En de winnaar is... Anne Bosman, H&M Design Award 2012
bezig met laden...
Een prijs winnen is voor jonge ontwerpers een droom die in vervulling gaat en voor gevestigde designers de kroon op hun werk. Maar wat levert het eigenlijk op, zo’n award op je CV? FashionUnited.nl vraagt het de winnaars. In aflevering 1: Anne Bosman, de Nederlandse winnaar van de H&M Design Award 2012. Tijdens de finale in Stockholm behaalde hij met zijn kleurrijke mannenmode bijna dubbel zo veel stemmen als de overige finalisten. Hij won de publieksprijs. De mannenmodeontwerper ging naar huis met 5000 euro en een stage in Londen, bij Christopher Kane.
Wat verwachtte je toen je de prijs won?
“Het was de eerste keer dat H&M de prijs organiseerde. Ik had wel een
vermoeden dat het groot zou worden, maar dat het wereldwijd zo enorm werd
opgepakt niet. Ik wist dat er een stage aan de prijs was gekoppeld, dat
leek me wel wat. Verder was ik heel nuchter. Ik dacht: alles is mooi
meegenomen.”
Je hoorde dat je had gewonnen. En toen?
“Ik dacht: 'wauw, ik mag naar Londen'. Het voelde heel onwerkelijk. Het was
een publieksprijs, iedereen kon stemmen. Dus ik had al mijn
Facebookvrienden aangespoord op mijn ontwerpen te klikken. Uiteindelijk had
ik 600 stemmen, ik weet nog steeds niet waar ze vandaan kwamen, want zoveel
vrienden heb ik niet.
Voordat ik de publieksprijs won, had ik de Nederlandse ronde al gewonnen, daar zat een geldbedrag van 5000 euro aan vast. Toen schoot het voor het eerst door mijn hoofd dat ik naar Central Saint Martins zou kunnen gaan voor een masteropleiding, want 5000 euro is de helft van het collegegeld. Dankzij H&M en de stage zou ik eerst een maand kunnen kijken wat ik van de stad vond.”
Dus je bent met het geld een masteropleiding gaan volgen?
“Ja, het was geweldig. Central Saint Martins is echt een droom die is
uitgekomen. Zonder het geld van H&M en de studiebeurzen die ik kon krijgen
via het Prins Bernhard Cultuurfonds en het VSBfonds, zou dat nooit zijn
gelukt, financieel gezien.”
Waarom wilde je naar Central Saint Martins?
“Het is één van de beste opleidingen in de wereld. Nadat ik klaar was met
mijn bachelor in Arnhem wilde ik nog beter worden als ontwerper. Aan Artez
leerde ik vooral conceptueel denken. In Londen zat ik veel dichter op het
modesysteem, daar ging het om de shape van het seizoen.”
Wat heb je geleerd van je stage bij Christopher Kane?
“Vooral om mee te draaien in een Engels bedrijf. De sfeer was heel anders
dan bij Viktor & Rolf, waar ik ook stage heb gelopen. In Londen gaat alles
veel sneller dan in Nederland. Als ik toen via MySpace - dat had je toen
nog - hoorde over een nieuw bandje, kon je een week later naar het concert
dat om de hoek was.”
Wat deed je voor werkzaamheden?
“Ik werkte op het atelier. Verder mag ik daar officieel niets over zeggen.”
Wat was het mooiste moment van je stage?
“Eigenlijk was dat op de eerste dag al, toen mocht ik Christopher Kane een
hand geven. Hij was heel aardig. 'Welkom, hoe gaat het met je?' vroeg hij.
Ik hoor vaak verhalen over hoe afstandelijk ontwerpers zijn, maar
Christopher Kane is absoluut niet zo. Als hij de studio binnen stapte,
leefde het hele bedrijf op. Hij was altijd energiek. Ik heb ook nog nooit
iemand een kwaad woord over hem horen zeggen. Iedereen, ook op Central
Saint Martins, vindt hem een fantastische man. Hij heeft goede ideeën en is
ook heel aardig als persoon, heel normaal eigenlijk.”
Heb je nog connecties overgehouden aan de prijs, bijvoorbeeld
bij Christopher Kane of bij H&M?
“Nee, eigenlijk niet. Ik kwam wel eens ex-collega's van Christopher Kane
tegen tijdens het uitgaan. En ik had nog een tijdje contact met Elke Kieft
van H&M. Toen ze naar Stockholm ging om daar de pr voor & Other Stories te
doen, is dat verwaterd.”
Heb je, behalve Christopher Kane, nog een belangrijke
leermeester?
“Ja, Peter Jensen, hij is docent menswear aan Central Saint
Martins. Hij kon in een paar woorden dingen zo helder uitleggen, dan was
het echt een eye opener.”
Wat was zijn beste advies?
“Simple can be good. Een T-shirt kan al mooi zijn met de juiste
naad. Hij leerde me ook dat je nooit precies zal maken wat je in je hoofd
hebt. Stel ik wil een gele trenchcoat creëren, dan kan ik beter onderzoek
doen naar verschillende soorten trenchcoats en verschillende kleuren geel
en dat samenvoegen tot mijn trenchcoat. Je kunt beter loslaten wat in je
kop zit, en je openstellen voor nieuwe ideeën.”
Inmiddels werk je samen met Tom Renema aan je eigen merk,
Futura. Hoe gaat het daarmee?
“We stonden vorige maand voor het eerst op de Modefabriek. Dat was hartstikke druk. We
hebben één extra verkooppunt erbij door de beurs. De komende weken hebben
we afspraken met zo'n vier winkels in Nederland. Futura is onze toegankelijke lijn (met
minimalistische denims voor mannen red.), daarnaast werk ik aan de lijn
Anne Bosman. Bij die collectie houd ik geen rekening met de wensen van de
klanten, daardoor is alles extremer: de silhouetten, de afwerkingen, het
materiaal.”
Hoe zie je de toekomst?
“Ik hoop over vijf jaar een goedlopend modehuis te hebben, met de twee
lijnen Futura en Anne Bosman. En werknemers. Verder hoop ik dat de positie
van Nederland als modeland is verstevigd. Het zou geweldig zijn als
productiemogelijkheden weer naar Nederland verhuizen, zodat merken een 100
procent Dutch Made artikel kunnen afleveren. Zo doet Burberry dat in
Groot-Brittannië. Ja, dan betaal je 1300 pond voor een Engels ontwerp, maar
het geld blijft in je eigen economie.”
De volgende aflevering van 'En de winnaar is...' verschijnt op 16 maart