In gesprek over de UPV Textiel: dit staat de modebranche te wachten in 2023
bezig met laden...
De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) laat nog even op zich wachten. Eind november werd bekend dat het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat het wetgevingstraject niet op tijd rond krijgt voor 1 januari 2023. Er wordt verwacht dat de UPV Textiel in de eerste helft van 2023 ingaat. Wat gaat er in 2023 gebeuren?
FashionUnited schuift aan in een online rondetafelsessie met brancheorganisaties Modint en INretail, en adviesbureau FFact. Al snel blijkt dat 2023 het bouwjaar van de UPV Textiel wordt.
Vanaf het voorjaar 2023 worden alle producenten/importeurs van kleding, bed-, bad-, en tafeltextiel op de Nederlandse markt verantwoordelijk voor het inzamelen, hergebruiken en recyclen van textielproducten die ze op de markt brengen. Daarvoor moeten de producenten/importeurs een passend innamesysteem organiseren en financieren. Producenten/importeurs moeten monitoren hoeveel textiel wordt afgezet op de Nederlandse markt en hoeveel textielafval wordt ingezameld. Het monitoren stelt uiteindelijk vast of er wordt voldaan aan de doelstellingen van de overheid. Dat klinkt als een flinke klus.
- In 2019 schreven Modint en INretail het sectorplan Circulaire Keten Textiel, waarin de ambitie voor circulair textiel werd vastgelegd en spraken zij een commitment uit naar de overheid om de UPV op een doelmatige manier in te vullen.
- In 2020 publiceerde de overheid een Beleidsprogramma voor circulair textiel ‘20-’25 waaraan Modint, INretail en andere stakeholders hebben bijgedragen.
- In 2021 werd een concept Besluit UPV Textiel door het ministerie van I&W gepubliceerd.
- In 2022 werd de AMvB UPV Textiel als voornemen in de staatscourant bekend gemaakt, waarmee het officiële traject in gang is gezet. Doelstelling: het wetgevingstraject voor 1 januari afronden. Dat wordt nu de eerste helft van 2023.
2023 wordt het bouwjaar van UPV Textiel
Waar moet je als modebedrijf starten? Om te beginnen is de producentenorganisatie Stichting UPV Textiel opgericht door Modint en INretail. De producent/importeur is formeel gezien zelf verantwoordelijk voor het naleven van de nieuwe regels, maar de uitvoering mag gezamenlijk. Daarom kunnen textielbedrijven zich bij de producentenorganisatie melden om als collectief aan de UPV-verplichtingen te voldoen. Producenten/importeurs die aan de collectieve aanpak meedoen, leveren straks een bijdrage waardoor men voor de UPV-uitvoering gebruik kan maken van de bestaande infrastructuur van de gemeente. Daaronder vallen de textielbakken op straat die door inzamelaars worden geleegd en vervolgens worden gesorteerd voor hergebruik en recycling. Afzonderlijk is dat moeilijk te realiseren, merkt Marijn van der Maesen, adviseur bij FFact op. “Als je zelf een infrastructuur gaat organiseren, moet dat een landelijk systeem voor inzameling, recycling en hergebruik zijn. Via de collectieve aanpak worden afspraken gemaakt met bijvoorbeeld gemeenten, inzamelaars en recyclebedrijven. Dat is een enorm voordeel, want er wordt via die route al 35 procent hergebruikt en gerecycled.” Volgens van der Maesen is dat een goed vertrekpunt om over twee jaar 50 procent te hergebruiken en recyclen. In 2030 moet dat 75 procent zijn, volgens de doelen van de overheid.
Als gevraagd wordt hoe zo’n uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor kleding, bed-, bad-, en keukentextiel; eruit gaat zien, worden de UPV’s voor andere materialen zoals elektrische apparaten, batterijen en verpakkingen als voorbeelden gegeven. Bij deze systemen wordt ook gebruik gemaakt van de infrastructuur van gemeenten. Batterijen en apparaten worden bij 20.000 inzamelpunten in winkels ingeleverd. “De Stichting UPV Textiel wil voor de collectieve aanpak ook gebruik maken van de inzamelingsbakken die we al in het straatbeeld zien. Daarnaast zou inzameling in winkels een mooie aanvulling vormen op het behalen van de doelstellingen”, vertelt Van der Maesen.
- In 2023 wordt het wetgevingstraject afgerond en treedt de UPV Textiel in werking. Het jaar staat in het teken van het opbouwen van het systeem. Dit betekent dat er een structuur wordt ontwikkelt waarmee men méér inzamelt, hergebruikt, en recyclet om de doelstellingen te behalen. Dit wordt gerealiseerd door stakeholders zoals producenten, gemeenten, retailers, kringloopwinkels, inzamelaars, sorteerders en recyclers. Een onderdeel van het opbouwen van de UPV Textiel is een integraal kostprijsonderzoek naar de maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen te halen. Verder wordt gekeken naar een aanpak om consumenten te stimuleren om tweedehands kleding te kopen en meer textiel in de textielbak af te danken.
