• Home
  • V1
  • Leads
  • Curator: ‘Jean Paul Gaultier feminiseert Rotterdam’

Curator: ‘Jean Paul Gaultier feminiseert Rotterdam’

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Leads

In de Kunsthal in Rotterdam is dit weekend de expositie ‘The fashion world of Jean Paul Gaultier: From sidewalk to catwalk’ geopend. Aan de hand van 140 creaties, tal van schetsen en modefoto’s neemt het museum bezoekers mee door

de carrière van de Franse couturier. Van zijn teddybeer met de allereerste coin bra en zijn wereldberoemde creaties voor Madonna tot zijn baanbrekende mannenrok. FashionUnited sprak curator Jannet de Goede over de samenwerking, hoe het Red Light District in de expositie terecht kwam en waarom Gaultier zo goed bij Rotterdam past.

Waaro
m Jean Paul Gaultier in Rotterdam?

“Omdat hij veel betekend heeft voor de mode. Hij is een enfant terrible – hoewel we dat niet meer mogen zeggen, zeggen we toch iedere keer weer. Ik moet dan meteen denken aan de houding van Rotterdam. De stad staat ook een beetje bekend als de Pietje Bell van de kunstwereld. Gaultier is ook iemand die de boel flink opgeschud heeft. Bovendien zijn zijn creaties wonderlijk mooi, hij zit precies op de rand tussen echte fashion en, zoals de titel ook omschrijft, de straat. Wij zoeken die grens als museum ook voordurend op. Een modeontwerper die naar ons idee gezien moet worden.”

De expositie is tot stand gekomen in samenwerking met het Montreal Museum of Fine Arts. Hoe was Gaultier bij het proces betrokken?
“Hij is vooral heel erg bezig geweest met het vertellen van zijn verhaal. Thierry (Loriot, hoofdcurator van het project, red.) is aangesteld om de tentoonstelling te maken en hij heeft met Gaultier bedacht dat het geen retrospectief zou worden. Wat wordt het dan wel? Zo zijn ze op het idee gekomen om zes ruimtes in zes thema’s in te delen en daar zijn de creaties bijgezocht. Gaultier is als het ware de créateur van de tentoonstelling.”

De expositie is vrij persoonlijk ingericht. Gaultier spreekt bezoekers letterlijk toe via een bewegende mannequin en ook de muurteksten zijn vanuit zijn perspectief geschreven. Geen elitaire, afstandelijke benadering die musea doorgaans hanteren.
“Nee, want dat is hij ook helemaal niet. Verre van zelfs. Het is een heel benaderbare man. Hij is open en vertelt graag over zichzelf. Hij is daar net als in zijn mode helemaal niet terughoudend in. Het is een genereuze ontwerper. Hij is exorbitant, hij is barok, hij is over de top en zo is hij zelf ook. Niks blijft geheim. Zijn ontwerpen zijn ook uit het hart, ze gaan om de persoon zelf die daar achter zit. Vandaar dat er voor deze aanpak is gekozen.”

De sprekende poppen en bewegende catwalk zijn innovatieve manieren om mode tentoon te stellen. Waarom hebben jullie voor deze aanpak gekozen?
“Het kan bijna niet anders dan zijn werk op deze manier te laten zien. Het probleem van presenteren van mode is natuurlijk dat op het moment dat je het op de pop hangt, het dood is. Bij Gaultiers' werk is dat ook zo, terwijl zijn ontwerpen juist moeten bewegen, dat is net theater. We wilden bezoekers dan ook letterlijk in zijn wereld laten lopen. Achter glas zou zijn werk doodvallen, dat zou vreselijk zijn. Het liefst zou je voortdurend mannequins in zijn creaties voorbij moeten zien lopen.”

Er is een Ne
derlandse draai aan de expositie gegeven, onder andere in de vorm van een Red Light District en een ruimte met werk van Nederlandse fotografen.

“Er zijn er nog wat meer, zoals modellen met sigaretten. Dat mag in Amerika helemaal niet. Dat was wel grappig. Thierry vroeg of het publiek zich daardoor niet beledigd zou voelen. 'Nou nee Thierry', zeiden wij, 'je kunt hier best een sigaret laten zien.' Dat was in Amerika not done. Ook is er een aantal extra matrozen, omdat we hier nu eenmaal in een havenstad zijn, en hebben we klompen aan een ontwerp toegevoegd. Thierry is de archieven ingedoken en heeft daar klompen met studds gevonden. Dat is een blijvende toevoeging aan de collectie.

