Jan Taminiau voor Het Nationale Ballet: “De jurk danst mee”
bezig met laden...
Ja, hij is ten dans gevraagd, beaamt Jan Taminiau. “Er werd gebeld. Het was Ernst Meisner, een jonge Nederlandse choreograaf”, vertelt de ontwerper aan FashionUnited. Meisner is artistiek coördinator van de Junior Company, dat sinds de oprichting in 2013 is uitgegroeid tot een springplank voor jonge dansers van Het Nationale Ballet. Hij maakte ook een aantal choreografieën voor Het Nationale Ballet. “Toen hij vroeg of ik wilde samenwerken voor de wereldpremière van ‘Merge’ vond ik het meteen leuk. En spannend, op een positieve manier.” Het gaat om een duet dat wordt gedanst door eerste soliste Igone de Jongh en het jonge Nederlands-Canadese danstalent Martin ten Kortenaar, op het muziekstuk ‘Gargoyles’ van componist Lowell Liebermann. Het duet maakt onderdeel uit van ‘Transatlantic’. Een nieuw programma van Het Nationale Ballet met vier balletten van choreografen uit Amsterdam, Londen, New York en Berlijn.
Couture en ballet: allebei topsport
Ballet vindt Jan Taminiau een geweldige vorm van expressie, waar je als toeschouwer bij kunt wegdromen. “Ik heb het altijd fascinerend gevonden dat er zoveel tijd wordt gespendeerd aan het realiseren van een dansproductie, waarbij het lichaam als instrument dient en er emoties worden uitgedrukt met bewegingen. Het vereist veel discipline. Trainen, trainen, trainen. Dat is ook meteen het tragische aspect: op het moment dat je de piek hebt bereikt, zwakt het alweer af.” Net als bij andere vormen van topsport is een danscarrière van korte duur. Die kwetsbaarheid heeft iets poëtisch, vindt de ontwerper. Hij ziet een verwantschap met zijn eigen vakgebied: “Het moet er allemaal moeiteloos uitzien, als een zucht en een wind, terwijl het in werkelijkheid heel hard werken is. In de mode is dat soms makkelijker te begrijpen; aan een borduursel kun je de vele arbeidsuren aflezen. Maar bij een balletvoorstelling beseffen we niet altijd hoeveel tijd, energie en liefde erin is gestoken om het op de planken te krijgen. Welke offers ervoor zijn gebracht.”
Een modeontwerper kan zich ongetwijfeld geen betere muze wensen dan een ballerina. Op Instagram deelde Jan Taminiau een selfie met Igone de Jongh tijdens de fitting. Op de vraag wat hij aan de sterdanseres bewondert, antwoordt de couturier: “Wat niet?” Hij denkt even na. “De manier waarop ze bezig is met haar lijf, de gedrevenheid en de passie; het is bloedserieus. Dat voel je als ze danst, en backstage zie je dat terug. Igone is een echte vakvrouw, ze gaat tot het uiterste, zonder te vergeten dat er ook lol mag worden gemaakt.” Het proces in aanloop naar de première is net zo interessant als het eindproduct, ontdekte Taminiau tijdens een kijkje achter de schermen. Spannend was de dynamiek tussen de dansers, de gevoeligheden onderling. “Hij is qua ervaring de jonge hond, zij de koningin van het ballet. De choreograaf brengt ook een frisse wind met zich mee, hij is nog geen gevestigde naam. De manier waarop dit samenkomt, is mooi om te zien. Uiteindelijk beschouwt iedereen elkaar als gelijken, en toch voel je de verschillen in energie.”
Ballet inspireert modeontwerpers
Igone de Jongh begon in 1996 als adspirant bij Het Nationale Ballet. In zeven jaar tijd heeft ze alle rangen doorlopen: in 2003 promoveerde ze – al op 24-jarige leeftijd – tot eerste soliste. De danseres inspireert niet alleen andere ballerina’s, maar ook de modewereld. Zo is ze momenteel te bewonderen in een videocampagne van Anecdote: de zomercollectie van dit Nederlandse modemerk is een ode aan het Het Nationale Ballet. Het werk van Jan Taminiau was haar niet onbekend. “Ik was, en ben nog steeds, fan van hem”, vertelt de danseres twee dagen voor de première. “Mooi aan zijn handschrift vind ik de eenvoud. En natuurlijk het prachtige borduurwerk, dat is echt zijn specialisme.” In een video van Het Nationale Ballet is te zien dat De Jongh zelf ook behendig is met naald en draad: ze prepareert haar spitzen altijd zelf. Over de kostuums heeft ze doorgaans weinig te zeggen. “De choreograaf heeft daarbij een grote inspraak. In dit geval kreeg Jan Taminiau veel vrijheid. Wel heb ik uitgelegd dat het in een lange jurk tot de grond moeilijk dansen is. Veel borduurwerk rond de taille is voor het ‘partneren’ dan weer onhandig; het kan prikken of loslaten.”
