• Home
  • V1
  • Columns
  • Denim-diploma’s – Reportage Jean School

Denim-diploma’s – Reportage Jean School

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

‘This school is my dream,’ riep Diesel-oprichter Adriano

Goldschmied alias ‘The Godfather of Denim’ toen hij hoorde over de eerste jeansopleiding ter wereld. Begin september is het zover: achttien leerlingen bijten het spits af op de Jean School in Amsterdam en zullen zich in drie jaar tijd bekwamen tot denim developers. FashionUnited woont de eerste gastcolleges bij en spreekt met initiatiefnemer James Veenhoff en de eerste lichting studenten over hun verwachtingen en toekomstplannen.

Bij alle kunstacademies ligt de focus op couture, maar de hele business draait om denim en casual

Ze volgen het productieproces van tekentafel tot verkoop, van plant tot klant

“Laten we één ding voorop stellen: eigenlijk zijn wij natuurlijk allemaal stikjaloers op jullie. In mijn tijd bestond zo’n opleiding nog niet.” Met die woorden begint Menno van Meurs, co-founder van de Amsterdamse denimwinkel Tenue de Nîmes, op donderdagmiddag zijn gastcollege. De studenten – een gemengde groep met een kleine meerderheid jongens – en een handjevol pers luisteren aandachtig. Wie een blik door de zaal werpt, telt 26 spijkerbroeken, 5 spijkerjasjes, 3 spijkeroverhemden en 1 spijkerrugzak. Geen slechte score. Hier zitten denimliefhebbers, dat is duidelijk. De oprichters zelf zijn nog beetje overweldigd: een wild plan is werkelijkheid geworden, de Jean School is er echt gekomen.
De opleiding is een krachtbundeling tussen jeansplatform House of Denim van James Veenhoff en het ROC van Amsterdam (ROCvA). In het gloednieuwe gebouw aan de Europaboulevard beschikken de studenten over een royaal atelier - met uitzicht over de stad - dat speciaal voor de nieuwe opleiding is ontworpen. Betonnen muren, industrienaaimachines, grote kniptafels en één indigoblauwe muur geven het lokaal een rauwe uitstraling. Bij de deur hangen drie klokken die de tijd in Amsterdam, Parijs en New York aangeven. Zodat het maar meteen duidelijk is dat de jeans-business een internationaal gebeuren is. Engels wordt dan ook de voertaal, maar vandaag zijn de gastlessen nog gewoon in het Nederlands.

Amsterdam jeanscapital
Hoewel de jeans oorspronkelijk uit Amerika komt, is het geen toeval dat de eerste jeansopleiding in Nederland opent. Holland is een jeansland. Gemiddeld heeft de Nederlander 5,4 spijkerbroeken in de kast liggen. We hebben daarmee de meeste jeans per hoofd van de bevolking in vergelijking met andere westerse landen. Hoofdstad van het beloofde jeansland is Amsterdam. Nederlandse merken bouwen er aan hun internationale succes en buitenlandse merken vestigen er hun design- of hoofdkantoren. Pepe Jeans, Levi’s Vintage, G-star, Scotch & Soda, Hilfiger Denim, Blue Blood, Kings of Indigo – allemaal hebben ze een kantoor in Amsterdam. James Veenhoff schat de omzet aan jeans en jeansgerelateerde mode in de regio Amsterdam op ten minste 3 miljard euro. Ook op de Modefabriek was het dit jaar te merken: in de nieuwe denimhal Blueprint bruiste het van de creativiteit er was een persmeeting onder naam ‘Blue Monday’. Denim is, kortom, diep geankerd in Amsterdam.