Het Red Light District is begonnen als grapje. In Montreal was in die ruimte – die gewijd is aan tatoeages en huidachtige kleding – een vrij harde, koude wereld gecreëerd met een soort stellingkast. Het is vrij duidelijk dat Gaultiers punkontwerpen bij graffiti horen en de catwalk bij zijn Parisiennes, maar ik merkte aan Thierry dat het vrij ingewikkeld was om de SM-kant fantsoenlijk en mooi te presenteren. De makers zijn Canadezen en het Red Light District spreekt enorm tot de verbeelding voor buitenlanders, dus het idee begon als een soort grapje. 'Zullen we dat doen? Oeh, oeh, hi hi'."

In de openingstoespraak van directeur Emily Ansenk kwam ook de sociale laag in Gaultiers werk als focuspunt naar voren. Gaultier ontwerpt vanuit een droomwereld of utopie waarin iedereen gelijk is, ook in geslacht. Waarom is dat een belangrijke focus?
“Dat is ook een van de redenen waarom Gaultier Rotterdam geweldig vindt. De stad is een soort melting pot, zijn creaties zijn dat ook. Hij pakt overal dingen vandaan ter inspiratie en sculptureert daarin zijn eigen creaties. Die sociale bewogenheid, voelt hij heel erg bij de Hollanders. Wij zijn, en zeker Rotterdam, een heel interculturele stad. En ik vind het geen utopie wat hij neerzet. Hij pakt echt de schoonheid van anderen en andere culturen: van Frida Kahlo tot de Joodse, Italiaanse of Spaanse samenleving. Hij laat juist zien dat er alles schoonheid zit, zoals hij ook altijd zegt. Tot en met de vuilniszak aan toe.”

Dat sluit inderdaad aan op Rotterdam.
“Ja, want Rotterdam is heel erg een werkstad, bijna down to earth zou je kunnen zeggen. Wat ik zelf verschrikkelijk leuk vind is dat er nu overal blauw-witte korsetten opgehangen worden, terwijl wij een beetje een stoere stad zijn, met havenarbeiders en noem maar op. Gaultier zorgt voor een feminisering van de stad en het in vragen stellen van het mannelijke beeld van de stad. In zijn handtekening aan het begin van de expositie schrijft hij ook ‘Rotterdame’. Dat vind ik heel leuk.”

De expositie wordt inderdaad groots aangepakt met de Bretonse strepen metersgroot om de Euromast heen en de pop-upstore in de Bijenkorf. Waarom is daar voor gekozen?
“Toen we partner van de expositie werden, wisten dat het een duur project zou worden, dus zijn we onmiddelijk op zoek gegaan naar partners in de stad. We hebben onder andere bij Thalys aangeklopt. Hoewel Parijs geen venue van de tentoonstelling is, is Gaultier wel een Parijse couturier en wij zijn vanuit Parijs gemakkelijk te bereiken met de Thalys. Zij zagen dat meteen zitten. En Rotterdam Marketing, de organisatie achter de stad Rotterdam, zag ook dat het iets groots zou gaan worden. Zo zijn we gaan uitpakken. De Bijenkorf, het Manhattan hotel, we hebben allerlei partners.”

Wat hopen jullie dat de expositie teweeg brengt?
“Ik hoop dat veel mensen het gaan zien. Ik vind het ook absoluut de moeite waard. Ik ben zelf kunsthistoricus, geen modehistoricus, maar ik ben volstrekt betoverd door zijn werk. Je raakt door de expositie volledig in de ban van Gaultier. Ik hoop dat het heel veel mensen inspireert. Jonge ontwerpers, maar ook gewoon mensen die van mooie kleding houden.”

Lees later deze week op FashionUnited.nl een uitgebreid verslag van de expositie 'The fashion world of Jean Paul Gaultier: From sidewalk to catwalk', die nog tot 12 mei 2013 te zien is in de Kunsthal in Rotterdam.

Foto 1: Pierre et Giles / Rainer Torrado
Foto 2: Rainer Torrado
Foto 3: Emil Larsson

Jean Paul Gaultier
Kunsthal