Wehkamp zet in op slow fashion met i-did

“We gooien nooit wat weg bij Wehkamp”, zegt Jose Metz, Unit Manager Fashion & Sportswear bij Wehkamp. Trots kijkt ze rond in het atelier, waar naaimachines ratelen. Veel bedrijven zoals het in Zwolle gevestigde bedrijf kampen met restpartijen, kleding die niet meer verkocht wordt. Wehkamp is een

samenwerking gestart met het Utrechtse bedrijf ‘i-did fashion movement’. In het Utrechtse MVO-atelier van i-did worden van bestaande kledingstukken nieuwe accessoires gemaakt voor het eigen merk ‘Whkmp’s Own’.

“We zijn erg trots op de lancering,” vertelt Metz. “Aan het eind van het seizoen blijven er altijd restpartijen over, en die wilden we een tweede leven geven.” Ze benadrukt dat nooit iets weg wordt gegooid van restpartijen. “Nooit, het gaat over naar een opkoper of naar een ander doel.” De samenwerking met i-did was een logische stap. “Wij geven hun de restpartijen, zij maken er nieuwe producten van en vervolgens kunnen wij het weer verkopen.” De samenwerking is tweeledig: onverkoopbare producten krijgen een nieuw leven, en even belangrijk: het mooie concept van i-did wordt gesteund. Het Utrechtse bedrijf geeft mensen die al lange tijd werkloos zijn en aan de zijlijn van de maatschappij staan, de kans om een vak te leren en weer economisch zelfstandig te worden. Metz: “Je moet je voorstellen, er zijn vrouwen die al tien jaar thuis zitten, terwijl de kinderen naar school gaan. Nu zien ze dat ze talent hebben en iets kunnen.” Het doel van Wehkamp is niet om er winst uit te halen, maar als ze uit de kosten komen, is het ook genoeg. “We wilden dit project sowieso graag doen,” zegt Metz. “Bij i-did verwerken ze niet alleen restmateriaal tot prachtige producten, maar laten die ook nog in eigen land maken door mensen die niet vanzelfsprekend kans op de arbeidsmarkt krijgen. Zo beantwoordt i-did aan alle aspecten van duurzaam produceren.”

'Met i-did blijft het DNA van Whkmp’s Own intact'

“Dit project past goed bij Whkmp’s Own. Het merk geeft de ontwerper meteen een kader, want niet alles past erbij. Duurzaamheid staat hoog in het vaandel. Wel zo transparant mogelijk, we weten exact waar en hoe het gemaakt wordt,” vertelt Metz. “In de toekomst passen andere producten daar ook bij, zoals woonaccessoires. Omdat we een warenhuis zijn, kan je alle kanten op.” Als eerste stap in de samenwerking met i-did neemt Wehkamp.nl zeven tassen op in het assortiment van Whkmp’s Own. Het gaat om een aantal varianten van een clutch, een enveloptas en een field bag. Waarom werd Whkmp’s Own gekozen? “Own is ons eigen label, daar willen we accessoires bij. Het heeft een uitstraling die hierop aansluit, het is clean en tijdloos. Met deze lijn konden we het eigen handschrift uitbouwen. Daarnaast was er behoefte aan tassen.” Ontwerpster Daisy van Groningen: “Het hele DNA van Whkmp’s Own blijft intact.”

Bij de tafel liggen voorbeelden van het productieproces. “Ik ga eerst al de kleding 'uitknippen' en losse onderdelen uitleggen, kijken wat we aan materialen hebben”, legt Van Groningen uit. Daarnaast zoekt ze naar inspiratie op internet; beelden die laten zien wat er leeft en wat aansluit bij Wehkamp. Samen met het online-warenhuis wordt er aan de hand van moodboards gekozen voor de materialen en kleuren die het beste bij het handschrift van het Whkmp’s Own-label passen. “Na twee weken presenteer ik mijn ideeën aan Wehkamp en vervolgens heb ik twee weken om patronen te tekenen. Ik teken binnen- en buitenwerk, zodat alles er van beide kanten mooi uitziet.” Optimaal stofgebruik is het belangrijkste; spelen met de materialen die er zijn. “Dit leren jasje hadden we er eerst niet bij, vier stuks waren te weinig. We kunnen niet alles los fotograferen voor de site,” wijst Metz, “maar uit vier leren jasjes kan je wel veel leren hengsels halen. Zo kan je er toch wat mee.” Van massaproductie is geen sprake. “Er zijn ongeveer 30 tassen gelijk, het is echter niet te doen om unieke exemplaren online aan te bieden.”

I-did biedt naaiopleiding en werkervaring

De 'i-did slowfashion movement', zoals i-did voluit heet, is een initiatief van Mireille Geijsen. Ze richtte het bedrijf in 2009 op. In 2012 voegde de ervaren ondernemer Michiel Dekkers zich bij i-did, om bij te dragen aan het ontwikkelen van een redesign-oplossing voor restpartijen van Nederlandse modelabels. Dekkers: “Veel modelabels zitten daarmee. Ook zeggen ze ‘het is niet meer in de mode, het is alweer uit’. We maken daar andere producten van, een broek wordt een tas bijvoorbeeld. Inmiddels hebben we genoeg expertise in huis om bijzondere producten te maken.” Het concept voor i-did kwam vanuit een persoonlijke ervaring van oprichtster Mireille Geijsen. Ze had een Koerdische vriendin die in haar thuisland hoog was opgeleid, maar die kwam in Nederland maar niet aan de bak. “Ze mocht gewoon niet meedoen in deze maatschappij,” vertelt Geijsen, “ik kom uit de jaren zeventig, toen mocht iedereen altijd meedoen.” De grondslag van i-did is dan ook ‘insluiten maar niet uitsluiten’. “We zeggen hier niet van ‘jij werkt al zeven jaar niet, dus je zal wel niet kunnen werken’. Wij bieden een vakopleiding aan, in combinatie met een empowermenttraject, en werkervaring. In ruil voor de opleiding en het empowerment, zetten de ‘studenten’ zich twee tot drie dagen per week in voor ons.” Sinds deze zomer werkt i-did samen met de gemeente Utrecht om mensen aan het werk te krijgen. Ontwerpster Van Groningen: “We hebben 3-4 keer per jaar een nieuwe groep leerlingen erbij. De gemeente doet de halfjaaropleiding, en de i-did groepen zitten er een jaar. Na deze opleiding gaan mensen als naaister werken, soms een eigen bedrijf. De gemeente Utrecht selecteert de halfjaaropleiding-leerlingen. Anderen nemen zelf contact met ons op.”

Staat het slow fashion project niet haaks op de fast fashion van Wehkamp? Metz: “Je bent natuurlijk wel een commercieel bedrijf. We verkopen ook snelle labels, maar deze slow fashion labels ook. We hebben hier een brede bandbreedte in. De wereld zal er niet meteen door veranderen, maar het is een goed begin.” De nieuwe accessoirelijn van Wehkmp’s Own is vanaf nu verkrijgbaar.

Anne Buis