• Home
  • V1
  • Columns
  • Monsterverkopen: Een niet te stoppen fenomeen?

Monsterverkopen: Een niet te stoppen fenomeen?

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Columns

Met de komst van steeds meer monsterverkopen

neemt de ongerustheid onder detaillisten toe. “Uitholling van de modesector,” vindt Gerard Röling van Modehuis Blok. “Een niet te stoppen fenomeen,” volgens Anna Liss, initiatiefnemer van The Fashion Lisst. “Stock en sample sales zijn er in het buitenland al jaren.”

Voor geen goud wil ik tussen die graaiende mensen winkelen. Maikel Horn

Het eerste weekend van april. De Rai is afgehuurd voor de ‘grootste stock & sample sale van Europa’. Een idee van voormalig AmFi-studente Anna Liss (26), uitgevoerd in samenwerking met televisiemaker Mauritz Briët, goede vriend en onder andere producent van de eerste drie series Hollands Next Top Model. Beiden beschikken over een enorm netwerk in de mode- en televisiewereld. Zij omdat ze half Amerikaans is, en tijdens haar studie werkzaam was op de ontwerpafdeling van Anna Sui in New York, hij als conceptbedenker bij televisieproducenten als Endemol en Eyeworks. Het tweetal ziet al jaren hoe in het buitenland buiten het gezichtsveld van de winkelier, tientallen merken worden samengebracht in een outlet om kledingrestanten van voorgaande seizoenen van de hand te doen gedaan voor dumpprijzen. Business as usual.

Fun
In Nederland besluit Anna, die dan net als merchandiser voor een internationaal bedrijf gericht op jongeren gewerkt heeft, haar idee groots ten uitvoer te brengen, onder het motto: ‘ondernemen is doen’. Ze weet veertig merken bij elkaar te brengen die mee willen werken aan rechtstreekse verkoop aan de consument, zonder tussenkomst van de detaillist. Het gaat uitsluitend om monsters en voorraden van voorgaande seizoenen, geen collecties die nog in de winkels hangen. In de Amsterdamse Europahal moet onder het genot van een hapje en een drankje, ongestoord op koopjes kunnen worden gejaagd. Shoppen is fun.

De communicatie wordt ingezet op consumenten, zelfs sites als Gossipqueen.nl en RTL Boulevard besteden er aandacht aan. Wie droomt er nou niet van een scherp geprijsd shoppingwalhalla waar confectie en high end naast elkaar voor het grijpen liggen? Sla je slag! De belangstelling is enorm. Zo’n tienduizend bezoekers komen op het driedaagse evenement in de Rai af.

Maar de handel blijkt ongerust. Is ook niet goed geïnformeerd. En reageert via Facebook bij ondergetekende, met de vraag wat hier nou eigenlijk aan de hand is? Marc van Geuns, eigenaar van het gelijknamige kledingagentuur, vindt het afbreuk doen aan zijn merken, “als die op zo’n monsterverkoop liggen.” Maikel Horn, van Maikel Horn Modeagenturen, vindt dat wel meevallen. “Het publiek dat afkomt op een monsterverkoop, is niet de klant die je doorgaans in de winkels treft. In die zin sla je als merk twee vliegen in een klap en is het een te verwaarlozen probleem.”

Horn ging zelf een kijkje nemen in de Rai, nadat hij op Facebook had gelezen dat het plaatsvond. “Voor geen goud wil ik tussen die graaiende mensen winkelen, en mijn klanten/doelgroep ook niet. Die stellen toch meer prijs op persoonlijke aandacht en het aanschaffen van nieuwe, nog niet gedateerde kleding, tijdens het seizoen.”

Wat Horn wel zorgen baart is het umfeld dat een evenement als The Fashion Lisst probeert te creëren. “Er is muziek, een hapje, je kan je voeten laten doen, kortom shoppen wordt leuk gemaakt. Daar ben ik wel op tegen. Als mensen voor dumpprijzen kleding kopen, moet het ongemakkelijk zijn, in een beetje slecht uitgelichte hal wat mij betreft, alles lekker op elkaar gestapeld. Het moet beslist niet net zo een geriefelijke ervaring zijn als shoppen in de winkel, dan geven we als ondernemers het verkeerde signaal af.”

WFC
Naast de monsterverkoop in de Rai, die nu wegens succes een tweede editie krijgt dit najaar, is er ook nog de tweejaarlijkse monsterverkoop in het World Fashion Centre. Ondernemer Marc van Geuns een doorn in het oog, omdat hij vindt dat consumenten niet thuishoren in een groothandelscentrum. “Het hele jaar door lopen hier mensen door het WFC die hier niets te zoeken hebben en het gros denkt hier gewoon terecht te kunnen om kleding te kopen. Van heinde en verre trekken gedurende die weekenden tienduizenden mensen naar het WFC om te komen winkelen, en het management werkt hier maar wat graag aan mee omdat de inkomsten gigantisch zijn en voor de meeste ondernemers onmisbaar zijn geworden.”

