In Hongkong wil de beurs Fashion InStyle ‘Made in Asia’ laten rijmen met duurzaamheid
bezig met laden...
Terwijl de wereldeconomie wordt opgeschrikt door de stijging van de Amerikaanse importheffingen, kwamen veel Aziatische spellers uit de mode-industrie van 27 tot en met 30 april in Hongkong bijeen voor de beurs Fashion InStyle en de eerste editie van de ruimte Next@Fashion InStyle. FashionUnited was ter plaatse om de pols te voelen van ‘Made in Asia’.
Eind april was het druk in het immense Convention and Exhibition Centre, gelegen aan de zeearm die de stad Hongkong in tweeën splitst. Naast de beurs Fashion InStyle werden er namelijk nog zes andere grote vakbeurzen georganiseerd: Hong Kong Gifts & Premium Fair, Home InStyle, Hong Kong International Printing & Packaging Fair, DeLuxe PrintPack Hong Kong, Hong Kong International Licensing Show en Asian Licensing Conference. In totaal trokken ze 100.000 kopers uit 131 landen en regio’s. Fashion Instyle trok 11.000 van hen. Ondanks de bezorgdheid over de stijgende Amerikaanse heffingen op importen uit meer dan 60 landen, waaronder China (het voornaamste doelwit van Donald Trump), bleef de sfeer in de gangpaden optimistisch.
Volgens een onderzoek dat in maart 2025 is uitgevoerd door HKTDC Research, stonden een reeks strategieën (diversificatie van de bevoorradingsbronnen, uitbreiding naar nieuwe markten en verplaatsing van productielijnen) centraal in de focus van veel exporterende bedrijven uit Hongkong. De Hong Kong Trade Development Council (HKTDC), die onder meer belast is met de promotie van de stad als investeringscentrum, schat in dat deze voorzorgsmaatregelen bedrijven zullen helpen om de negatieve effecten van huidige of toekomstige protectionistische maatregelen te verzachten.
“Het imago van ‘Made in China’ is aan het veranderen”
Van de 400 leveranciers die op Fashion InStyle exposeerden, produceert een deel rechtstreeks voor grote internationale merken en concerns zoals Zara of H&M, terwijl anderen samenwerken met Aziatische tussenpersonen. Ze komen uit China, Thailand, Zuid-Korea, Vietnam, Indonesië, Japan en Hongkong.
“Het imago van ‘Made in China’ en creatie in China is aan het veranderen”, merkt een vertegenwoordiger van het Chinese bedrijf Textile Library op, gevestigd in Hangzhou. Zijn observatie sluit aan bij de doelstelling van het project Next@Fashion InStyle, de ruimte waarin hij exposeert en die een Aziatische productie wil presenteren die ver verwijderd is van de stereotypen. De nieuwe locatie, die onderdeel is van de beurs Fashion InStyle, bestaat uit een fraai vormgegeven zone met een grafisch tapijt als afbakening. Op dit tapijt worden een reeks avantgardistische modeprojecten gepresenteerd, die volgens het presentatiedocument ‘de cultuur en het erfgoed, de innovaties en de duurzaamheid’ weerspiegelen.
Textile Library heeft vandaag de dag de grootste stand op de beurs, maar begon tien jaar geleden zoals iedereen, met een veel kleinere stand op andere beurzen. Een van de innovaties is een gewatteerd jack waarvan de voering een geleidende textielsoort is. Om dit te demonstreren, houden de teams een lampje tegen de binnenkant van het kledingstuk en dat aangaat zodra het de stof raakt. We zien ook een regenjas waarvan de stof een motief laat zien bij contact met water.
Het team van Textile Library legt uit dat het bedrijf de materialen ontwikkelt, maar ook de kledingstukken ontwerpt - elk kledingstuk dat op de beurs wordt gepresenteerd, is gelabeld met Textile Library. Het bedrijf werkt samen met buitenlandse kledingmerken, maar wil nu meer samenwerken met China of meer lokale bedrijven.
