• Home
  • V1
  • Columns
  • Mode als ambacht - Cultuur

Mode als ambacht - Cultuur

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Columns

Een groeidiamant. Dat is de vergelijking die modecurator Ninke Bloemberg trekt als ze uitlegt

hoe de tentoonstelling over Iris van Herpen in het Centraal Museum tot stand kwam. ”Naarmate we het meer aandacht gaven, kreeg het idee steeds meer body. Uiteindelijk groeide het idee uit tot een royale tentoonstelling.”

De eerste keer dat Iris van Herpen haar werk officieel presenteerde aan de Nederlandse modewereld was tijdens de Amsterdam International Fashion Week in de zomer van 2007. Wat ze toen liet zien, in de kleinste zaal die het evenement rijk was, week af van het doorsnee programma. Ze vertoonde outfits van opengewerkt leer met een zwiepende vissenstaart of met grote vleugels. Een gouden jurk waarvan het leek alsof hij was gevangen in visnetten en een gigantische pruik van kunstig gedrapeerde zijdedraden waaruit twee grote hoorns priemden. Een zwart gewaad van loshangende zijden draden, die bij elkaar werden gehouden door een riem. De verrassingen hielden maar aan. Zelfs de schoenen die de modellen droegen, waren helemaal volgestikt met ontelbare draadjes, die bij het lopen heen en weer bungelden als paardenstaarten. Het was een magische collectie die iedereen die erbij was, betoverde. Nu, vier jaar later, kan een groter publiek kennis maken met het hartveroverende werk van de ontwerpster.

Het Centraal Museum presenteert tot en met 9 oktober 2011 ‘Het nieuwe ambacht; Iris van Herpen en haar inspiratie’. Verspreid over vier zalen, een oppervlak van in totaal circa vijfhonderd vierkante meter, wordt het werk van Van Herpen gekoppeld aan toegepaste kunstwerken afkomstig uit de 16e tot en met de 19e eeuw die behoren tot de eigen collectie van het museum. “We hadden natuurlijk gewoon kunnen kiezen voor kostuumhistorie als leidende draad, maar het werk van Iris is óók toegepaste kunst. Dat willen we met deze tentoonstelling laten zien,” licht Bloemberg toe.

De tentoonstelling groeide gaandeweg, vertelt ze. Aanvankelijk was het niet de bedoeling om zo groots uit te pakken en wilde het museum alleen de nieuwe aanwinsten laten zien. “Het begon als een klein project, maar het leek een groeidiamant. Naarmate we het meer aandacht gaven, kreeg het idee steeds meer body. Uiteindelijk groeide het idee uit tot een tentoonstelling met meerdere facetten.”

De snelheid waarmee Iris van Herpen –geboortejaar 1984- naam maakte is opzienbarend; in 2006 studeerde ze af aan de kunstacademie in Arnhem en al vrijwel meteen reisde haar werk af naar Japan. In 2007 presenteerde ze tijdens de Amsterdam International Fashion Week haar collectie ‘Fragile Futurity’. Vervolgens werd ze uitgenodigd shows te geven in Londen, Berlijn en elders en won ze vele prijzen. Sinds dit jaar is ze officieel gastlid van het ‘Chambre Syndicale de La Couture’, het instituut dat ontwerpers benoemt tot haute couturiers.

Ondanks al dat succes is de ontwerpster bij het grote publiek nog niet zo bekend, denkt Bloemberg. Vandaar de tentoonstelling, die behalve de esthetiek van de ontwerpen ook het vakmanschap erachter probeert te belichten. Een video waarop de ontwerpster wordt geïnterviewd geeft in aanvulling daarop extra informatie over Van Herpen zelf en over haar drijfveren. “We zijn op zoek gegaan naar de verhalen achter het werk,” legt Bloemberg uit, “zodat de bezoekers worden geprikkeld om verder te kijken dan het mooie plaatje.”

