• Home
  • V1
  • Columns
  • Mode uit Japan

Mode uit Japan

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Uniqlo, harajuku girls, Comme des Garçons; Zomaar wat prototypen van wat de Japanse

mode vermag. Of het nou gaat om massaproductie, creativiteit of couture, in de mode is Japan op elk vlak een speler van formaat. Dat is een tentoonstelling waard.

In het artikel ‘The Philosophy of Fashion’ constateerde de filosoof Georg Simmel dat er “een wijdverbreide voorliefde” bestaat voor “het importeren van mode van buiten.” En hij concludeerde: “zulke uitheemse modes krijgen een grotere waarde binnen een bepaalde sociale kring, simpelweg omdat ze hier niet vandaan komen.”

Dat van die voorliefde lijkt te kloppen in het geval van Japan, want na een kennismaking met Japan op de Wereldtentoonstellingen van 1862 in Londen en 1867 in Parijs deden prompt de parasols, de waaiers en de kimono’s hun intrede in het Nederlandse modebeeld. Overblijfselen van die rage zijn te bezichtigen op de tentoonstelling ‘Wat van ver komt’: Zoals bijvoorbeeld de schilderijen van onder anderen Willem De Zwart en George Hendrik Breitner -die beiden meisjes in kimono’s schilderden. Ook zijn er historische zijden kimono’s uit die tijd, voorzien van fijn borduursel in de vorm van bloemen of kraanvogels, opgesteld in vitrines. Er zijn zelfs oudere exemplaren; het oudste is een verbazingwekkend goed geconserveerde Japanse rok (een kamerjas waar de kimono model voor stond, red.) uit 1743, die bedoeld was voor de toenmalige bruidegom Johan Verstolk.

Aanleiding voor de tentoonstelling in het Haagse gemeentemuseum is het thema van dit jaar voor het centraal schriftelijk eindexamen voor VWO-leerlingen met het vak tehatex (tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen): de wederzijdse invloed van Japan en China op het Westen. Speciaal voor die leerlingen en andere geïnteresseerden organiseerde het museum een cursusreeks over het thema.

De Stijlkamers van het gemeentemuseum zijn deze winter ingericht met kunstwerken uit allerlei disciplines. Behalve de bijzondere installaties van de Japanse kunstenaar Toyoko Shimada bevat de verzameling ook stukken van hedendaagse modeontwerpers uit Japan. De meest spectaculaire mode-items die deel uitmaken van de tentoonstelling zijn de T-vormige overjas van Issey Miyake uit 1995, een jurk met sjaal uit 1990 van Rei Kawakubo en enkele jurken van Yoshiki Hishinuma. Aandacht voor het verleden en de traditie is er in de vorm van beschilderde zijdes uit de achttiende eeuw, traditioneel handbeschilderde kimono’s en geborduurde kimono’s voor de Westerse rijkelui.

In de Japanse mode is veel veranderd sinds de kimono’s in de negentiende eeuw de gemoederen in de Hollandse modewereld bezighielden. In 1977 trad Hanae Mori – van wie in de tentoonstelling helaas niets te zien is- als eerste Japanse ontwerper toe tot de Chambre Syndicale de la Haute Couture in Parijs; een teken dat mode uit Japan voor vol werd aangezien. Daarbij weet de Japanse mode zich -vanaf het moment dat Rei Kawakubo en Yohji Yamomoto debuteerden op de Parijse catwalks, in 1981- verzekerd van wereldwijde aandacht.

De Japanse stijl wordt vaak omschreven als avant-gardistisch en inspirerend. Rei Kawakubo bijvoorbeeld, zou veel ontwerpers hebben geïnspireerd, onder wie Belgen Martin Margiela, Ann Demeulemeester en Helmut Lang. De oprichtster van het modelabel Comme des Garçons, heeft als wens nieuwe waarden en een ander schoonheidsideaal neer te zetten en doet volgens dat streven onderzoek naar de functie en vorm van kledingstukken en probeert deze te ‘herdefiniëren’ door de conventionele manier waarop een kledingstuk wordt bekeken los te laten en er een andere vorm aan te geven. Dat levert natuurlijk spectaculaire en ongewone stukken op, die soms nog maar weinig lijken op kleding.

Het zijn echter niet de meest spectaculaire stukken die het gemeentemuseum heeft gekozen uit het assortiment van de Japanse modekunstenaars. Wellicht is het juist doordat de vorm van de kledingstukken niet zoveel aandacht opeist dat er meer ruimte is om de technieken waarmee ze zijn vervaardigd te bewonderen. Dat sluit wonderwel aan op de koers van de jongste generatie ontwerpers uit Japan die ervoor kiezen terug te grijpen op de traditionele technieken waarmee vroeger de kimono’s werden gemaakt; in plaats van te kiezen voor het spektakel van hun voorgangers.

Heeft mode uit Japan de kleding in het Westen beïnvloed? Ongetwijfeld. Maar hoe precies, dat valt lastig af te leiden uit de kimono’s en de catwalkcreaties op de tentoonstelling ‘Wat van ver komt’. Daar staat tegenover dat de exotische stukken - die nog in het gemeentemuseum van Den Haag te bezichtigen zijn tot en met maart 2011- wel erg bijzonder zijn; en leuk om naar te kijken. De mode uit Japan mag dan tegenwoordig volledig geaccepteerd zijn in de Westerse mode-industrie, het blijven stukken die van ver komen. En het enthousiasme over dingen die afkomstig zijn van verre bestemmingen blijkt onverminderd hoog.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 1 van 2011
Japan