Pitti Uomo: Goed nieuws uit Firenze
bezig met laden...
Florence - Pitti Uomo opende deze week het modewekenseizoen, met meer exposanten en bezoekers dan vorig seizoen, maar zonder shows en evenementen. De focus lag op sustainability.
Het nieuwe modejaar begint in mineur, maar met een flinke scheut optimisme.
De mannenbeurs Pitti Uomo, die in Firenze traditiegetrouw het nieuwe seizoen opent, moest in allerijl gas terugnemen. Eregast Ann Demeulemeester schrapte vorige week een gepland evenement. Brunello Cucinelli, altijd een van de belangrijkste exposanten op de beurs, trok zich ook in extremis terug. In Milaan, waar vrijdag de mannenmodeweek begint, oogt de showkalender opvallend leeg. Parijs jongleert volgende week met catwalkshows, digitale presentaties en showroomafspraken.
Voor onder meer Chinezen en Japanners blijft reizen moeilijk. Russische bezoekers en exposanten zijn dan weer beperkt door hun vaccin, Spoetnik, dat niet wordt erkend in Europa.
Maar in Firenze was er ook goed nieuws.
De sfeer zat goed, op de beurs zelf én in de balzaal van het 15de-eeuwse Palazzo Pitti, waar woensdagavond een zeldzaam event was georganizeerd: een ballroom-presentatie in de stijl van Ru Paul’s Drag Race aaneengepraat door de Finse ontwerper Ervin Latimer, die uitgedost in rode lingerie en met blonde pruik, zijn label Lattimmier onder de doopvont hield.
“Het doet deugd om terug mensen in levende lijve te kunnen zien en spreken,” zei een ander Finse ontwerper, Rolf Ekroth.
Nogal wat gevestigde Italiaanse labels, van Herno over Caruso tot Kiton, bleven, in tegenstelling tot Cucinelli, wel trouw aan ’s werelds belangrijkste afspraak voor de mannenmode.
Uiteindelijk huurden 548 bedrijven tentoonstellingsruimte, waarvan 28 procent van buiten Italië. “We hebben de voorbije vier weken nog zestig exposanten verloren,” zei Raffaello Napoleone, CEO van organizator Pittimmagine in zijn bureau van Fortezza Basso, het voormalige fort waar de beurs plaatsvindt. Hij preciseerde dat het vaak om kleine merken ging. “Als zo’n klein team plots in quarantaine moet, is er nog weinig speelruimte.” 37 merken beperkten hun deelname tot een digitale aanwezigheid op het Pitti Connect onlineplatform.
Er waren meer exposanten dan tijdens de vorige editie, en meer bezoekers. Er waren volgens Napoleone opvallend veel Nederlandse inkopers, meer dan honderd. De opkomst uit Europese landen als Frankrijk, Duitsland en België was goed. Ondanks alles werden kleine aantallen buyers uit Azië en Rusland gesignaleerd. “En we ontvingen zeventien Amerikaanse stores, goed voor zo’n dertig inkopers,” aldus Napoleone.
Vergelijken met de ‘normale’ edities uit het verleden, met gemiddeld zo’n 1200 exposanten, blijft moeilijk. Pitti liep dit keer ook een dag minder.
“We hebben er geen moment aan gedacht om deze editie te schrappen,” zei de CEO. “De Italiaanse wetgeving laat tradeshows toe met de ‘super green pass’ en dus was er geen enkele reden om Pitti niet te laten doorgaan. Toen we de fysieke edities van juni 2020 en januari 2021 hebben geannuleerd, volgden we ook de wet. We hebben toen 39 miljoen euro verloren. Pittimmagine is in de jaren vijftig opgericht om de Italiaanse en internationale mode vooruit te helpen. Dat is onze rol, en die rol moeten we opnemen van zodra dat mogelijk is.” Napoleone wees op de genomen veiligheidsmaatregelen, met onder meer gratis tests en FFP2-maskers, die in Italië verplicht zijn van zodra je buitenkomt. “We hebben er twintig duizend besteld.”
“Dit is een sterker seizoen dan het vorige. De wintereditie is überhaupt sterker dan de zomer. Er zijn meer exposanten. En de turnover en exportcijfers van de Italiaanse mode gaan in stijgende lijn. De enige markten met dalende cijfers zijn Groot-Brittannië, Japan en Hongkong. Moet je Pitti in zo’n omstandigheden schrappen? Neen, we hebben gedaan wat we moesten doen, in moeilijke omstandigheden. We hebben de enige juiste beslissing genomen. Ik vergelijk onze situatie graag met een autorit tijdens een sneeuwstorm: ga je langs de weg staan, doe je de motor uit en wacht je tot het voorbij is, of doe je je sneeuwbanden om en ga je ervoor?”
Duurzaam is definitief doorgebroken
Een opvallende buitenlandse exposant was Itoh, uit New Delhi, dat gespecialiseerd is in exclusieve, handgeweven stoffen. “We bestaan sinds vier jaar,” zei creatief directeur Amit Babbar. “We brengen een nieuwe Indiaase esthetiek, die niet etnisch is maar relevant voor nu. Al gebruiken we wel onze tradities, stoffen en technieken. Onze klanten zijn architecten, kunstenaars. Als Indiaas label is winterkledij niet ons sterkste punt. Voor deze eerste deelname aan Pitti Uomo brengen we een collectie die je ‘trans-seasonal’ kunt noemen, met onder meer handgeweven wol . Volgend seizoen komen we zeker terug.”
De reacties zijn uitstekend, zei Babbar. “Er is best veel volk, zij het toch vooral locals. Er zijn weinig Japanners of Amerikanen, en ik denk dat we voor Italiaanse buyers net iets te niche zijn.”
