Goud voor Sylver

Vijftien jaar lang voerden Annelies en Kees Boijenk met hun Boijenk Modegroep het

agentschap van bekende merken als Nice Connection, Blacky Dress en Brax. Onlangs kozen zij exclusief voor Sylver. “De mix van stijlen maakt dit label anders dan andere labels.”

We zitten kort op de markt zodat we precies weten wat de klant wil

“We willen het alle aandacht geven die het verdient,” legt Annelies Boijenk in de grote, sereen ingerichte showroom van het label Sylver uit. Het merk zit er nog maar net in haar volle bezetting; in januari verhuisden alle afdelingen naar deze vijfhonderd vierkante meter tellende ruimte op de twaalfde verdieping van het World Fashion Center. Daarvoor was hier alleen het verkoopgedeelte gevestigd en bevonden styling, logistiek en productievoorbereiding zich ergens anders. Maar zo, dicht bij elkaar, zijn de lijnen korter en kunnen de verschillende afdelingen goed met elkaar communiceren. Voorheen hadden Boijenk en haar man verschillende labels in hun agenturenportfolio, zoals Taifun, Brax dames en heren, Blacky Dress, Nice Connection, Didier Parakian en ook Sylver. De showroom in het WFC was toen meer dan twaalfhonderd vierkante meter groot, maar zoals gezegd: Sylver verdient vanaf nu alle aandacht en dus werden die labels elders ondergebracht. Boijenk: “Mijn man en ik geloven erg in Sylver. Daarom zijn we een nieuwe weg ingeslagen.” Behalve op Annelies Boijenk drijft Sylver op de ervaring van twee andere vakvrouwen, die hun sporen in de mode hebben verdiend. Samen met oprichter Carolien van Stigt en styliste Brigitte Reinalda vormen zij nu een drie-eenheid. Boijenk: “Drie vrouwen die al dertig jaar in het vak zitten hebben zo hun krachten gebundeld.”

Sylver is voor de leeftijdloze vrouw die er modieus uit wil zien, maar ook waarde hecht aan comfort en luxe. De tegenstrijdige combinaties en mogelijkheden van vrouwelijk en stoer, zacht en ruig geven het merk haar unique selling point. “De mix van stijlen maakt dit label anders dan andere labels,” zegt Boijenk. Zo zitten er in één collectie bikerjasjes, blazers geïnspireerd op het overhippe Balmainjasje - van leer én van dikke jersey - maar ook rokjes met een lieve bloemenprint, jersey shirtjes, wollen vesten en leren rokjes. En dat allemaal in maten 36 tot en met 46. Bang er niet in te passen hoeft men niet te zijn; De maatvoering en pasvorm sluiten perfect aan bij het lichaam van de Nederlandse vrouw. Misschien wel het meest opvallend is het feit dat de verschillende leveringen qua stijl en kleur in elkaar overlopen. Althans, dat is het streven. Zo kan de consument enkele maanden later alsnog een bijpassende top of rok aanschaffen.

De twee hoofdcollecties worden geleverd in drie verschillende etappes, die alle op zichzelf ook goede combinaties vormen. De najaarscollectie 2010 bestaat uit groepen in drie schakeringen: een gekleurde groep, de ‘grijzen’ en de bruin-/taupekleurige levering. En toch passen de leveringen onderling ook weer bij elkaar. Een bloemmotiefje, ruitje of anderszins herkenbaar detail is altijd wel weer ergens terug te vinden.

Dat het merk, dat pas drie jaar in de Benelux te koop is, in die tijd al behoorlijk is gegroeid, is niet zo gek. Door goed te luisteren naar de suggesties van de inkoper wil men het label optimaliseren. Boijenk: “De zwakke en sterke punten worden met verkoop, styling en productie besproken. En zo wordt er invulling gegeven aan een unieke nieuwe collectie, die goed presteert in doorverkoop en marge (2.55, red.) en invulling geeft aan de nieuwe koers waar niet alleen boetiek en speciaalzaak maar ook de modehuizen naar op zoek zijn. We zitten kort op de markt zodat we precies weten wat de detaillist wil.” Op die manier zijn al enkele doorslaggevende wijzigingen doorgevoerd. Twee extra collecties per jaar bijvoorbeeld. Boijenk: “Er was een detaillist die graag meer levertijden wilde. Zo ontstond het idee voor de hoogzomer en midwintercollectie.” Deze worden sinds kort – hoogzomer sinds twee seizoenen, midwinter dit jaar voor het eerst - geleverd.

Belangrijk is dat behalve vóóraf de seizoenen ook achteraf aan een analyse worden onderworpen. Daarbij concentreert het bedrijf zich voornamelijk op Nederland. “We zijn erg met de Nederlandse markt bezig, dat maakt het makkelijker.” Wat overigens niet wegneemt dat Sylver niet in het buitenland verkocht zou kunnen worden. Naast de inmiddels 150 klanten - van boetieks tot (mode)warenhuizen - in eigen land, zijn er ook in België dertig tot veertig verkooppunten. En Duitsland begint nu voorzichtig aan geïnteresseerd te raken. Maar het streven is toch vooral uit te breiden in eigen land, op plaatsen waar dat nog kan natuurlijk. Over een eigen Sylverwinkel is Boijenk duidelijk: “Nee. Laten we doen waar we goed in zijn.” De bedoeling is de komende tijd de collecties verder te professionaliseren en internationaliseren. Maar, "step by step", zegt Boijenk. “Het bedrijf maakt zo’n groei door dat het zonde zou zijn die niet onder controle te houden.” Eerst maar eens de nieuwe werkvloer inwerken en dan is er voor de negen mensen die het bedrijf draaiende houden vast weer snel een nieuwe uitdaging.

Het Nederlandse label Sylver levert vier collecties per jaar. De twee hoofdcollecties (voor- en najaar) bestaan uit 170 items. De kleine, hoogzomer- en midwintercollecties uit een item of vijftig. Tezamen zorgen de vier collecties per jaar voor acht levermomenten. In de hoofdcollecties zit altijd een jerseyprogramma, dat bestaat uit tunieks, shirts, jurkjes en rokken. Dit programma is er in acht verschillende kleuren. De actuele voorraad bevindt zich op het kantoor in het WFC in Amsterdam. Daaruit kan de klant bijbestellen en heeft het zo binnen enkele dagen in huis.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad mei 2010.