Zo bestellen inkopers FW21: Sander van Buiten, manager en inkoper bij Arthur & Willemijn
bezig met laden...
Geen fysieke beurzen, grillige trendontwikkelingen en onzekerheid over de toekomst: het inkoopseizoen voor herfst-winter 2021 ziet er behoorlijk anders uit dan dat van vorig jaar. Hoe krijgen inkopers nu een beeld van de nieuwe collecties? Hoe laten ze zich inspireren, en waar gaan ze naar op zoek? Sander van Buiten, manager en inkoper van de gevierde Nederlandse modeketen Arthur & Willemijn, biedt een kijkje achter de schermen. Hij heeft de eerste inkoopsessie, voor het deel van de wintercollectie dat in het najaar wordt uitgeleverd, net achter de rug. In april gaat hij op voor een tweede ronde. “Ons belangrijkste criterium dit seizoen? Dat je er vrolijk van wordt en denkt: wow.”
In hoeverre is het inkoopproces dit jaar anders dan anders?
“Normaal gezien gaan we naar een Euretco-evenement, bezoeken we trendwatchers en gaan we naar de beurzen. Dat kon vorig seizoen al niet, en dit keer ook niet. De vorige keer hebben we in plaats daarvan zelf een tour gedaan: in drie, vier dagen alle merken langs. Dat was intensief, maar wel heel leuk. We hadden voor dit seizoen weer zoiets ingepland, we zouden eind januari bijvoorbeeld naar de Lijnden Fashion Tour gaan en de verschillende open dagen bij de merken, maar dat ging niet door. De besmettingen liepen halverwege januari enorm op. Het voelde niet goed om dan twintig merken langs te gaan. We hebben het inkoopproces toen maar helemaal online gedaan, via Facetime en Teams, met korte presentaties van merkvertegenwoordigers die de belangrijkste kleuren en stoffen aan ons lieten zien.”
Hoe was dat?
“Het was prima, maar vooral omdat er geen andere optie was. Ik vind het belangrijk om merken te zien, mensen te spreken, en ook een beetje te wennen aan het proces. Als je blind naar een inkoop gaat, moet je altijd inkomen. Bij de beurzen is meer ruimte voor die gewenning. Dan kun je rustig kijken, voelen, en de nieuwe trends op je laten inwerken.
“Zoom en Teams zijn superhandig voor dingen die je efficiënt wilt doen. Voor meetings, of als je kort dingen met elkaar wilt delen, is het perfect. Maar voor het onderhouden van een relatie, of een echt gesprek, is het niet zo geschikt. En je wilt de stoffen natuurlijk toch kunnen aanraken. Voor winkelen geldt hetzelfde, denk ik. Online shoppen is makkelijk als het je uitkomt, maar er gaat niets boven een fysieke winkelervaring. Voor bijbestellen en flash-inkoop werkt online wel, maar zeker je main collecties wil je gewoon zien.”
Hoe heb je je dit seizoen laten inspireren?
“Door trendpresentaties, zoals die van Christine Boland. Ook die heb ik online bekeken. De meeste presentaties zijn achteraf terug te zien, dus heb ik er meerdere op één dag ingepland. Dat was wel heel leuk. Dan zit je er echt in, en laat je je een dag lang helemaal inspireren. Lekker relaxed, vanaf je eigen locatie.”
Heb je bij andere merken ingekocht dan gewoonlijk?
“We hebben minder merken gesproken dan gewoonlijk. Al onze eigen merken natuurlijk wel, maar merken waar we over twijfelden, eerder niet. De merken die ik al heb, die ken ik. Ik ken de kwaliteit, het prijsniveau. Vanaf een beeldscherm kan ik van hun producten een redelijk goed beeld vormen. Terwijl: als je een merk niet heel goed kent, kun je met een online presentatie gemakkelijk een verkeerd beeld van het merk krijgen, in positieve of negatieve zin. Afgelopen winter kregen we gelukkig al een goede score met de merken die we hadden, dus we waren ook niet echt op zoek naar nieuwe merken ter vervanging.”
Wat zagen jullie afgelopen jaar in de vraag van klanten, en hoe is jullie inkoop daarop afgestemd?
“We zagen dat de vraag naar jurken in het afgelopen jaar terugliep, en dat men meer comfortabele kleding wilde. Als je daar eenmaal aan gewend bent geraakt, is de stap terug moeilijker. Mensen hebben geproefd aan verschillende dingen, zoals een pantalon met een elastieken band. Als dat werkt, waarom zou je dan nog een broek met een reguliere tailleband kopen? Mensen willen wel terug naar kantoor en naar de kleding die daarbij hoort, maar niet helemaal in dezelfde mate als voorheen.”
