Een maand later: hoe gaat het met de labels die debuteerden op Amsterdam Fashion Week?
bezig met laden...
In de aanloop naar Amsterdam Fashion Week sprak FashionUnited met de oprichters van de debuterende labels Tess van Zalinge, Lola + Lou, Anbasja Blanken en Kaho To. Elke ontwerper had zijn of haar redenen om op de modeweek te showen, en ook de verwachtingen die zij hadden voorafgaand aan hun show waren verschillend. Inmiddels is Amsterdam Fashion Week een ruime maand geleden, en is het tijd voor een terugblik. Hoe kijken de vier debutanten terug op Fashion Week, en heeft de modeweek hen daadwerkelijk dichter bij hun doel gebracht?
Kaho To: “Amsterdam Fashion Week was pas de eerste stap”
”Met mijn eerste collectie wilde ik laten zien wat voor een ontwerper ik ben, en terugkijkend op de show denk ik dat ik het de volgende keer anders zou aanpakken,” zei To. Met de jassen en broeken die tijdens zijn debuutshow voorbijkwamen is de ontwerper meer dan tevreden, maar bij een mogelijk vervolg zou To zich wel meer bezighouden met de productie van de show. “Ik heb de productie eigenlijk aan het productieteam overgelaten omdat ik niet beter wist, maar ik weet dat ik daar in de toekomst meer bij betrokken zou willen zijn.” Haastig voegt hij daaraan toe dat hij wel altijd streng naar zijn eigen werk kijkt: “Uiteindelijk is het natuurlijk allemaal goedgekomen.”
In plaats van lang stil te staan bij de modeweek, heeft de ontwerper zijn blik al snel weer vooruit gericht. Nadat Amsterdam Fashion Week was afgelopen, heeft de ontwerper twee winkels benaderd om te bekijken of zij mogelijk interesse hadden in het verkopen van zijn werk. “Mijn kleding zal dus over een aantal maanden in ieder geval te koop zijn bij Conceptstore 18 in Den Haag,” vertelt To. Met de tweede winkel die de ontwerper heeft benaderd staan nog gesprekken gepland, dus daar kan hij op dit moment niets over zeggen. Maar het feit dat hij nu al een eerste verkooppunt heeft, is wel een mijlpaal in zijn carrière. De ontwerper denkt dat hij zijn kleding ook wel bij de conceptstore had kunnen verkopen wanneer hij niet aan Amsterdam Fashion Week had meegedaan, maar toch ziet hij zijn deelname aan de modeweek als een pluspunt. “Fashion Week is in Nederland een bekende naam, en dat ik hier kunnen showen betekent dat ik echt door de organisatie ben uitgekozen. Dat zegt wel iets over je collectie.”
Maar voordat To’s collectie ook echt kan worden verkocht, wacht de ontwerper eerst nog een andere taak: het vinden van een fabriek. Toch is dat moeilijker dan het lijkt, want hoewel de ontwerper naar eigen zeggen geen strikte voorwaarden in gedachten heeft waar een fabriek aan moet voldoen, blijken veel fabrieken enkel in grote hoeveelheden te willen produceren om rendabel te blijven. “Mijn idee is om ongeveer tien stuks per item te laten produceren, maar het is tot nu toe heel moeilijk gebleken om een fabriek te vinden die zulke lage aantallen wil produceren.” Later is het wel de bedoeling dat de productie wordt opgeschaald, waardoor het werken met een fabriek voor To de beste optie is. Uiteindelijk is het echter niet zijn doel om de collectie bij heel veel winkels te verkopen, maar streeft hij ernaar zijn werk te zien hangen bij winkels die volgens hem goed bij het label aansluiten. Behalve de zoektocht naar een fabriek die zijn collectie kan produceren, is de ontwerper ook druk met het vinden van een sponsor. Voordat To aan de modeweek deelnam, twijfelde hij of hij zou kunnen doorgaan met zijn label, en inmiddels is wel duidelijk dat hij er zeker voor wil gaan. “Ik denk dat ik de komende jaren nog veel zal groeien als ontwerper, en dat ik ook in de toekomst vernieuwende maar draagbare kleding kan presenteren. Amsterdam Fashion Week was pas de eerste stap.”
Tess van Zalinge: “Fashion Week heeft meer gebracht dan ik had durven hopen”
”Fashion Week was als een rollercoaster: zo snel ging het,” blikt Van Zalinge terug op de modeweek. Samen met Business Director Malou van den Broek werkte ze maandenlang tot ‘s avonds laat in het Utrechtse atelier aan de debuutcollecties van Tess van Zalinge en Lola + Lou, en binnen een halfuur zat de show erop. Wel kijkt de ontwerpster tevreden terug op de modeweek. “Het liep voor mijn gevoel gesmeerd - precies zoals ik het voor ogen had.” Ook waren Van Zalinge en Van den Broek erg positief over de grote opkomst bij de debuutshows van Lola + Lou en Tess van Zalinge. In de zaal zaten niet alleen journalisten van bekende modetitels maar ook diverse inkopers die ze persoonlijk hadden uitgenodigd.
Bij het benaderen van inkopers hebben Van Zalinge en Van den Broek gelukkig ook hulp gekregen van mensen uit hun eigen netwerk. “Er waren uiteindelijk inkopers van verschillende winkels: van warenhuizen tot conceptstores en kleine niche winkels,” vertelt Van Zalinge. Daarnaast heeft de ontwerpster dankzij Fashion Week ook een belangrijke les geleerd: marketing en branding zijn minstens zo belangrijk als het creatieve gedeelte. Van aanvragen voor interviews tot fotografen die een kijkje backstage wilden nemen na de show: om aandacht zaten Van Zalinge en Van den Broek niet verlegen. Hoewel Van Zalinge vereerd was door de belangstelling, ervaarde ze het ook als intensief. “Ik had niet verwacht dat het zo hectisch zou worden.” De ontwerpster treedt naar eigen zeggen liever niet op de voorgrond, maar tegelijkertijd beseft ze dat dit wel belangrijk is om haar naam echt te vestigen. “Zo had ik voordat Fashion Week begon geen Instagram, maar we leven wel in 2016 en dan ontkom je er eigenlijk niet aan.”
