De Kleine Fabriek: 'De segmenten zijn door elkaar gehusseld'
bezig met laden...
De Kleine Fabriek, het zusje van de Modefabriek viert de twintigste editie met een frisse aanpak. Deze editie zijn alle segmenten door elkaar gehusseld. “Het zijn geen heel grote veranderingen, maar wel heel welkome en zichtbare veranderingen,” zegt Merel Bunnik, assistant general manager van Modefabriek. In plaats van de area’s en platformen waar merken voorheen bij werden ingedeeld zijn de exposanten deze wintereditie op leeftijdsgroep, sfeer en stijl ingedeeld. "Dit zorgt voor een verrassingseffect. Bezoekers gaan vaak naar een bepaald segment dat zij verkopen en bezoeken alle andere niet. Nu lopen ze misschien wel tegen een segment aan dat hen ook aanspreekt," zegt Sabine Heideveld, communicatie en pr voor de Kleine Fabriek.
Wanneer je binnenkomt is het eerste wat je ziet een groot, licht en open presentatieplatform waar de kleine, speciale, nog onbekende merken hun collecties showen. Daarachter is een kamer voor presentaties gebouwd. Hier worden lezingen en trendpresentaties gegeven. Vier jaar geleden heeft de Kleine Fabriek dit geïntroduceerd. “Toen we daarmee begonnen was het nog heel klein en werden de lezingen in een soort stand gehouden. We hadden ook al heel leuke onderwerpen, alleen leek het alsof winkeliers daar nog niet helemaal aan toe waren. Dan moest je de mensen er bij wijze van spreken in duwen en ervan overtuigen dat het leuk en interessant was. Nu merk je dat mensen daar echt op af komen. Ze mailen ons al van te voren of ze zich kunnen inschrijven voor een bepaalde lezing,” vertelt Bunnik. Ze vertelt dat de lezingen en presentaties nu ook elke keer helemaal vol zitten. “Veel winkeliers zijn op zoek naar manieren om zichzelf op verschillende aspecten te kunnen verbeteren. ‘Hoe kan ik betere foto’s voor mijn webshop maken?’ of winkeliers willen weten hoe ze social media het beste kunnen inzetten. Dat zijn allemaal onderwerpen die aan bod komen.”
Op de vorige edities waren de presentaties in het Nederlands. Omdat de Kleine Fabriek ook door veel internationale klanten wordt bezocht, heeft de beurs ervoor gekozen ook Engelse presentaties te houden. Dit jaar heeft de Kleine Fabriek Fiona Coleman, globaal kleur en trends consultant, uit Londen ingevlogen. “Coleman geeft een trendpresentatie, waarbij ze ongeveer zeven trends heeft geïdentificeerd. Door middel van collecties van exposanten die deze editie op de beurs staan, heeft ze laten zien dat wat zij voorspeld had nu in de collecties zichtbaar is,” zegt Bunnik. “Zo is ook aantrekkelijk voor buitenlanders om een lezing te bezoeken.”
De opkomst is vergelijkbaar met de vorige edities
De sfeer op de kindermodebeurs is heel relaxt. Nationale en internationale bezoekers lopen met een overzichtelijke plattegrond in de hand rond, op zoek naar het merk die ze willen bezoeken. Bob Sikkema, CEO van New Fashion Kids, vertelt dat hij blij is met de sfeer. “Iedereen heeft er zin in! Het gaat heel goed, iedereen loopt hier rustig en relaxt rond. We zijn van half elf vanochtend tot nu toe constant bezig geweest met klanten. Al bestaande klanten, nieuwe klanten, een paar buitenlanders, maar voornamelijk Nederlanders. Een paar Duitsers en hier en daar een verdwaalde Italiaan. Wij zijn tevreden over de opkomst. Vandaag zien we veel zelfstandige ondernemers. Zij kunnen morgen niet komen, omdat daar de winkel gewoon weer open moet. Voor maandag verwacht ik de wat grotere inkopers, zoals V&D en Wehkamp.” New Fashion Kids is het bedrijf dat merken als Twinlife, Jottum, Cakewalk, BarbaraFarber en Pointer vertegenwoordigd.
De twee woordvoerders van de stand van Oilily vertellen dat de opkomst vergelijkbaar is met de opkomst van de afgelopen twee edities. “Vanochtend was het redelijk stil en na drie uur ’s middags werd het weer heel rustig. Misschien komt het door het weer. Toen wij vanochtend thuis weg gingen, hadden we natte sneeuw. Klanten vertelden dat het buiten nu ook regent, dus ik hoop dat het weer morgen wat beter is, zodat er iets meer mensen komen.” Net als New Fashion Kids heeft Oilily buitenlandse klanten over de vloer. “Vooral Duitse klanten. Wel is het aantal buitenlandse bezoekers deze editie minder hoog dan de vorige editie. Nu zijn het grotendeels alleen maar Nederlandse bezoekers.” Oilily geeft aan dat ze volgend jaar gewoon weer terug komen. “Je zou ons een vaste klant van de Kleine Fabriek kunnen noemen. We zijn wel van plan meer vanuit ons eigen pand in Alkmaar te doen, zoals retailers in onze showroom uitnodigen. De ruimte is daar zo groot en heeft veel mogelijkheden. Het is zonde om die ruimte niet te benutten.”
Het jonge merk Qtie is anderhalf jaar oud en staat nu voor de derde keer op de Kleine Fabriek. De eerste editie stond het merk met een stand, maar dat was eigenlijk te groot. “We hebben eigenlijk alleen een kledingrek nodig,” zegt Maaike Groenewegen. Daarom staat Qtie nu op het presentatie platform tussen de kleine, speciale en nog onbekende merken. “Dit is echt een goede plek. Ongeveer iedereen loopt hier langs, waardoor we niet alleen onze bestaande klanten tegenkomen, maar ook nieuwe.” Het merk heeft momenteel verkooppunten in Nederland, België, Duitsland, Engeland en Tsjechië.
Ideeën voor nieuwe segmenten
Een paar edities geleden ging het gerucht dat de Kleine Fabriek een sportplatform ‘Game-on’ zou introduceren. Wanneer de vraag gesteld wordt of dit ook nog wordt gerealiseerd begint Bunnik te lachen. “We zijn altijd aan het kijken of we een nieuwe platformen kunnen introduceren. Het is een combinatie van wat er in de markt gebeurt en waar de (potentiële) exposanten en (potentiële) bezoekers behoefte aan hebben. Daar gaan we over nadenken als deze editie voorbij is. Dan kom je op ideeën en ga je die onderzoeken. Dan kom je erachter of het wel of niet aanslaat. ‘Game-on’ is een voorbeeld van een idee dat totaal niet is aangeslagen.” Op het moment zijn nog geen concrete plannen gemaakt om een nieuw platform te introduceren.
Foto's: Laurie van Deventer