De Finse designer Rolf Ekroth lanceerde zijn collectie voor komende winter digitaal op het platform van Pitti. De collectie zit vol met verwijzingen naar de nineties, in het bijzonder techno en motorracen. “Mijn neven waren erg into motoren, ik zelf niet zozeer,” zegt Ekroth op zijn stand. “Ik heb me proberen te verbeelden hoe mijn jeugd in Finland er had kunnen uitzien. Een soort van nostalgie voor herinneringen die ik zelf niet heb.”
“De eerste dag was het erg stil, maar vandaag ging het heel goed. De mensen zijn blij. Elkaar terug kunnen ontmoeten, ‘live’ kunnen praten, doet goed, mentaal en fysiek. Ik denk dat het belangrijk is om mode te zien, om kleren aan te raken, om er over te praten. Een video alléén is niet genoeg.”
Toch koos Ekroth dit seizoen voor een videopresentatie in plaats van een fysieke show. “Een show vond ik nog een beetje moeilijk. Mensen ontmoeten werkt in een tentoonstellingshal als deze, met veel plek, zodat je toch wat afstand kunt houden. Op een show zit iedereen te dicht bij elkaar. Een video is ook goedkoper. Voor een onafhankelijke ontwerper als mezelf speelt dat ook.”
Erg opvallend dit seizoen was de definitieve doorbraak van duurzame mode, met grote, losstaande paviljoenen voor merken als Ecoalf en Save The Duck. Beide labels pakten groot uit met hun ‘B Corporation’ certificaat.
Het Italiaanse Save The Duck vierde zijn tiende verjaardag met, onder meer, de spannendste collab van de beurs: de Britse designer Edward Crutchley ontwierp een capsule voor de Protech-lijn van het label. Ecoalf, uit Spanje, lanceerde een nieuwe premium lijn, Ecoalf 1.0.
“Ik vond de slogan van Ecoalf geweldig: There Is No Planet B ” zei Sonja Noël, eigenaar en buyer van de gerenommeerde Brusselse ontwerpersboetiek Stijl. Voor haar eerste bezoek aan de beurs sinds 2019 reisde ze uit principe met de trein. Noël runde tussen 2010 en 2015 een duurzame boetiek, Haleluja, en blijft een groot voorstander van slow fashion. “Ik zie op dat vlak echt wel een evolutie, zowel bij de merken als bij mijn klanten. Er zijn minder precollecties, de modeweken worden anders ingevuld, en klanten kopen minder, maar hechten minder belang aan prijs. Ze vragen ook niet al in december naar kortingen.”
“Ook op Pitti zag ik deze week een écht accent op sustainability,” aldus Noël. “Er wordt nu overal veel beloofd: no-waste, animal-free, recycling. Sommige merken gaan voor alles, en dat is goed, je kunt daar niet tegen zijn. Maar als ik op Pitti rondloop, zie ik toch weinig producten die me bij blijven. Ik ben ze zo weer vergeten. Dat geldt voor de grote merken, maar ook voor kleine ontwerpers, die vaak nog geen échte collectie kunnen aanbieden. Ik zie dat meer als oefeningen. Ik vond het fijn om Christopher Raeburn terug te zien. Hij is een pionier en dat blijft een mooi verhaal. Verder heb ik ook nogal wat Italiaanse merkjes gezien die gespecialiseerd zijn in één productcategorie, alleen maar broeken, of breigoed, of schoenen.”
Herno blijft investeren in de jongere nevenlijn Globe, met een focus op gerecycleerd materiaal. En ook Marc O’Polo is volop bezig aan een koerswijziging: alle producten op de stand waren duurzaam. Het Zweeds-Duitse merk wil in 2023 volledig duurzaam zijn, en in 2025 klimaatneutraal. Marc O’Polo werkt ook samen met Manteco, een Italiaans bedrijf dat wol maakt met ‘post-consumer recycling’.
Elders op de beurs was opnieuw een sectie gewijd aan jonge duurzame labels, Style Sustainable Style . De overtuigendste collectie daar was die van Philip Huang, een in New York en Bangkok gevestigde ontwerper die in Isan, Thailand indigo-dyed workwear maakt. “Ons katoen is ‘hand-spun, hand-dyed en hand-woven. We maken dertig meter per maand.” Huang introduceerde ook hand-dyed leder, gerecycleerd denim, indigo Ikat, en een nieuwe, groene moskleur, gemaakt met indigo en mango.
En ook nog
Het Amerikaanse outdoormerk Filson, bekend van onder meer stevige houthakkershemden, rugzakken en andere tassen, tekende een distributie- en licensieovereenkomst met WP Lavori in corso, de groep die ook labels als Woolrich, Baracuta, Barbour, Nanamica, Engineered Garments en Beams in portefeuille heeft (nu eens voor de Italiaanse markt, dan weer internationaal). Op Pitti lag de focus op een uitgebreide kledingcollectie, met donsjassen, jeans en hemden in flannel en moleskin. Aan de wanden van het paviljoen hingen decennia oude stukken uit de archieven van het bedrijf.
Onderbroekjesgigant Sloggi probeert voor het eerst een collab — met het team achter het Duitse avantgardemagazine 032C. Liu Jo debuteerde een mannencollectie op Pitti en het Russische Red September van designer Olga Vasyukova, kwam voor het eerst naar Firenze.
De afwezigheid van Brunello Cucinelli werd opgevangen door labels als Caruso (met creatief directeur Aldo Maria Camillo) en Kiton. Dat laatste bedrijf kwam voor het eerst naar Pitti met KNT (voor Kiton New Textures), het urbanwearlabel van tweeling Mariano en Walter De Matteis, derde generatie van de Kiton-familie.