Li Edelkoort: ‘De mode is dood. Leve het kledingstuk.’
bezig met laden...
De beroemde Nederlandse trendwatcher Lidewij Edelkoort heeft het kwaad dat haar al enige tijd dwarszat uitgeroeid en de gehele modebranche in het strafbankje gezet. De scholen, de pers, de catwalks, kortom het hele systeem. Vorige week presenteerde Edelkoort in Parijs haar ‘Anti-fashion’-manifest, een korte en bondige tekst die zij zelf voorlas in een stampvolle (en uitbundige) zaal, voorafgaand aan de halfjaarlijkse trendpresentatie van haar bureau Trend Union met de nieuwe voorspellingen voor de herfst winter 2016/17.
Edelkoort wil vooraf wel eerst iets duidelijk maken: "Ik hou van mode, met heel mijn hart," zegt ze. Het was niet nodig om ons daaraan te herinneren: in 2008 heeft Time magazine haar niet voor niets uitgeroepen tot een van de 25 meest invloedrijke personen in de branche. Iedereen is het erover eens dat de stem van Lidewij Edelkoort ver reikt: het ontegenzeglijke succes van haar tijdschriften 'View on Colour' en 'Bloom' vormen het bewijs van het gehalte van haar creatieve voorstellen en de trendpublicaties voor de mode- en textielindustrie en de design-, binnenhuisarchitectuur, schoonheids- en welzijnssectoren, die zij persoonlijk elk half jaar samenstelt, worden wereldwijd gedistribueerd.
"Ons ‘fashion system’ is geheel obsoleet"
"Ik hou van de mode en daarom moest ik deze tekst schrijven die 'anti-fashion' heet," zegt Edelkoort. "In dit manifest constateer ik dat er een radicale verandering heeft plaatsgevonden in de mode die het huidige ‘fashion system’ geheel obsoleet heeft gemaakt." Het begint bij het onderwijs. Edelkoort: "De scholen en modeacademies blijven jonge leerlingen leren om catwalkdesigners te worden, diva’s. Men blijft hen doen geloven dat ze de missie hebben om een buitengewone persoonlijkheid te worden, die door niemand ooit geëvenaard zal worden. Met andere woorden, de scholen blijven het individualiteitsprincipe bijbrengen aan jongeren die in een wereld zijn opgegroeid met sociale netwerken, waarin alles gebaseerd is op het delen, op gezamenlijke creaties. Het is dus een feit dat het onderwijs op modegebied achterhaald is."
‘Een wereld zonder belangstelling voor textiel’
"Het is per slot van rekening voor het eerst in de geschiedenis dat de mode, die vooruit zou moeten lopen op de tijd, niet in staat is om zich aan te passen aan haar tijd", accentueert de trendwatcher. Men leert leerlingen om kleine Karls te worden, om zich bezig te houden met de modeshow, de catalogi, de communicatie, de foto’s. Dat alles in drie jaar. En uiteindelijk wordt er in deze drie jaar niet veel tijd besteed aan de kledingstukken, die zijn verworden tot slechts een van de vele onderwerpen." De situatie van de ateliers die geofferd zijn op het altaar van de globalisering maakt het leren van technieken nog moeilijker: "dat leidt ertoe dat men tegenwoordig fashion designers opleidt die de stoffen niet kennen, die niet weten hoe de textielindustrie werkt, noch hoe vezels reageren. Binnenkort zullen we alleen nog maar popeline en jersey kennen, voor de rest van ons leven. Dat vind ik angstaanjagend." Vandaar het belang om een nieuw studieprogramma voor te stellen dat tot een beter begrip leidt van de mechanismes met betrekking tot de stoffen van het seizoen.
Ook de pers krijgt lik op stuk met snijdende opmerkingen over het gebrek aan algemene kennis op moderedacties: "Ik heb bijvoorbeeld in belangrijke tijdschriften als Vogue of Marie-Claire jubelende aankondigingen gezien over de terugkeer van bedrukte stoffen. Doe jullie huiswerk, beste redactrices, en praat niet over bedrukte stoffen als het om jacquard gaat!"
De rest van het manifest komt uit dezelfde hoek: het publiek moet gewaarschuwd worden voor het feit dat goedkopere kleding (die – en dat noemt Edelkoort het toppunt van belachelijkheid – de luxe codes kopieert) gemaakt wordt in landen waar de arbeiders worden uitgebuit; het belangenverlies dat eruit voortvloeit voor de lokale knowhow; het onverantwoordelijke gedrag van de media die beroemheden ophemelen wanneer ze nooit twee keer dezelfde outfit dragen. Het feit dat designers er door marketing toe zijn gebracht om een kledingstuk te beschouwen als eenvoudig accessoire in dienst van andere accessoires, zoals tassen en schoenen. "Als jullie een lijst maken, zien jullie dat er geen ontwerpers meer zijn die echt mode creëren. En dat doodeenvoudig omdat de marketing de mode-industrie gedood heeft door die uit te buiten, door de designers een vreselijk stressvol bestaan te geven (ze moeten alles doen) waarbij hun originaliteit opgeofferd wordt; door de markt te verzadigen met producten die gemaakt zijn om mooie foto’s en veel ‘vind-ik-leuks’ te verkrijgen, ten koste van kleding gemaakt om te dragen."
En hoe staat het met de consumenten? Lidewij Edelkoort denkt dat de nieuwe generaties geen behoefte meer aan zullen hebben om in hun eentje een volledige exponentiële garderobe te bezitten. Ze citeert het voorbeeld van twee jonge Chinese vrouwen die niet genoeg geld hadden om beiden het ultieme zwarte droomjurkje te kopen en zonder aarzelen besloten om er dan dus samen één te kopen. Ook prijst ze projecten aan zoals de ’habibliothèque’, de kledingbibliotheek in Parijs die de mogelijkheid biedt om designerkleding te lenen tegen toegankelijke prijzen. Conclusie: "de kledingstukken zullen het antwoord zijn op het ontregelde fashion systeem. Een trend analyseren en conceptualiseren zal niet meer van belang zijn, tenzij men het doet vanuit een antropologisch en humanistisch oogpunt, tenzij men terugkeert naar de basisbeginselen van het ‘modevak’ met zijn nobele belangstelling voor stof en ‘snit’ zoals we zagen vóórdat de prêt-à-porter - de confectie - uitgevonden werd."
"Daarom zal ik het in de trendpresentatie van dit seizoen en in al mijn volgende presentaties niet meer hebben over mode – een concept dat geen reden meer heeft tot bestaan – maar over het kledingstuk."
Van onze correspondent in Parijs, Hervé Dewintre