En de winnaar is... Elsien Gringhuis, Green Fashion Competition 2011
bezig met laden...
Een prijs winnen is voor jonge ontwerpers een droom die in vervulling gaat en voor gevestigde designers de kroon op hun werk. Maar wat levert het eigenlijk op, zo’n award op je CV? FashionUnited.nl vraagt het de winnaars. In aflevering 3: Elsien Gringhuis. In januari 2011 won ze de Green Fashion Competition en ging met 25.000 euro naar huis. Eerder sleepte Gringhuis al de Hema ontwerpwedstrijd en de Italia Mittelmoda Award voor Most creative collection of the year in de wacht. Ook werd ze verkozen tot Best Avant Garde designer bij de Europese modewedstrijd Createurope.
Je hebt meer dan één prijs gewonnen. Aan welke heb je
het meeste gehad?
“Aan de Green Fashion Competition. Niet alleen omdat het bedrag dat ik won
het hoogst was, maar ik won de prijs precies op het juiste moment. Ik was
twee jaar bezig met mijn label en stond voor het probleem dat ik niets kon
verkopen, omdat ik geen geld had om de productie voor te financieren. Toen
ik de prijs won kon ik echt aan de slag.”
Je studeerde aan Artez in Arnhem. Werd je daar gestimuleerd om
mee te doen met wedstrijden?
“Ja, het was bijna verplicht. Of niet echt verplicht, maar er werd wel vaak
verteld dat het heel leerzaam is om mee te doen met een wedstrijd. Zelfs
als je niet wint, want je ontmoet collega-ontwerpers en juryleden die vaak
internationaal zijn. Ik zou anderen wel aanraden om een wedstrijd uit te
zoeken die bij je past. Het kost namelijk veel energie om je te verdiepen
in de prijs.”
Hoe heb je de finale van de Green Fashion Competition beleefd?
“Het was eigenlijk een heel relaxte dag. Ik werd gevolgd door een
cameraploeg van actualiteitenprogramma Een Vandaag, maar daar had ik geen
last van. Die mensen lieten me gewoon mijn gang gaan en af en toe stelden
ze een vraag. Ik dacht: ik heb mijn best gedaan en ik zie wel hoe het
loopt. Toen ik had gewonnen was er ineens heel veel aandacht en pers. Later
op de avond zat ik alleen in de trein naar huis. Dat was een raar
contrast.”
Had je geen stress of zenuwen?
“Nou, op de dag zelf presenteerde ik drie outfits. Daar had ik geen stress
voor. Wel voor het businessplan dat ik een paar weken eerder had moeten
inleveren. Ik had nog nooit een businessplan geschreven en ik denk dat ik
er uiteindelijk wel een jaar over gedaan heb. Het was vooral lastig om in
cijfers te denken, dat was ik niet gewend. En het was ook confronterend,
want ik zag ineens hoeveel jurkjes ik moest verkopen om te kunnen leven van
mijn bedrijf. Ik had daar voor geen besef van marges en aantallen.”
Moest er veel geregeld worden?
“Dat viel wel mee. Ik had het geld vrijwel direct op mijn rekening en ik
was vrij om er mee te doen wat ik wilde. Alles was erg goed georganiseerd.”
Wat verwachtte je toen je de Green Fashion Competition won?
“Dat ik zou kunnen gaan produceren. En ook dat het veel deuren zou openen.”
Dus je hebt van het geld je productie gefinancierd?
“Ja, en ik ben naar beurzen gegaan, waaronder Pret-a-Porter in Parijs en
Premium in Berlijn.”
Coachingsgesprekken maakten ook deel uit van de prijs. Wat voor
tips heb je gekregen?
“Poeh, dan moet ik even diep graven. Ik heb onder andere gesprekken gehad
met Tony Tonnear van jeansmerk Kings of Indigo. Toen was alles nieuw voor
mij, hoe ik samples en patronen het beste kan aanleveren en wat voor
afspraken ik moet maken met productieateliers. Nu is dat allemaal
vanzelfsprekend en dagelijkse kost.”