Van Geuns erkent het probleem van de grote voorraad monsters, waarmee ook hij elk seizoen kampt maar waarover hij wel goede afspraken heeft kunnen maken met zijn leveranciers. “Ik pleit ervoor dat de monsterverkoopdagen van het WFC buiten ons terrein worden gehouden, ergens in een aparte ruimte. Dan is het voor de consument duidelijk dat ze hier, buiten die weekenden om, niet kunnen kopen.”

Maikel Horn, voormalig bestuurslid van de huurdersvereniging WFC, vindt dat het probleem groter wordt gemaakt dan het is. “Alle merken en agenten moeten van hun monsters af. Maatseries die op monsterverkopen verkocht worden is een slechte zaak. Die moeten, al dan niet afgeprijsd, naar onze klanten toe. Maar om monsterverkoop buiten het WFC te organiseren, kost handen vol geld. Als ik kijk hoeveel tijd wij kwijt zijn om de showroom om te bouwen als er een monsterverkoop plaatsvindt, dan lijkt het me logistiek ondoenlijk om dat op een externe locatie te doen. Oude monstervoorraden, we verkopen ze helaas niet allemaal, moeten uit kelders worden gehaald, alles moet apart worden geprijsd, rekken zo neergezet dat men er makkelijk omheen kan lopen. Nee, het lijkt mij geen goed plan.”

Van Geuns erkent de extra workload die zijn idee met zich meebrengt, maar zou het ook fijn vinden als zijn collega’s niet al die voorraden uit winkels trekken om in het WFC tegen inkoopsprijs plus 30 procent aan het publiek te slijten. “Ik weet dat iedereen van zijn monsters af moet, maar om nou ook de voorraden van winkeliers te gaan verkopen. Hoe denk je dat een retailer dat vindt? En die heeft het al niet makkelijk!”

Van Geuns vindt dat er afspraken gemaakt zouden moeten worden met de winkelier, zodat die de monsters tegen een voordelige prijs kan overnemen. “Ben je meteen van dat probleem van de consument in je groothandelscentrum verlost. Die kan de monsters dan tegen dumpprijzen in de winkel kopen. En met een beetje mazzel koopt hij ook nog iets uit de nieuwe collectie. Verdient de detaillist er ook nog wat aan.”

Uitholling
We toetsen de mening van Van Geuns en Horn bij Gerard Röling, eigenaar van Blok Mode. Hij is het roerend eens met Van Geuns en vindt de monsterverkopen in het WFC uitholling van de bedrijfstak. “Tuurlijk is het misschien niet míjn klant die daar in het WFC loopt te shoppen, maar de broek die ze daar kopen voor weinig, kopen ze ook niet meer bij een andere detaillist. Het is gevaarlijk voor de hele sector. En de consument begrijpt er niks van. Die schildert de winkelier af als een stelletje geboefte dat alles twee tot drie keer over de kop doet, terwijl ze het in het WFC voor inkoop kunnen halen. Dat werkt niet.”

“Wat Horn zegt vind ik een doekje voor het bloeden. Dat is een eufemistische manier, om slecht nieuws goed te brengen. Er wordt gewoon te veel geproduceerd door fabrikanten. Die zouden hun planning beter moeten afstemmen op de consument. Dan zijn er ook minder voorraden en kun je paal en perk stellen aan deze praktijken.”

Niel van Vuuren, eigenaar van Van Vuuren Mode BV: “Ik vind monsterverkopen een noodzakelijk kwaad, waar ik niks aan kan doen maar waar we wel last van hebben. De monsterverkoop in het WFC wordt misbruikt om voorraden te verkopen. Er wordt entree geheven om binnen te komen, parkeergeld, etc. Noem het dan geen monsterverkoop, het is gewoon parallelimport en dus oneerlijke concurrentie. Wij hebben een aantal winkels in de buurt van het WFC, maar eerlijk is eerlijk, tijdens zo een weekend, verkoop ik geen kledingstuk minder. Sterker nog, als het daar druk is, is het bij ons ook druk.”

Ook Horn kan dat beamen. “Ik vraag mijn klanten in de omgeving van Amsterdam altijd of ze tijdens zo een samplesale weekend minder hebben verkocht. Het antwoord is altijd nee.”

Helaas was het management van het WFC niet bereikbaar voor commentaar. Ondanks meerdere toezeggingen is een reactie wegens ‘tijdgebrek’ uitgebleven.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 5 van 2011
monsterverkoop
Sample Sale