De zone Next@Fashion InStyle presenteert een zestigtal bedrijven, waarvan vele Aziatisch. Onder hen: AlgaFila, dat een 100 procent organisch materiaal produceert op basis van algen; Advance Denim, een bedrijf dat in 1987 is opgericht en op zijn website schrijft verschillende maatregelen te hebben genomen om de impact op het milieu te verminderen; of Dd Nature Craft, dat een textielsoort op basis van hennep ontwikkelt.
Elk van deze bedrijven is uitgenodigd om samen te werken met jonge lokale ontwerpers om verschillende silhouetten te creëren die tijdens een modeshow op de beurs worden gepresenteerd. Een aantrekkelijke manier om de wereld te laten zien dat ‘Made in Asia’ niet alleen synoniem is met polyester, polyurethaan en acryl, materialen die overigens wel veel worden gebruikt door de vele Aziatische bedrijven die in de stands rondom de zone Next@Fashion InStyle staan.
De Aziatische markt, een versneller van de ‘duurzame mode’?
Midden tussen de meerderheid van de Aziatische exposanten, worden enkele stands ingenomen door een minderheid van westerse exposanten, met name uit het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Nederland. Onder hen neemt het Britse bedrijf Modern Synthesis - dat vooral bekend staat om zijn samenwerking met het modemerk Ganni rond een collectie tassen die zijn ontworpen op basis van de cultuur van nanocellulose - een prominente plaats in binnen de zone Next@Fashion InStyle.
Volgens Han Chong, de oprichter van het Britse merk Self-Portrait en ambassadeur van Next@Fashion InStyle, spelen de Aziatische gebieden een sleutelrol in de grootschalige verspreiding van zogenaamde duurzame materialen. Hij vertelt tijdens een persconferentie die tijdens de beurs werd georganiseerd: “Om een duurzame stof tegen een goede prijs te kunnen produceren, is een groot volume nodig, en China en Hongkong bestellen zeer grote volumes. We moeten dus uitgaan van platforms zoals deze om de prijzen voor de rest van de wereld te kunnen verlagen.”
Deze visie, die ‘Made in China’ ziet als een platform voor het ontwikkelen en verspreiden van materialen met een verminderde impact op het milieu, druist in tegen het beeld van vervuilende fabriek dat er doorgaans mee wordt geassocieerd.
De komst van Modern Synthesis op de beurs lijkt de theorie van Han Chong echter te bevestigen. Het Londense bedrijf heeft een materiaal ontwikkeld op basis van een bacterie uit kombucha. De stevigheid van dit biotextiel met een lage impact maakt het een overtuigend alternatief voor polyurethaan. Na proefprojecten wil Jean Keane, de algemeen directeur en medeoprichter, de productie op grotere schaal lanceren. “We overwegen nu een Europese productie en, op termijn, een Aziatische productie”, legt ze uit aan FashionUnited.
“Het is de eerste keer dat we hier exposeren en het is geweldig om lokale merken te ontmoeten, omdat ze zich veel bewuster beginnen te worden van de uitdaging die duurzaamheid vormt. We kunnen hier dus op de markt actief zijn, maar ook discussiëren met veel verschillende fabrikanten, met degenen die accessoires maken en met textielfabrieken waarmee we kunnen samenwerken om ons proces te ontwikkelen.”
De directeur legt uit dat ze in Londen panelen van bescheiden formaat produceren, maar ze werkt aan grootschalige tests om klaar te zijn voor massaproductie. “Voorlopig richten we ons op de tests met de fabrikanten in de regio [in Azië] met betrekking tot de naden en de hanteerbaarheid. Dat is een grote uitdaging voor de biomaterialen. Dat kost tijd.”
