H&M wil hoger loon in Bangladesh

De Zweedse modeketen H&M heeft de regering van Bangladesh gevraagd het minimumsalaris

voor werknemers in de textielindustrie te verhogen. H&M CEO Karl-Johan Persson zat maandag met de minister-president van Bangladesh om de tafel.

De kledingketen wil dat de regering van het land, een van de armste van Azië, het minimumloon voortaan jaarlijks gaat herzien en afstemt op de inflatie. Als een goed systeem wordt gecreëerd en gehandhaafd, zal deze beter in de basisbehoeften van de werknemers en zorgen voor grotere stabiliteit op de markt. Dit op zijn beurt zou de samenwerking tussen arbeiders en inkopers verbeteren en zorgen voor meer productiviteit en efficiëntie in de textiel- en kledingsector, zo is H&M van mening.

H&M is sinds 1982 actief in Bangladesh. De modeketen produceert zelf geen textiel in het land, maar koopt dat in bij lokale fabrieken. Hoewel H&M voor veel fabrieken de belangrijkste opdrachtgever is, zou het bedrijf zelf geen salarisverhoging kunnen afdwingen. De regering van Bangladesh is het enige orgaan dat bevoegd is tot het minimumloon te verhogen.

Textielarbeiders in Bangladesh staken regelmatig uit onvrede over hun lage salarissen. Minimumloon voor textielarbeiders werd voor het eerst ingesteld in 1994 en dat is slechts twee keer herzien, in 2006 en 2010. Het minimumloon bedraagt volgens H&M iets meer dan dertig euro per maand.