De drukte van Fashion Week hebben Van Zalinge en Van den Broek inmiddels achter zich gelaten, maar stilzitten doet het tweetal zeker niet. De collectie van Lola + Lou is inmiddels in productie genomen, en Van Zalinge en Van den Broek hopen vanaf maart echt werk te maken van het verkopen van de collectie. “De reacties die we tot nu toe hebben gekregen waren allemaal positief. Het is echter te vroeg om er nu al iets over te zeggen.” Welke winkeliers het label mogelijk gaan verkopen, kan Van Zalinge vooralsnog dan ook niet vertellen. Voor designerlabel Tess van Zalinge is de ontwerpster momenteel vooral bezig met het herzien van haar bedrijfsplan, maar denkt ook al na over haar nieuwe collectie. Met haar debuutcollectie voor Tess van Zalinge hoopte de ontwerpster vooraf vooral op erkenning, en het feit dat inkopers geïnteresseerd bleken te zijn, is iets waar ze niet zozeer op had gerekend. Het is volgens Van Zalinge daarom belangrijk om nu ook het zakelijke aspect van haar label aandacht te geven: “Uiteindelijk moet het natuurlijk een goedlopend bedrijf worden.” De ontwerpster heeft na Fashion Week al contact gehad met diverse mensen die mogelijk in de toekomst iets voor haar kunnen betekenen. En hoewel ze in dit stadium over haar concrete plannen nog niets kan vertellen, ziet de toekomst voor de ontwerpster er zonnig uit. “Fashion Week heeft uiteindelijk meer gebracht dan ik had durven hopen.”
Anbasja Blanken: “Ik wil uiteindelijk een meester in broeken worden”
Wanneer Blanken terugkijkt op haar Fashion Week debuut, doet ze dat met een goed gevoel. “Als ik eraan denk dat we in korte tijd zo’n fantastische show hebben neergezet, kan ik daar alleen maar heel trots op zijn,” vat de ontwerpster het samen. Het heeft echter even geduurd voordat ze tevreden kon zijn met de show die ze halverwege januari heeft neergezet. “Het was een chaos, en daardoor kon ik na de show alleen maar zien wat fout was gegaan. Zo was ik bijvoorbeeld twee minuten voor de show nog een top aan het afwerken, en moest de top uiteindelijk de catwalk op terwijl een stukje van het borduursel niet af was.” Het publiek heeft er waarschijnlijk niets van gemerkt, en Blanken beseft inmiddels dat dit iets is waar ze zich niet te druk om moet maken. “Het is een kwestie van leren loslaten, denk ik. Ik ben nu gelukkig weer wat rustiger, en dat zorgt ervoor dat je met een heel andere blik naar dingen kunt kijken.”
Uiteindelijk denkt de ontwerpster dat haar deelname aan Amsterdam Fashion Week haar carrière zeker ten goede is gekomen. Het doel dat ze met haar debuutshow wilde bereiken, was het genereren van meer naamsbekendheid: iets waar ze naar eigen zeggen absoluut in is geslaagd. “Ik wilde dat mensen zouden weten: dat is Anbasja Blanken. Zodat als ik kan bekendmaken dat ik met iets nieuws kom, men ernaar uitkijkt en zich erop verheugt dat ik er weer ben.” De ontwerpster werd onder andere genoemd bij het tv-programma ‘Koffietijd’ en op modewebsite ’Independent Fashion Daily’. “Het is een eer als mensen positief over je spreken. Het is toch onwerkelijk dat heel Nederland mijn naam heeft gehoord bij Koffietijd, en ik hoop dat het nu vanzelf gaat rollen.” Nadat de ontwerpster even heeft kunnen genieten van volledige rust, is nu de tijd aangebroken om weer op volle kracht aan de slag te gaan. Het volgende project dat op de planning staat, is een samenwerking met een bedrijf waarvoor Blanken een collectie gaat ontwerpen. “Het is een leuk en jong bedrijf, en ik denk dat deze samenwerking heel leerzaam zal zijn.” Omdat de samenwerking zich nog in een prille beginfase bevindt, wil Blanken niet teveel kwijt over de precieze inhoud van het project. Het enige wat de ontwerpster kan vertellen, is dat het bedrijf waarmee ze in zee is gegaan bedrijfskleding produceert.
Blanken vindt het belangrijk om open te staan voor alle mogelijkheden die zich voordoen, en twijfelde dan ook niet toen ze werd benaderd voor haar nieuwste project. Wel koestert ze de droom uiteindelijk een eigen broekenlabel te lanceren waarmee ze brood op de plank kan brengen. In het maken van een volledige collectie gaat veel tijd zitten, maar uiteindelijk worden niet alle items even goed ontvangen. Gelukkig heeft de ontwerpster op haar debuutcollectie enkel lovende reacties gehad, maar liever richt ze zich in de toekomst op het item waar ze zelf het meest gek op is. “Ik wil een meester in broeken worden, en broeken maken die iemands lievelingskledingstuk worden. Zodat vrouwen die op zoek zijn naar een goede broek weten: bij haar moet ik zijn.”
Beeld: Team Peter Stigter, via UPR, PRBB en Kaho To