De Cloud, wat heeft de mode-industrie er aan?

De Cloud. Het begrip is voor velen net zo ongrijpbaar

als de letterlijke betekenis. Computers en lucht, al dan niet gebakken. Dat het niet meer weg te denken is begrijpen we allemaal wel. Wie gebruikt er geen telebanking, GMail, Facebook, Twitter, Nu.nl of FashionUnited.nl? Het zijn allemaal ingeburgerde websites. Als die morgen weg zouden vallen dan verandert de manier waarop wij communiceren met familie, vrienden en zakenrelaties. Ze dringen echter nog niet massaal door tot op de werkvloer, maken nog geen onderdeel uit van onze bedrijfsprocessen. Toch gaat dat volgens Softwear wel gebeuren. Niet alleen webshops maar ook winkels en leveranciers gaan in de toekomst veel intensiever gebruik maken van Cloud computing.

Stukje Cloud
De term Cloud computing wordt in verschillende contexten gebruikt. Zo kun je de servers die je traditioneel op kantoor had ‘in de Cloud’ zetten zoals b.v. bij Amazon.com. Je outsourcet zo een stukje infrastructuur, hoeft je geen zorgen te maken over hardware en als je meer servers nodig hebt is dat een kwestie van klikken en creditcards, meer niet. Heel veel verandert er echter niet. Je bent nog steeds zelf verantwoordelijk voor de software op die servers, databases, back ups, nieuwe versies e.d. De software die je gebruikt verandert er ook niet door. De software maakt dan nog geen gebruik van de Cloud.

Geheel Cloud
Anders wordt het als de software is geschreven om gebruik te maken van de voordelen die de Cloud biedt. Zo kan mobiele apparatuur veel makkelijker ingezet worden als de gegevens in de Cloud worden opgeslagen. Hoewel mobiele apparaten de laatste jaren enorm krachtig zijn geworden zijn ze niet geschikt om grote hoeveelheden gegevens te verwerken, beheren of te analyseren. Door de gegevens op te slaan in de Cloud kan dat wel. Kassa’s op iPads en bedrijfsvergelijkingscijfers op een mobiele telefoon zijn allemaal mogelijk vanuit de Cloud.

Informatie delen
Een ander voordeel is de mogelijkheid om informatie te delen die door anderen ‘in de Cloud’ zijn gezet. Je kunt denken aan fotomateriaal voor een webshop maar ook aan artikelinformatie, barcodes, verkoopprijzen en verkoopcijfers. Het is al jaren mogelijk om dergelijke gegevens onderling uit te wisselen met behulp van EDI berichten. In de praktijk wordt daar in de mode-industrie veel minder gebruik van gemaakt dan zou kunnen. Een van de redenen is de EDI standaard, of liever gezegd de vele standaarden. Zoveel dat partijen vaak al niet kunnen kiezen welke standaard te gebruiken laat staan ‘m succesvol te implementeren. Met de komst van Cloud computing kan de behoefte om gegevens op die manier uit te wisselen echter volledig overbodig worden, EDI volledig overbodig worden.

De Softwear Cloud
Softwear bouwt al haar systemen inmiddels ‘in de Cloud’. Op deze manier kan de software optimaal gebruik maken van de grote ‘wolk’ van gegevens die de programmatuur kan zien. Zo kan informatie die wordt ingevoerd in de Softwear Cloud beschikbaar worden gesteld aan alle gebruikers die daar belang bij hebben. Uiteraard bepaalt de eigenaar van de gegevens wie er gebruik van mag maken. Dat werkt veel efficiënter dan de traditionele werkwijze waarbij niet alleen de producent de artikelinformatie in zijn ERP systeem invoerde maar ook alle detaillisten die het product verkopen. Softwear streeft er naar dat de producent de enige is die de basisinformatie van een artikel vastlegt en dat alle gebruikers van die informatie daar gebruik van kunnen maken. Het is aan de gebruiker of hij die informatie wil verrijken/aanvullen. Gebruikers zijn niet altijd per definitie detaillisten, ook inkoopcombinaties en franchisegevers zijn gebruikers van dezelfde artikelinformatie. Vaak verrijken zij artikelinformatie voor analyse en bedrijfsvergelijking of passen inkoopprijzen en kleurcodes aan. Inkoopcombinaties en franchisegevers kunnen op hun beurt deze informatie weer beschikbaar stellen aan de leden en deelnemers. Het is dan niet meer nodig dat individuele detaillisten dezelfde informatie invoeren in hun administratie systeem.