Niet dat het mooie plaatje op zichzelf niet indrukwekkend genoeg is. De ontwerpen van Van Herpen blinken uit in fantasievolle vormen en zijn op zichzelf al spectaculair. Maar het zou simpelweg zonde zijn niet te belichten dat achter het vaak futuristische voorkomen van de creaties klassiek handwerk schuilgaat en een onconventioneel, en dus vaak vernieuwend, gebruik van materiaal.

Neem bijvoorbeeld de zwarte leren jurk uit de collectie ‘Mummification’, die in de tentoonstelling wordt getoond. De stroken leer waaruit de jurk is gemaakt, zijn vakkundig met de hand aan elkaar genaaid. En het goudleer uit een van haar andere ontwerpen; dat materiaal werd in vroeger tijden gebruikt voor behang –waarvan tijdens de tentoonstelling een voorbeeld te zien is uit de 18e eeuw. “Deze materialen en technieken zijn niet nieuw, maar Iris laat zien dat ze nog wel actueel zijn,” verduidelijkt Bloemberg. “Iris van Herpen staat voor een wisselwerking tussen vakmanschap en innovatie met techniek en materialen. Ze combineert ambacht met het experiment. Ze gebruikt metaal, kunststof en andere – voor een modeontwerper – ongebruikelijke materialen.” Andere topstukken uit de museumcollectie die als achtergrond dienen voor het werk van Van Herpen zijn bijvoorbeeld een boekenkast van C.A. Lion Cachet en 17de-eeuws zilver van de gebroeders Van Vianen.

Voor het opstellen van het project onderhield de conservator van het Centraal Museum nauw contact met Van Herpen zelf. Zo bleek dat een van de dingen die Van Herpen karakteriseren haar liefde is voor het creëren van een nieuwe vormentaal. Om dat te bereiken schrikt ze niet terug om gebruik te maken van ingewikkelde technieken. “Alles wat Iris doet is hightech, maar ook handwerk. Aan de stukken zijn dagen, weken zelfs, gezeten.”

Ook voor mensen die alle catwalkshows van Van Herpen in de afgelopen jaren zagen, heeft de tentoonstelling verrassingen te bieden. Onder de ontwerpen van Van Herpen die in Utrecht worden getoond zijn niet alleen stukken die eerder te zien waren op de catwalk, maar ook meerdere spectaculaire kostuums die ze maakte voor dansvoorstellingen. Zelfs Bloemberg zelf, die de tentoonstelling neerzette, heeft nog niet alles gezien: Speciaal voor de tentoonstelling maakt Iris van Herpen namelijk een nieuw ontwerp, dat tot stand is gekomen via een 3D-printer. “Dat werk heeft niemand nog gezien, dus ook voor ons is het een grote verrassing,” zegt Bloemberg. Om inzicht te geven in deze nieuwe technologie hebben we dit proces vast laten leggen, en zal er een 3D printer – op schaal - op zaal zijn.

Een deel van het werk uit de tentoonstelling is in bezit van het museum. Dit jaar schafte de curator namens het museum drie stukken van Van Herpen aan, vorig jaar ook al twee. “Wat ons erin aanspreekt, is dat ze een heel eigen signatuur heeft. Juist door haar zoektocht naar een nieuwe vormentaal, is haar werk uniek. Ze zoekt samenwerkingen met anderen, en laat zich ook door anderen inspireren.”

Dat aspect van het werk van Iris van Herpen wordt uitgebeeld door het werk van kunstenaars als Kris Kuksi, Nanine Linning, Stephen Jones, Bart Hess en Irene Bussemaker. Het is hierdoor een zeer persoonlijke tentoonstelling geworden. Zeker wanneer je Van Herpen hoort vertellen op video: "Het is voor mij een droom om met kunstenaars te werken die mij inspireren. Samen met anderen mode weer terug te brengen naar een waardevol product door op zoek te gaan naar nieuwe vormen, materialen en technieken." Haar semi-aanwezigheid geeft het geheel iets magisch.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 5 van 2011
Centraal Museum
Cultuur
Iris van Herpen
mode als ambacht