“We hebben zelf iets minder gekleed ingekocht, maar dat was altijd al een klein aandeel van onze collectie. Onze doelgroep bestaat vooral uit mensen die bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs werken, waarbij draagbare, toegankelijke kleding gebruikelijk is. Weinig klanten van ons zitten bijvoorbeeld in de financiële wereld.”
“Wel een belangrijk punt dit seizoen: we wilden kleding waar je meteen vrolijk van wordt als je ernaar kijkt. We verwachten versoepelingen in de zomer, dat is reden voor blijdschap. De kleding die in juli, augustus en september in de winkels komt te hangen moet die vrolijkheid uitstralen en niet somber of drukkend zijn. De kleding moet een bepaalde frisheid hebben en de klant inspireren.”
Twee belangrijke trends die worden genoemd zijn ‘roaring twenties’ en duurzaamheid. Is dat iets waar jullie op inzetten?
“‘Roaring twenties’ is een heel uitgesproken trend. Dat past minder bij wie wij zijn, we kiezen niet zo snel voor het extreme. Wat duurzaamheid betreft: dat is een verantwoordelijkheid die we als keten moeten nemen, van producent tot consument. Het is goed als er wordt nagedacht over de manier waarop het gemaakt wordt, maar dat is een lang proces. Daar zetten we elke keer een stapje in. Het belangrijkste zit hem in de manier van consumeren. Kopen om het kopen geeft soms een goeie kick, maar weggooien is echt zonde. Hoe duurzaam het item ook is, weggegooid is weggegooid. Dan maakt het niet meer uit of het van plastic is of niet, of hoe het is geverfd.”
“Uiteindelijk gaat het erom dat je als klant kleren koopt omdat ze juist zijn voor jou, niet omdat ze in de aanbieding zijn. Dat is ook ons concept ‘Beyoutiefull’ (ontwikkeld door Van Buiten en zijn vrouw Willemijn, red.): kleding die past bij wie je bent. Dat hoeft niet veel kleding te zijn, als je je er maar lekker in voelt, en je het goed kunt combineren. De eerste stap vanuit de consument, en ook vanuit winkels, zou dan ook moeten zijn: neem het adviseren serieus. Dat is een grote toegevoegde waarde van winkels, met name multibrand-winkels. Wat wij toevoegen aan het product, is advies. Ik vind dat trouwens sowieso een belangrijke vraag. Wat voeg je toe als retailer?”
Was er nog voorraad over van het vorige seizoen? Heeft dat invloed gehad op het inkoopvolume?
“We zijn de winter heel goed doorgekomen, voor de opruiming was er al zeventig procent verkocht. We hebben een week sale gehad en toen kwam de lockdown. Gelukkig hebben we een webshop, en daarop verkocht de sale goed door. Dat leverde zeker niet zoveel omzet op als onze zes winkels samen, maar daardoor hebben we in de winter wel goed doorverkocht. We hebben wel kritisch gekeken en bewust sommige artikelen niet afgeprijsd, zoals een zwarte coltrui of een witte blouse - items die je op een later moment nog kunt verkopen.
“Ik verwacht een goed seizoen, de vooruitzichten zijn beter. Ik denk dat de winkels in april weer open gaan, en dat er dan een lange zomer volgt. Vorig jaar liepen de besmettingen daarna weer op, maar na deze zomer zal dat hopelijk anders zijn. Dan kunnen we een normaal seizoen draaien.”
“We hebben dus wel meteen weer goederen ingekocht, zodat we een hele nieuwe winkel hebben als we opengaan. Juist nu is het belangrijk om te investeren, de oplossing is wat mij betreft: voorwaarts. Voor het winter seizoen hebben wel kritischer ingekocht, de items moeten echt top zijn. We willen dat klanten binnenkomen en denken: shit man, wauw!”
“Dat maakt onze branche mooi: je bent zo goed als je laatste collectie. Corona is rot, maar in de moderetail kun je een rotseizoen afsluiten en met een schone lei beginnen. We zijn geen techbedrijf of slager, die het hele jaar door hetzelfde product verkoopt. Aan het begin van elk seizoen sluiten we het vorige af en maken we een nieuwe, frisse start.”
Beeld: Sander van Buiten
Onderdeel worden van FashionUnited's B2B Marketplace? Inkopers en merken kunnen zich aanmelden via fashionunited.com/marketplace.