• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Directeur Skar: “De Wasserij in Rotterdam moet een bijenkorf van modemakers worden”

Directeur Skar: “De Wasserij in Rotterdam moet een bijenkorf van modemakers worden”

Door Marjolein Stormezand

bezig met laden...

Scroll down to read more

Mode |INTERVIEW

Een broedplaats voor modeontwerpers, kleermakers en agenten moet het worden; De Wasserij in Rotterdam. Directeur van Skar, Olof van der Wal, die een stichting van kunstateliers in Rotterdam beheert, begon twee jaar geleden aan dit nieuwe Rotterdamse project. Als de aannemers meewerken, kan het pand vanaf de tweede helft van dit jaar nog in gebruik worden genomen. FashionUnited sprak met Olof van der Wal over de aankomende functie van De Wasserij voor modestad Rotterdam.

Olof van der Wal heeft het zijn missie gemaakt de creatieve sector in Rotterdam te helpen succesvol te zijn. Met stichting Skar verzorgen ze al sinds 1987 betaalbare werkruimtes en creëren ze ontmoetingsplekken voor kunstenaars. Met De Wasserij gaat de Skar-visie nog een stapje verder, de makers en agenten die in het pand een ruimte huren worden onderdeel van de Rotterdamse economie.

Hoe ontstond het idee voor De Wasserij?

“Toen ik twee jaar geleden net directeur werd van Skar, merkte ik al snel dat er onder modeontwerpers een behoefte was aan meer ruimte voor economische groei. Dat kan vaak alleen als er grote aanschaffingen worden gedaan, maar daarvoor is niet altijd ruimte en draagkracht. Het viel me op dat er in Rotterdam veel modeontwerpers zijn, maar dat zij het nog moeilijk vinden hun werk aan de economie te verbinden. Daardoor kwam ik op het idee dat er een keten moest ontstaan van modemakers en -verkopers. Ik wilde een plek creëren waar het niet alleen gaat over inspiratie en maken maar ook over schaalvergroting. Van de gemeente Rotterdam kreeg ik vervolgens het verzoek binnen of ik wilde komen kijken naar een ruimte waar zij niets mee konden. De voormalige wasserij van het Bergwegziekenhuis stond al jaren leeg. Ineens kwamen idee en uitvoering heel organisch bij elkaar. De ruime fabriekshal biedt mode mensen de gelegenheid een keten te maken en tegelijkertijd wordt er een herbestemming gevonden van een leegstaand pand.”

Hoe zorg je ervoor dat ‘de modeketen’ ook echt gaat werken?

“Dat er behoefte was aan zo’n ruimte was duidelijk. Wat uit de gesprekken met agenten en modemakers naar voren kwam is dat vooral de selectie van kwalitatieve huurders van belang is. Waar het om gaat is dat modeprofessionals aan de slag gaan met elkaar. Het gaat veel verder dan talentontwikkeling, je moet serieus aan het werk zijn en in staat zijn om je huur te betalen. De Wasserij moet een bijenkorf van modeprofessionals uit verschillende disciplines worden. Ik wil dat er minimaal tien tot vijftien mode-, en stofontwerpers en kleermakers komen te zitten en minimaal vier tot acht agenten. Een kernteam bewaakt deze mix.”

Hoe verlopen de aanmeldingen tot nu toe?

“Het aantal aanmeldingen is veel hoger dan we kunnen plaatsen. Dat zegt iets over de vraag. We hebben nog geen definitieve keuzes gemaakt. We zijn nog wel op zoek naar goede kleermakers die zich in het pand willen vestigen. We zouden een koppeling willen maken met de modeopleiding van het Albeda College. De studenten kunnen dan bij de kleermakers een stage volgen, doorgroeien en wellicht weer zelf een onderneming beginnen in het pand.”

Wat is het verdienmodel achter dit idee?

“De functie van de kleermaker is juist een plek in het pand bieden waar de ontwerper voor technische ondersteuning en eventuele productie terecht kan. In de meest ideale situatie ontstaat er een productieatelier waar vijftig mensen aan het werk zijn om collecties te maken. Rotterdam wordt pas een modestad als de productie van kleding ook hier gedraaid kan worden. Dat is precies wat we willen bewerkstelligen met De Wasserij. Veel ideeën zijn nog in ontwikkeling. Zo denken we met het kernteam ook aan een zogenaamd Fab-lab, een ruimte waar duurdere en bijzondere machines zoals een 3D-printer maar ook goede naaimachines door iedereen gebruikt kunnen worden.”

Is er binnen het pand ook ruimte voor startende retailers om zich te vestigen?

“Daarvoor ligt De Wasserij net iets te ver uit de winkelroute. De loop zou niet goed zijn. Dat moet je dan als retailer ook niet willen, binnen de kortste keren ga je dan failliet.”

Het duurt nog even voordat De Wasserij in bedrijf gaat, waar houdt u zich op dit moment het meest mee bezig?

“Met het regelen van de financiering, een uitdagende taak. Banken vinden het een heel interessant project. Maar ik zou ook graag een andere ambitie in vervulling laten gaan: de huurders zelf een aandeel in het pand laten nemen. In de meest ideale situatie gaan we de tweede helft van dit jaar open. Ik probeer ondertussen aan te sturen op betaalbaarheid, zodat de huur ook laag blijft. Vanschagen Architecten, die ook verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het Deliplein en de Fenixloods in Rotterdam, helpt ons de kosten van de energie zo laag mogelijk te houden, terwijl het pand zijn eigenzinnige karakter behoudt. Zo hebben we zonnepanelen op het dak geplaatst en wordt warme lucht via de kruipruimte afgevoerd zodat dit de vloer weer verwarmd. We wilden heel milieubewust met onze energie omgaan. We moeten het zaakje nou ook weer niet zo mooi maken dat het onbetaalbaar wordt voor de huurders.”

Voor het realiseren van De Wasserij werkt Skar samen met Stipo, Stad2 en Vanschagen Architecten.

Beeld:De Wasserij

De Wasserij
De Wasserij Rotterdam
Olof van der Wal