?

Allereerst: Wat is cultural appropriation, oftewel culturele toe-eigening? Het Kunstmuseum Den Haag duidt het in het persbericht rondom de tentoonstelling aan als het ‘kopiëren’ uit andere culturen, vaak zonder correcte bronvermelding. In een talk tijdens Digital Fashion Week Europe afgelopen juli duidde schrijver, curator en activist Janice Deul het fenomeen als het gebruiken van symbolen uit andere culturen puur voor esthetische redenen zonder de betekenis van de items te overwegen. Vaak gaat het hierbij ook over het gebruiken van elementen van gemarginaliseerde culturen.

De afgelopen jaren is er steeds meer kritiek op modehuizen en merken over het gebruiken van symbolen, prints en kledingstukken uit andere culturen. Zo komen de recente voorbeelden van Isabel Marant en Louis Vuitton in gedachten op. Mexico beschuldigde modeontwerper Isabel Marant in 2020 van het commercieel exploiteren van verschillende traditionele ontwerpen van Mexicaanse inheemse volkeren in een collectie. De ontwerper werd in 2015 al van hetzelfde beschuldigd. Marant bood niet veel later haar excuses aan voor de culturele toe-eigening van de patronen. De ontwerper gaf toe dat de Purepecha patronen inderdaad als inspiratie zijn gebruikt en dat ze in de toekomst ‘de gebruikte inspiratiebronnen zal eren’.

Louis Vuitton haalde in juni 2021 na kritiek op social media een sjaal geïnspireerd door de Palestijnse keffiyeh van de website. De keffiyeh wordt gezien als een symbool van Palestijns nationalisme. Het traditionele zwart-witte patroon van de Keffiyeh was veranderd naar blauw en het merk heeft de eigen monogram verwerkt in de sjaal. Prijskaartje? 705 dollar. Ook was de timing van het item zeer ongelukkig, aangezien op dat moment diverse bombardementen hadden plaatsgevonden in Palestina.

Voorbeelden gaan echter nog veel verder terug. Denk bijvoorbeeld aan 1994, wanneer Karl Lagerfeld een vers uit de Koran gebruikt als print op een korset in de Chanel zomercollectie. Het merk bood excuses aan en Lagerfeld gaf aan dat hij dacht dat het vers een Indiaas liefdesgedicht was geïnspireerd door de Taj Mahal. De collectie bevatte drie jurken met versen erop, Chanel beloofde ze te verbranden.

Een van de drie bekende Chanel-jurken met daarop Koran-teksten. Chanel SS94, beeld via Catwalkpictures.com.

Het Kunstmuseum laat in de nieuwe tentoonstelling, die te zien is van 9 oktober tot en met 16 januari 2022, zien dat lange tijd het gebruiken van kledingitems, klederdracht en symbolen uit andere culturen vaak onder het mom van ‘waardering en inspiratie’ normaal was. Bijvoorbeeld de ‘Japanse rock’, een kamerjas, die in de zeventiende eeuw door welgestelde mannen werd gedragen en als statussymbool werd gezien. Maar ook de Kashmir sjaal en de tulband. Ook kwam het voor dat kleding die bijvoorbeeld in India of China door een man werd gedragen, in Europa door een vrouw werd aangetrokken. In de jaren twintig liepen veel West-Europese vrouwen met een mannenjas uit China die voor hen als avondmantel functioneerde. “Gewaardeerd om het handwerk, de decoraties en de kleurenpracht, maar zo goed als zeker zonder het begrip van de symboliek in het Chinese borduurwerk,” aldus een bericht van het Kunstmuseum. Ook de jaren zeventig stond bol van culturele toe-eigening met kleding uit bijvoorbeeld Afghanistan die onder hippies werd gedragen. Culturele toe-eigening in de mode gaat dus veel verder terug dan we misschien denken, het werd alleen niet zo genoemd.

Twee Japonse rocken (: kamerjassen voor mannen) in kimono-model van Chinese zijde en ‘bizarre’ zijde, ca. 1750-1775, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.
Empirejaponnen met borduurwerk in buta-motieven (afgeleid van de Kashmir sjaal mode) en Kashmirsjaals met buta-motieven. De Kashmirsjaal komt oorspronkelijk uit India, eerste kwart 19de eeuw, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.