Een verrijkende ervaring
Jan Taminiau vond het plezierig om de dansers van tevoren in levende lijve te ontmoeten en hun proporties te zien. Daarnaast heeft hij voor aanvang van de repetities met Ernst Meisner samengezeten. De choreograaf legde uit waar de muziek over gaat, wat de dansers voor hem betekenen en welk gevoel hij wil neerzetten. Ook de samenwerking met het atelier van Het Nationale Ballet was een verrijkende ervaring. “Zo bespraken we tot in detail hoe een boordje het beste kon worden bevestigd. Ik kwam erachter dat het soms niet mogelijk is om een danskostuum op een bepaalde plek strakker te maken. Schijnbaar kan de longomvang van mannelijke dansers maar liefst zes centimeter toenemen op het toneel. Dat is voor mij belangrijke informatie, want bewegingsvrijheid is een voorwaarde. Het gaat om de passen, niet om de jurk. Kleding kan veel toevoegen, maar de beweging blijft de essentie.”
De schoonheid van het onbereikbare
Afgelopen woensdag, tijdens de toneelrepetitie, zag Taminiau zijn kostuums voor het eerst met de juiste belichting, Anders dan bij zijn coutureshows, waar hij op dit vlak een leidende rol vervult, is hier sprake van een duidelijke rolverdeling. “Iedereen voegt een eigen laag toe aan het geheel. Dat is inspirerend en leerzaam.” Ook voor De Jongh is de toneelrepetitie altijd een spannend moment. “Het licht is bij dit ballet heel belangrijk – en met lichtontwerper Uri Rapaport ben je goede handen.” Zaterdag 11 juni gaat ‘Merge’ in première. Over zijn ontwerp kan Taminiau alvast verklappen dat het ‘beeldschone, handgeschilderde bloemendetails’ bevat. Doordat de bloemen zowel aan de buitenzijde als aan de achterkant van de stof zijn geschilderd, ziet de rok er hetzelfde uit wanneer deze openklapt. Hij heeft gespeeld met de spanning van transparantie en liet zich inspireren door de muziek. Gargoyles, zoals het stuk heet, betekent waterspuwers. Deze uit steen gehouwen beeltenissen sieren gebouwen ter hoogte van de dakgoot en voeren het regenwater af. “Het deed me denken aan een onbereikbare liefde: in een versteende situatie zullen twee geliefden elkaar nooit bereiken. Stiekem vond ik dat een poëtische link naar de twee dansers. Op het toneel raken Igone en Martin elkaar aan, maar ze zullen elkaar nooit écht bereiken. Zij staat al zo ver als danseres. Hij begint pas en moet nog naar zijn piek toe groeien. Die verstilling van tijd heb ik in de kostuums verwerkt.”
Wat is de meerwaarde van een couturestuk op het toneel? “Voor de ontwerper is dat de beweging, de manier waarop een jurk meedanst”, aldus Igone de Jongh. “Voor ons is deze samenwerking een primeur, dit gebeurt in Nederland niet vaak. Extra speciaal is dat het om een nieuw ballet gaat. Alles aan het project is nieuw. Mooie kostuums vormen natuurlijk altijd een toegevoegde waarde, maar uniek is dat ik hier gewoon sta te dansen in een jurk van Jan Taminiau! Ik hoop dat we vaker kunnen samenwerken, want ik heb hem leren kennen als een aardig en lief persoon. Als ballerina ben ik een hele mooie ervaring rijker.”
‘Transatlantic’ is van 11 tot en met 26 juni te zien in Nationale Opera & Ballet in het kader van het Holland Festival.
Een kijkje in de studio bij het nieuwe ballet van Ernst Meisner:
Beeld: Richard Heideman, Het Nationale Ballet