Fashion Alumni: Robbert Wefers Bettink
bezig met laden...
Elk jaar studeren er ruim honderd modestudenten af aan de verschillende modeopleidingen in Nederland. Klaar om de modewereld te bestormen. De kersverse ontwerpers volgen allemaal een andere weg: de één begint een eigen label, de ander wordt ingelijfd bij een groot modebedrijf. Wat houdt de jonge generatie bezig, pak ‘m beet vijf jaar na hun afstuderen? Welke zaken gingen hen voor de wind, en waar hebben ze voor moeten knokken? Vijf modeontwerpers vertellen. In de vijfde en laatste aflevering: Robbert Wefers Bettink (31), in 2009 afgestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute (Amfi) en in 2014 startte hij samen met Tim Holland het duurzame zonnebrillenmerk Dick Moby.
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen die je hebt doorgemaakt sinds je afstuderen?
“Ik studeerde af middenin in de economische crisis. Banen lagen niet voor het oprapen. Samen met Cissy Noordeloos ben ik toen een eigen modelabel gestart, Studio Sober. Daar heb ik veel van geleerd. Ondanks dat we een gouden start hadden met na drie seizoenen al tien verkooppunten, stagneerde het. Dankzij Studio Sober heb ik ervaren hoe je een bedrijf moet runnen, maar niet hoe je groei genereert. Na drie jaar hebben we de stekker eruit getrokken. Een van mijn vrienden, Tim, liep toen al met het idee rond om iets te gaan doen met plastic uit de oceaan. Zelf heb ik een tijdje in kledingwinkels en de horeca gewerkt, op zoek naar een baan in de mode. Maar ik was nogal specifiek in mijn keuze: de bedrijven waar ik graag voor wilde werken hadden geen vacatures en de jobs waar ik wel voor kon solliciteren spraken me niet aan. Ik wil iets moois creëren waar ik trots op kan zijn.”
Dat werd Dick Moby.
“Ja, we maken duurzame brillen van kunststof en gebruiken alleen afbreekbaar of gerecycled plastic. Zo willen we op een positieve manier het plasticprobleem belichten. We noemen dat ‘the sunny side of plastic’.”
Hoe relevant is datgene wat je tijdens je studie hebt geleerd nu in de praktijk?
“Amfi is een vrij commerciële opleiding: enerzijds krijg je de juiste handvatten aangereikt om te collectioneren, anderzijds word je gestimuleerd om na te nadenken over de vraag waarom je iets mooi of lelijk vindt. Hierdoor ontwikkel je een eigen visie en signatuur. Dankzij Individuals (het modelabel van de academie, red.) heb ik veel geleerd over de communicatie met fabrikanten, van technische tekeningen en patronen tot het jargon. In de praktijk heb je anderen nodig om je ontwerpen te realiseren, dus moet je hen ervan zien te overtuigen dat jouw ideeën goed zijn.”
Sluit de artistieke insteek van kunstopleidingen voldoende aan bij de commerciële wereld waar je na de studie in belandt?
“Zeker. Op de academie leer je buiten de gebaande paden denken. Als je iets vernieuwends wil maken, is het noodzakelijk dat je je niet laat leiden door wat er van je wordt verwacht. Daarom is het goed dat je zo vrij wordt opgeleid. Waar jonge mensen zich wel eens in vergissen is dat ze na hun afstuderen nog echt junior zijn. De vraag is of dit erg is, want na de studie is er nog genoeg tijd om praktijkervaring op te doen.”
Om een eigen modelabel van de grond te krijgen moet je een lange adem hebben: eerst zaaien, dan oogsten. Hoe was dit voor jou?
“Als je een nieuw marktsegment aanboort kan het snel gaan. Een bestaande markt veroveren met een bestaand product dat zich enkel onderscheidt door een eigen handschrift, is bijzonder lastig. De concurrentie is groot, je moet opboksen tegen anderen die misschien even getalenteerd zijn maar meer kapitaal of een groter bereik hebben. Wij hebben goed nagedacht hoe we ons product in de markt wilden zetten. Doordat we op een duurzame manier brillen wilden maken creëerden we ons eigen marktsegment. Omdat er nauwelijks concurrenten waren die dat ook deden, kregen we veel bereik waardoor we snel konden groeien. Maar zoals bij alles gaan de kosten voor de baten uit, bij ons dus ook.”
Waar heb je voor moeten knokken?
“Voor zo ongeveer alles wat we nu hebben bereikt. We werken gemiddeld tien uur per dag, de weekenden niet meegerekend. We zijn voortdurend bezig met het oplossen van problemen en uitdagingen, variërend van producttechnische zaken tot de vraag hoe we een bepaald continent kunnen bereiken. Eigenlijk is het de hele tijd knokken. Dat is natuurlijk helemaal niet erg als je een eigen merk hebt, zolang het maar steeds beter gaat. En dan bedoel ik niet alleen op financieel vlak. Het werkt motiverend om telkens een nieuw doel te stellen dat je wilt behalen.”
Wat ging er in de afgelopen vijf jaar beter dan verwacht?