Cultural appropriation voorkomen? “Alleen met samenwerking kan het vermeden worden”

Waar in het ene geval een minister van Cultuur (Alejandra Frausto van Mexico) een merk een brief schrijft, kiest een ander ervoor om de licenties van bijvoorbeeld hun naam of de bekende patronen te verkopen en licentie-inkomen te claimen bij modehuizen. Neem bijvoorbeeld de Maasai, een Afrikaanse stam die zich huist in Tanzania en Kenia. In 2011 gebruikt Kim Jones, die zijn jeugd in Kenia heeft doorgebracht, prints die gelinkt zijn aan de Maasai-cultuur, in zijn debuut bij Louis Vuitton. Het is niet de eerste keer dat de naam of de prints van de Maasai worden gebruikt in de mode.

Twee jaar voor het debuut van Jones bij Louis Vuitton besluiten 9 ouderlingen van de stam een organisatie genaamd de Maasai IP Initiative Trust Ltd (MIPI) op te richten om terug te kunnen vechten. MIPI neemt hun culturele erfgoed in eigen handen en start een helder en professioneel proces waarbij commerciële gebruikers van hun cultuur een licentie aan kunnen vragen. De opbrengst van de licenties moet helpen de Maasai gemeenschap te ondersteunen op het gebied van gezondheid, onderwijs en het terugkopen van het recht op water en om land om dieren te laten grazen. FashionUnited heeft contact gezocht met MIPI en navraag gedaan over hoe vaak de organisatie succesvol is geweest, maar tot op heden nog geen antwoord mogen ontvangen.

Om het nog een stap verder te nemen: Is het mogelijk een rechtszaak aan te spannen wanneer een gemeenschap culturele toe-eigening ondervindt? FashionUnited belt met Nine Bennink van Köster Advocaten in Haarlem. Bennink antwoordt desgevraagd dat er een processuele mogelijkheid is, wanneer het aankomt op culturele toe-eigening. Het gaat hierbij om auteursrecht waarop teruggevallen kan worden. “De meeste gemeenschappen hebben geen merk laten registreren, maar auteursrecht bestaat al op het moment dat iets gemaakt wordt, zonder registratie.” Gemeenschappen zouden dus een rechtszaak aan kunnen spannen en ook kunnen winnen, zo vertelt de advocaat. Een dergelijke rechtszaak is voor modehuizen alles behalve wenselijk. “De kosten van het gezichtsverlies voor een modehuis zijn vele malen groter dan een gemeenschap een vergoeding bieden of licentierechten te betalen.” Hoeveel zo’n licentie zou moeten kosten is dan weer grijs gebied, aangezien er geen standaard voor is. Waar Bennink zeker over is dat modehuizen veel voorzichtiger beginnen om te gaan met cultureel erfgoed, mede omdat het reputatieschade oplevert en het feit dat gemeenschappen in de rechtbank werkelijk kunnen winnen. “Het auteursrecht is een middel voor gemeenschappen om een maatschappelijk probleem aan te pakken.” Bennink ziet het dan ook vooral als een middel dat hiervoor wordt ingezet. “Maar de maatschappelijke druk en het mogelijk gezichtsverlies dat het modehuis kan lijden, zijn feitelijk ook krachtige middelen.”

‘Gelijkwaardige samenwerking enige manier cultural appropriation in de mode te voorkomen’

De enige echte manier om cultural appropriation tegen te gaan? Daar zitten meer kanten aan. Allereerst is andermans erfgoed er niet voor om zomaar overgenomen te worden voor puur esthetische redenenen Ten tweede, wanneer men gebruik wil maken van cultureel erfgoed is het belangrijk dat men de betekenis en context van de elementen kent en hier respectvol mee omgaat. Het zou daarbij helpen als ontwerpers en merken het verhaal vertellen van deze elementen en hierdoor het publiek ook deze kennis bijbrengt. Daarnaast, en misschien wel het belangrijkste punt, kunnen verbindende en gelijkwaardige samenwerkingen worden aangegaan met een gemeenschap waarbij de ambacht lokaal wordt uitgevoerd en uiteraard eerlijk wordt betaald, aldus het Kunstmuseum. Fashion activist Janice Deul deelde recent in haar talk tijdens Digital Fashion Week Europe dat samenwerking eigenlijk de enige echte manier is om cultural appropriation tegen te gaan.

Tijd dus om cultural appropriation om te buigen naar cultural appreciation waarbij verantwoording wordt afgelegd voor het gebruiken van andermans erfgoed, een eerlijke prijs wordt betaald voor het gebruik ervan en makers en dragers zich verdiepen in het erfgoed van een item. Betekent dit dat makers en dragers alleen inspiratie mogen zoeken binnen hun eigen erfgoed? Zeker niet. Is er ruimte voor verbetering in de modewereld? Absoluut.

Cultural Appropriation
Global Wardrobe
Kunstmuseum
Spotlight