- In 2024 worden de systemen geïmplementeerd. Vanaf dit jaar moeten modebedrijven een eerste bijdrage leveren om het systeem operationeel te maken. Er wordt een indicatie gegeven van gemiddeld 0,03 eurocent per stuk. Deze indicatie wordt in 2023 aangescherpt op basis van een kosten/batenonderzoek. De gemiddelde bijdrage wordt gedifferentieerd in vier categorieën van omvang per kledingstuk.
- 2025 wordt het jaar waarin hergebruik- en recycledoelen worden gerealiseerd en betalen modebedrijven een bijdrage van gemiddeld 0,06 eurocent per stuk. Het doel is om in dit jaar vijftig procent afgedankt textiel te hergebruiken of te recyclen.
- In 2030 wil de overheid dat de sector 75 procent afgedankt textiel hergebruikt en/of recyclet.
Van der Maesen: “Een systeem moet je bouwen en dat kost flink wat tijd”
De opbouwfase is heel belangrijk, benadrukt Peter Koppert, senior consultant bij Modint. “Er wordt nu een potloodschets gemaakt waarbij de bestaande inzamelinfrastructuur van gemeenten het vertrekpunt vormt. In 2023 wordt duidelijk wat belangrijk is, wat werkt en wat niet werkt, om de ambitieuze doelstellingen te behalen. Daarbij kunnen we ook andere inzamelpunten toevoegen zoals inzameling in de winkel.” Een onderdeel wat van cruciaal belang is om een systeem te laten slagen, is volgens Van der Maesen het monitoren van het gewicht textiel dat wordt ingezameld, gesorteerd en vervolgens hergebruikt en gerecycled. Voor de UPV Textiel krijgt de sector te maken met twee monitoren: de eerste vindt plaats bij de producent. De producent moet jaarlijks een opgave doen van hoeveel textiel het bedrijf in de handel brengt- ook wel de put-on market genoemd. Nadat het textiel in de handel wordt gebracht, wordt het gebruikt door een consument die het textiel vervolgens naar de inzamelingsbakken brengt. Vanaf dat punt vindt de tweede monitoring plaats. “Na het legen van de inzamelingsbakken door dienstverleners, vindt er een weegmoment plaats”, vertelt Van der Maesen.” Dienstverleners krijgen de opdracht om iedere maand de kilo’s ingezameld textiel in te voeren in een systeem. Daarnaast moeten zij ook doorgeven wat er met het textiel gebeurt. Zo wordt een systeem operationeel, maar vraagt het wel twee jaar doorlooptijd om dit te ontwikkelen en te implementeren”, gaat Van der Maesen verder. De overheid eist dat de sector gaat monitoren, zodat de sector laat zien in welke mate wordt voldaan aan de verplichtingen. “Dat is straks te herleiden uit het monitoringssysteem dat wordt ontwikkeld. Als producentenorganisatie is dat nodig om vanaf 2025 namens het collectief met heldere data verantwoording af te leggen aan de overheid”, vertelt Paul te Grotenhuis, woordvoerder van INretail.
Producenten en dienstverleners moeten dezelfde taal gaan spreken
Uiteindelijk moet de UPV Textiel een state of mind worden voor producenten én recyclers. “Beide partijen moeten denken: natuurlijk is inzamelen, sorteren en hergebruiken nodig. Als we dat niet doen, kunnen we die grondstoffen nooit produceren”, vertelt Van der Maesen met een blik op de toekomstige, circulaire economie. Maar producenten spreken vaak nog een andere taal dan recyclers. “Het is dus van belang dat we alle partijen in de sector respecteren. En dat doe je door met ze in gesprek te gaan. Er vindt een hele grote professionaliseringsslag plaats door deze maatregel die de overheid oplegt. Dat realiseren wij ons ook. Daarom roepen we bedrijven op alle vragen te stellen die men heeft. Alleen dan kan men zo goed mogelijk geïnformeerd worden.”
Samenvattend roepen de brancheorganisaties op zich aan te sluiten bij de Stichting UPV Textiel. “Vanaf 2023 gaan we bouwen en dat gebeurt in overleg met de bedrijven. Hoe gaan we doelmatig een efficiënt systeem bouwen in 2023, is de vraag die we stellen”, aldus Koppert. In 2024 wordt het systeem geïmplementeerd. “Je loopt altijd tegen zaken aan die gefinetuned moeten worden. In 2025 zijn we volle bak bezig met alle doelstellingen en verplichtingen: inzamelen, sorteren, hergebruiken, recyclen en monitoren”, sluit Koppert af.
Altijd up-to-date met het modenieuws? Klik hier om u in te schrijven voor de Nederlandse nieuwsbrief