Ook Flocus, een ander bedrijf dat zich inzet voor een milieuvriendelijke aanpak en aanwezig is op de beurs, vindt op de Aziatische markt een vruchtbare bodem voor zijn ontwikkeling. Het Nederlandse bedrijf, waarvan de fabriek in Indonesië is gevestigd, gebruikt vezels van een vrucht genaamd kapok (vroeger veel gebruikt in de vullingsindustrie, totdat er petrochemische stoffen op de markt kwamen). Tegenwoordig bezit ze het patent op haar spintechniek en kon ze deze op de textielmarkt introduceren.
Jeroen Muijsers, algemeen directeur en medeoprichter van het bedrijf, vertelt op de beurs: “De boom heeft niets anders nodig dan regen en grondwater. Er zijn geen pesticiden, meststoffen of irrigatiewater nodig om deze boom te laten groeien.” Dankzij de vele eigenschappen van dit zeer zachte organische materiaal kan het worden gebruikt in de kleding-, bouw- of auto-industrie om synthetische materialen te vervangen.
Het bedrijf is opgericht in 2016 en het project is gestart in 2018. Jeroen Muijsers vertelt: “We zijn begonnen met het innoveren van de machines om de evolutie van de toeleveringsketen te waarborgen, omdat deze meer dan 100 jaar oud is.” De lancering is uiteindelijk in 2023 gerealiseerd. Sindsdien hebben verschillende grote merken, waaronder Zara en Patagonia, hun interesse getoond en de kapokvezels in hun collectie opgenomen.
Er is helaas wel een probleem: “Ik denk dat de moeilijkheid ligt in het feit dat de merken bepaalde certificeringen willen verkrijgen, wat op dit moment niet eenvoudig is, omdat we werken met wilde bomen die in de meeste certificeringsmodellen niet kunnen worden erkend, legt de medeoprichter uit. We kunnen het niet biologisch laten certificeren, ook al is het biologisch, omdat de certificeringen certificaten zijn van monocultuur, certificaten van beheerde gronden. Hier is het een parallelle cultuur, een randcultuur en er zijn dus geen duidelijke grondcertificaten.”
Volgens Jeroen is de certificering in feite een belemmering voor de groei, althans in Europa. Flocus verkoopt namelijk meer aan Japan en China: “Ze hebben de certificeringen niet nodig, maar ze ontwikkelen zich tenminste en de vraag is groter”, zegt hij.
Het Vietnamese bedrijf Bao Lan Textile, eveneens exposant in de ruimte Next, biedt materialen aan die ananasvezels bevatten (tot 30 procent). Volgens de oprichter Toan Thuan Quach bao beschikt zijn land over zeer belangrijke productiecapaciteiten, maar is de waarde ervan als ontwikkelingsgebied niet bekend. “Vietnam beschikt over veel productie- en fabricagecapaciteiten, het kan veel doen, maar het wordt niet erkend. Veel mensen weten niet waartoe het land in staat is en Vietnam doet geen goede marketing. Het werkt gewoon, werkt, werkt. We hebben de productiecapaciteit, de innovatie en het materiaal, maar we moeten meer marketing doen.”
De directeur voegt eraan toe: “Op deze beurs zien we veel China, Hongkong of andere landen. Thailand heeft 20 stands, Vietnam heeft er slechts vier.” Volgens hem weerspiegelen deze cijfers het gebrek aan zichtbaarheid van een land waarvan hij de capaciteiten op het gebied van textielinnovatie aan de wereld wil laten zien.
FashionUnited is door HKTDC uitgenodigd voor de beurs Fashion InStyle.
Dit artikel is in het Nederlands vertaald met behulp van een AI-tool.
FashionUnited gebruikt AI taaltools om het vertalen van (nieuws)artikelen te versnellen en de vertalingen te proeflezen om het eindresultaat te verbeteren. Dit bespaart onze menselijke journalisten tijd die ze kunnen besteden aan onderzoek en het schrijven van eigen artikelen. Artikelen die met behulp van AI zijn vertaald, worden gecontroleerd en geredigeerd door een menselijke bureauredacteur voordat ze online gaan. Als je vragen of opmerkingen hebt over dit proces, stuur dan een e-mail naar info@fashionunited.com.