Delen & minder handelingen
Het delen van informatie houdt echter niet op na het vastleggen van de basisinformatie van een artikel. Gedurende de hele levenscyclus van een artikel is de informatie over dat artikel voor meerdere partijen van belang. De bestelling die een detaillist plaatst bij een leverancier wordt traditioneel twee keer in een administratief systeem verwerkt. Eén keer als verkooporder bij de producent of agent en één keer als inkooporder bij de detaillist. In de Softwear Cloud is het echter eenvoudigweg een kwestie van het delen van die informatie tussen de betrokken partijen. Dit verhoogt de efficiency en nauwkeurigheid van het totale administratieproces. Ook informatie uit de logistieke keten kan op vergelijkbare wijze worden gedeeld. Zodra een zending wordt verscheept van de leverancier naar de detaillist is het van belang dat de detaillist hiervan op de hoogte wordt gesteld. Een administratieve last voor de leverancier die overbodig wordt in de Softwear Cloud. Daar kan deze informatie immers worden gedeeld zodat de detaillist automatisch wordt geïnformeerd over de logistieke processen die voor hem van belang zijn. Hij hoeft ze alleen maar te accorderen als ze een wijziging in zijn eigen administratie tot gevolg moeten hebben zoals bij het ontvangen van de goederen.

Delen & Samenwerken
Vaak eindigt hier de relatie tussen leverancier en detaillist. Eeuwig zonde! Er valt eigenlijk nog meer informatie te delen zowel in het belang van de detaillist als de leverancier, namelijk de verkoopdata van de winkelvloer. Elektronische kassa’s leveren een enorme informatiestroom op van verkoopgegevens maar blijven meestal binnen het systeem van de detaillist. Hij bestudeert de cijfers en gebruikt ze bijvoorbeeld om, in het geval van never-out-of-stock artikelen, nabestellingen te plaatsen. Die nabestellingen volgen vaak de omgekeerde weg als een initiële bestelling. Deze keer maakt de detaillist een inkooporder die moet worden omgezet naar een verkooporder of nabestelling in het systeem van de leverancier. Sommige never-out-of-stock leveranciers gebruiken hier web-portals voor waar de detaillist die nabestellingen kan invoeren. Dat lost het invoerprobleem bij de leverancier wel op maar niet bij de detaillist, die moet nog steeds de bestelling in zijn eigen systeem invoeren. In de Softwear Cloud komt zo’n bestelling in beide systemen terecht zodat ook hier de informatie maar 1x verwerkt hoeft te worden. Nog efficiënter wordt het als beide partijen deze informatie gewoon met elkaar delen. De inkooporder die al dan niet automatisch bij de detaillist wordt gemaakt kan met de leverancier worden gedeeld, geen handwerk, geen EDI.

Delen & analyseren
Het delen van verkoopinformatie is niet alleen relevant voor detaillist en leverancier. Ook deelnemers als inkoopcombinatie en franchisegevers, brancheorganisaties en marktmonitoren hebben belang bij de verkoopcijfers van de bij hen aangesloten leden. Zij kunnen op basis van die gegevens helpen bij het opstellen van inkoopadviezen, het samenstellen van collecties etc… Traditioneel worden hele zware en vaak onnodig dure communicatiesystemen gebouwd om verkoopinformatie van de winkelvloer te verwerken en te communiceren om ze vervolgens te gaan consolideren om bedrijfsvergelijkende cijfers te produceren. Dat terwijl al die gegevens al lang netjes bij elkaar in de Softwear Cloud aanwezig zijn en het analyseren slechts een kwestie is van het op de juiste manier met elkaar delen, of een deel ervan, al naar gelang partijen met elkaar afspreken. Delen dus, dat is de toekomst volgens Softwear. Delen van infrastructuur en gegevens. Dat levert een veelvoud aan gegevens voor een deel van de lasten.

Softwear brengt mode experts dichter bij elkaar!

Alle mogelijkheden die de online wereld biedt, gecombineerd met 25 jaar ervaring in de modebranche, retail & wholesale, komen samen in het Softwear systeem.

Meer informatie of een offerte op maat:

Softwear B.V.
Tel. (+31) (0)75 7630650
E-mail: sales@softwear.nl
www.softwear.nl



Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Fashion Business Guide 2013.