Hoog tijd voor een jeansschool dus, dacht Veenhoff ruim drie jaar geleden. Hij presenteerde zijn plannen voor House of Denim tijdens Amsterdam Fashion Week in 2009, het jaar dat hij afscheid nam als organisator. Aanvankelijk was het zijn plan om een jeansweverij te beginnen. Maar een school, daar zat de industrie eigenlijk nog veel meer om verlegen. “Al die merken hebben topmensen nodig. Die worden nu veelal intern opgeleid of uit het buitenland gehaald. Zonde, waarom leiden we die niet zelf op?” Mariëtte Hoitink van HTNK, een bureau voor recruitment en consultancy in de mode, merkt dat er volop vraag is naar praktische mensen die weten hoe ze met denim moeten werken. Als bestuurslid van de Jean School is zij nauw betrokken bij de invulling van het lesprogramma. “Als je erover nadenkt is het eigenlijk te gek voor woorden dat er nog geen gespecialiseerde opleiding op het gebied van denim bestond. Bij alle kunstacademies ligt de focus op couture, maar de hele business draait om denim en casual.”

Jeansliefhebbers
Of er onder studenten in spé genoeg animo was voor zo’n gespecialiseerde opleiding, was natuurlijk even afwachten. Maar belangstelling is er, bewijzen de dertig aanmeldingen. Volgend jaar zullen dat er ongetwijfeld nog veel meer zijn. Om toegelaten te worden is een vmbo-t diploma of een overgangsbewijs naar havo 4 vereist. Ook een intakegesprek maakt deel uit van de selectieprocedure. “We hebben uiteindelijk achttien leerlingen geselecteerd die stuk voor stuk enorm enthousiast zijn over denim,” vertelt Veenhoff - zelf van top tot teen in spijker gestoken. De gemiddelde leeftijd is 23 jaar, wat behoorlijk hoog is voor een mbo-opleiding. Sommigen hebben al een vooropleiding genoten of enige werkervaring in de mode, maar dat geldt zeker niet voor iedereen.

“Ik ben al sinds mijn vijftiende verliefd op jeans,” vertelt Niels Mulder (19). “Toen werkte ik in een jeanswinkel in Zwolle. Nu wil ik het product zelf leren maken. Hiervoor heb ik de opleiding Verkoopspecialist detailhandel niveau 3 gedaan, dus dit sluit perfect aan. Het meest verheug ik me op de gastcolleges en op de Modefabriek, waar we ons werk aan het publiek gaan presenteren.” Jamairo Nawas (17) brak zijn opleiding aan het Jan des Bouvrie College na een jaar af om naar de Jean School te gaan. Hij vermaakt zelf zijn spijkerbroeken, maar weet nog weinig over de geschiedenis ervan. Jeroen Schmeink (26) is één van de oudste leerlingen. Hij is blij dat de gemiddelde leeftijd wat hoger ligt dan bij de meeste mbo-opleidingen. Hiervoor studeerde hij Economie en marketing, maar hij wilde veel liever iets met zijn handen doen. De aankondiging van de Jean School deed zijn hart sneller kloppen. “Ik zat in de laatste lichting van de toelating. Die bestond uit een gesprek en het maken van een ontwerpschets. Gelukkig ben ik aangenomen.”