“Dick Moby! Geschrokken van het moeizame verloop van mijn vorige modelabel, nam ik me voor om nooit meer te gaan ondernemen. Tim overtuigde me en liet zien hoe het anders kan. Vanaf het begin waren we zeer realistisch: als we ervan wilden leven, moesten we binnen een jaar zestig verkooppunten hebben. Actief zijn we andere mensen erbij gaan betrekken. Alles draait om het juiste evenwicht tussen enerzijds het maken van een mooi creatief product en anderzijds de vraag hoe je dat product kan verkopen. Nieuw voor mij was het finetunen van elk detail, van het kleinste scharniertje tot aan de verpakking.”
Heb je grote investeringen gedaan voor het bedrijf?
“Ja, behoorlijk veel. De weg naar succes gaat geleidelijk. Dankzij crowdfunding konden wij onze eerste collectie produceren. Loon keerden we onszelf in dat eerste jaar nog niet uit. Om de huur te betalen werkte ik bij Filippa K in de P.C. Hooftstraat en in de horeca. Toen we de voorraad moesten aanvullen, hadden we opnieuw geld nodig. Voorfinancieren blijft noodzakelijk en dus hebben we leningen afgesloten, bijvoorbeeld voor het huren van een externe opslag en om de eerste werknemers aan te nemen. Het bedrijf bestaat intussen uit acht medewerkers, onder wie drie partners en iemand die zich fulltime bezighoudt met duurzame materialenontwikkeling. We werken daarnaast veel met stagiairs.”
Hoe zorg je voor naamsbekendheid?
“Duurzaamheid is een hot topic. Dick Moby is voortgekomen vanuit het probleem: de plasticsoep in de oceaan. Vanaf het begin hebben we hierdoor veel positieve aandacht gekregen. Aan reclame hebben we nooit gedaan en zijn we ook niet van plan. Wel hebben we geïnvesteerd in een persbureau om het verhaal naar buiten te brengen. Eén van de eerste winkels die ons oppikte was Colette in Parijs, dat gaf een flinke boost aan de bekendheid. Tegelijkertijd wordt Dick Moby verkocht bij optiekzaken naast gerenommeerde brillenmerken. Het is een combinatie van factoren, maar ook een kwestie van: hoe actiever je bent, hoe meer naamsbekendheid je genereert.”
Is het merk ook een commercieel succes?
“We zijn harstikke blij met waar we nu staan, met ruim 250 winkels wereldwijd. Vrijwel overal zijn wij nog wel een klein merk, we behoren nog niet tot de basiscollectie. Toch hadden we hier nooit van durven dromen. In tweeënhalf jaar tijd is Dick Moby uitgegroeid tot een volwassen bedrijf met gezonde omzet. Nu nog omzetten naar winst, maar dat komt goed. Door de juiste mensen om ons heen te verzamelen, die op hun beurt weer over een goed netwerk beschikken, gaat het elke dag vooruit.”
Hoe ziet de gemiddelde werkweek eruit?
“Gemiddeld werken we vijf dagen van negen uur ‘s morgens tot zes, afhankelijk van het weer. Per dag plan ik een thema in: bijvoorbeeld maandag bedrijfsvoering, dinsdag productie, woensdag sales. Zonder die planning kom ik er op vrijdagmiddag achter dat ik de helft van wat ik wilde doen niet heb kunnen doen omdat ik word geleefd door email en telefoon. Wanneer je je richt op datgene wat écht belangrijk is, doe je uiteindelijk veel meer!”
Neem jij je werk mee naar huis? Of zet je die knop makkelijk om?
“Ik kan goed omschakelen, maar met een eigen onderneming ben je altijd aan het werk. Als er ’s avonds een mailtje binnenkomt vanuit een andere tijdszone omdat er ergens een probleem is, dan moet daar natuurlijk iets mee gebeuren. Af en toe ontploft er zo’n bommetje. Dat betekent uiteraard niet dat ik niet kan genieten. Een eigen bedrijf is je kindje en ook al probeer ik zo min mogelijk over te werken of het werk mee te nemen naar huis, soms ontkom je er simpelweg niet aan.”
Hoe ziet jouw moodboard voor de volgende collectie eruit?
“De nieuwste collectie is net afgerond. Over twee à drie maanden starten we met de volgende. Een moodboard is er dus nog niet. Wel lees ik het hele jaar door veel tijdschriften en online blogs, want ik vind het relevant om te weten wat er speelt in de designwereld. Uiteindelijk resulteert dit in een muur vol inspiratiebeelden en digitale moodboards.”
Op naar de volgende vijf jaar! Wat brengt de toekomst en wat is je grootste droom?
“Onze droom is om wereldwijd hét duurzame brillenmerk te worden. Ik hoop dat straks iedereen – van Brazilië tot Japan – bij de aanschaf van een bril nadenkt of deze op een goede, eerlijke manier is geproduceerd. Hopelijk slagen we er ook in om zelf een nieuw materiaal te ontwikkelen. Een eigen Dick Moby recycle- of bioplastic, hoe cool is dat?”
Door: Natasja Admiraal
Foto 2: Studio Sober: Meinke Klein, Barrie Hullegie & Sabrina Bongiovanni