De jury zei dat het zo knap was dat je in korte tijd een eigen
signatuur had neergezet. Was het moeilijk om een eigen handschrift te
ontwikkelen?
“Nee, eigenlijk niet. Ontwerpen is het leukst. Het is mijn passie, het is
de reden dat ik ben begonnen met mijn label. En ik weet meestal vrij goed
wat ik wil in dat opzicht. In mijn ontwerpen probeer ik altijd de kern van
het kledingstuk te raken, de essentie.”
Ben je door de prijs meer gaan nadenken over duurzaamheid?
“Niet door de prijs, want ik was er al bezig met duurzame materialen. Ik
ben wel steeds duurzamer gaan werken, dus alle stappen in het proces. Zo
verkoop ik nu ook duurzaam aan winkels. Dat houdt in dat ik geen
seizoenscollecties meer heb, maar een doorlopende collectie.”
Hoe reageren inkopers en winkeliers op je doorlopende collectie ?
“Veel winkeliers vinden het een verademing. Ik produceer lokaal - dat is
duurzaam en de communicatie gaat beter dan met mensen in het buitenland -
en retailers vinden het fijn dat ik daarom snel kan leveren. Als ze nog een
paar broeken willen bijbestellen, kunnen de kledingstukken binnen twee
weken in de winkel hangen. Als je seizoenscollecties hebt, worden orders
gebundeld, de manier waarop ik werk voelt veel natuurlijker. Ik verkoop
momenteel via een Noorse online winkel. Het idee is om pas te gaan
produceren als consumenten een bestelling hebben geplaatst. Ze moeten
gemiddeld vijf tot tien dagen wachten op hun pakketje, maar het voelt dan
wel speciaal en exclusief. Zo gaan we overproductie tegen.”
Wat is het belangrijkste advies dat je hebt gekregen in je
loopbaan?
“Heel cliché, dat je trouw moet zijn aan jezelf. In de branche willen
mensen van alles van je, ze trekken aan je. Als je dan niet stoïcijns je
eigen koers vaart, verlies je jezelf in het hele gebeuren. Al moet je ook
wel kijken naar de markt en daarin meebewegen.”
Elsien Gringhuis, first prize winner The Green Fashion Competition Season 1 from The Green Collective on Vimeo.
Botst dat niet?
“Nee, vind ik niet. Ik word bijvoorbeeld vaak gebeld door organisaties die
vragen of ik ga showen in het buitenland. Dat klinkt dan allemaal heel
glamoureus, maar je moet goed nadenken wat het oplevert. Je kunt namelijk
niet één keer een beurs of show doen, dat werkt niet. Je moet duidelijk
kiezen waar je in gaat investeren en een lange termijn visie hebben.”
Je hebt gekozen om te focussen op Duitsland. Waarom?
“Het is natuurlijk een grote markt. En in Duitsland is veel aandacht voor
duurzaamheid, al mag het qua stijl nog wat vernieuwender. We kijken ook
naar Zwitserland, Oostenrijk en Scandinavië, maar we groeien stapsgewijs.
Het kost nou eenmaal tijd om ergens voet aan de grond te krijgen.”
Hoe gaat het met je label?
“Heel goed en dat is toch wel bijzonder in deze moeilijke tijd, waarin de
retail het zwaar heeft. Wij groeien nog steeds en daar ben ik heel blij
om.”
Waar werk je momenteel aan?
“Aan de productie en aan de collectie. Nee, daar kan ik nog niets over
zeggen. Alleen dat ik net weer ben begonnen met ontwerpen en dat het voor
de doorlopende collectie is.”
Hoe zie je de toekomst?
“Ik hoop door te groeien. Over een paar jaar wil ik graag in Japan en de
Verenigde Staten verkopen. En een droom is om alles lokaal te doen, in een
studio zelf stoffen te maken. Maar dat is een plan voor later.”
Foto’ s: Peter Stigter, David Jagersma en Sabrina Bongiovanni