Van tekentafel tot verkoop
Een denim-diploma, wat houdt het precies in? “In drie jaar tijd leren de studenten alle ins en outs van het vak,” legt Veenhoff uit. “Ontwerpen, naaien, pasvorm, sales, weven, wassen en behandelen. Ze volgen het productieproces van tekentafel tot verkoop, van plant tot klant. De opleiding is heel praktijkgericht: grote merken als Levi’s, Hilfiger, Scotch & Soda en Denham participeren in het onderwijsprogramma door gastcolleges, opdrachten en stageplekken aan te bieden.” Ambacht, vakkennis, innovatie en duurzaamheid. Dat zijn de sleutelwoorden. Termen die ook bij de twee andere sprekers van vandaag terugkeren. Zo presenteert Wouter Munnichs van de blog Long John behalve een gastcollege ook een expositie in het lokaal. ‘Worn-out project’ toont iconische jeansmodellen van zes maanden tot achttien jaar oud. Alex Jaspers van Scotch & Soda en Amsterdams Blauw deelt zijn liefde voor denim met de studenten. “Doe allemaal even je ogen dicht. Denk aan het eerste album dat je ooit kocht. Aan je eerste vakantie zonder ouders. Je allereerste jeans, verpakt in een papieren tas. Het gehannes in de paskamer – verkoopster: ja de stof is nog wat stug, maar dat wordt beter, echt. Hou dat gevoel vast.” Wat de beide doorgewinterde denimfreaks natuurlijk bedoelen is: spijkerbroeken gaan lang mee en worden alleen maar mooier naarmate ze slijten.
Toch is het één van de meest vervuilende kledingstukken. De Jean School is de perfecte plek om de discussie over duurzaamheid opnieuw aan te zwengelen. “Het wordt niet alleen maar vintage en heritage wat de klok slaat,” benadrukt Veenhoff. “We moeten ook aan de toekomst denken. Nieuwe concepten voor een schonere, drogere industrie en daar hebben we slimme mensen met skills voor nodig. Motto: ‘Towards a Brighter Blue’.”

Mariette Hoitink komt met het idee om een archief van bijzondere jeanstukken aan te leggen en voegt meteen de daad bij het woord. Haar persoonlijke inbreng is een werkstuk dat ze in de jaren tachtig op de kunstacademie maakte: een spijkerjasje dat je omgekeerd hoort te dragen. Ooit geshowd in wijlen club Roxy met dj Joost van Bellen. Er belanden nog meer jeansschatten op tafel: een geplisseerde jurk van Daryl van Wouw, rechtstreeks uit Shanghai. Een Japanse indigokimono. Het legendarische Levi’s ‘Big E’ trucker jacket. De duurste spijkerbroek ter wereld (2000 euro, inclusief gouden knopen en verpakt in een speciale doos met Japanse tekens), waar de studenten na afloop allemaal even aan willen zitten. En Gluejeans, de eerste volledig gelijmde spijkerbroek. Hoitink: “Een prachtige verzameling die de veelzijdigheid van de stof laat zien.”

Diploma, en dan?
Met een diploma als denim developer op zak hebben de studenten het ambacht in de vingers. Ze kennen de branche, weten wat er te koop is en kunnen aan de slag in ontwerp-, ontwikkel-, inkoop- en productiefuncties. “Een eigen jeanswinkel met een private label, dat lijkt me het mooiste,” zegt Niels. “In Amsterdam bestaan die al, dus misschien wijk ik dan wel uit naar een heel andere stad.” Michael Bles (24, broer van stylisten Danie en Chantal Bles) heeft al een eigen denimlabel. Althans, hij is distributeur van het Italiaanse Purple de Nîmes in de Benelux. Waarom hij toch voor de Jean School kiest? “Om mezelf te verbeteren. Ik wil nog dieper in de stof duiken, zodat ik later ook kan helpen met het ontwerpproces. Komend seizoen neemt iemand mijn taken over, zodat ik me helemaal op de opleiding kan richten.”

Na twee uur is er een einde gekomen aan de eerste gastlessen. “Jullie zijn lucky bastards,” besluit Menno van Meurs. “Komende jaren mogen jullie iedere dag met jeans bezig zijn en het nog school noemen ook!” Dat het heus wel hard werken wordt – het lijkt zo simpel, twee pijpen plus vijf zakken, maar de spijkerbroek is toch echt één van de moeilijkste kledingstukken om te maken – daarover hoeven de leerlingen zich vanavond nog niet druk te maken. Met een wit Jean School T-shirt en een dikke denimbijbel onder de arm, nog een beetje overdonderd maar vol inspiratie, verlaten ze het lokaal. De eerste lesdag op de Jean School is een feit. “Volgende week is het feestje van Kings of Indigo, niet vergeten hè?” roept James Veenhoff hen na.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 4 van 2012
James Veenhoff
Jean SChool