• Home
  • Nieuws
  • Beurzen
  • Tussen avant-garde en mainstream: een bezoek aan CIFF

Tussen avant-garde en mainstream: een bezoek aan CIFF

Door Jan Schroder

bezig met laden...

Scroll down to read more

Beurzen

Tot voor kort was de oudste en grootste modebeurs van Kopenhagen eigenlijk nogal saai. Toen nam Kristian W. Andersen in 2011 de leiding van CIFF op zich en sindsdien is veel veranderd: Andersen heeft het evenement gemoderniseerd en een nieuwe impuls gegeven door toonaangevende internationale labels aan te trekken. In eerste instantie leek de combinatie van deze nieuwe avant-garde en de sinds jaar en dag op de beurs vertegenwoordigde lokale labels uit het middensegment wat geforceerd, maar inmiddels is het een functionerend geheel geworden. Elk seizoen wordt het geraffineerde totaalconcept verder verbeterd.

Veel bezoekers, tevreden exposanten: CIFF vierde een succesvol seizoen

Het vakpubliek weet de verbeteringen te waarderen. Vooral op de eerste twee dagen van het evenement van afgelopen week had de CIFF een ongekend grote toestroom van bezoekers. In de ruime zalen van het Bella Center was het een drukte van jewelste. Exposanten waren zeer tevreden met de aanloop van lokale en vooral befaamde internationale inkopers. Met name voor buitenlandse bezoekers is de beurs dankzij de innovaties van de afgelopen jaren een stuk aantrekkelijker geworden. Voor Deense modebedrijven zijn buitenlandse inkopers zeer belangrijk, omdat de branche, gezien de zwakke thuismarkt, voor een groot deel afhankelijk is van de export.

Raakvlak tussen mode en kunst: installaties voor de aftrap

Nog voor de eerste beursdag werden gasten getrakteerd op projecten op het raakvlak tussen mode en kunst. Zo werden er in een algemeen toegankelijke hal onder andere installaties van internationaal befaamde mannenmodeontwerpers Gosha Rubchinskiy, Samuel Ross en Jobe Burns getoond. De Britse kunstenaar Jam Sutton presenteerde hier ook zijn kledinglijn “This Is Not Clothing” in een speciaal ontworpen kooi.

Het segment Raven overtuigt met progressieve mode voor mannen

Achter de ingangscontrole bleef het ambitieus. In het segment ‘Raaf’ werden verfijnde mannenmodelabels uit Denemarken en het buitenland gepresenteerd. Populaire lokale merken zoals Tonsure en Han Kjøbenhavn, maar ook gerenommeerde internationale exposanten, zoals het Britse merk E. Tautz waren hier vertegenwoordigd.

Mannenmode wordt gevolgd door vrouwenmode

Een deel van het concept bestaat eruit dat de verhouding van mannen- en vrouwenmode steeds meer verschuift, naarmate de bezoeker dieper in de beurshallen doordringt. In de centrale hal neemt de damesmode de overhand. Ook hier zijn de ruimten slim ingericht: Een selectie van opkomende labels uit Londen in het segment ‘Crystal Hall’ of een stand die zijn originele accessoirelijn “Oh!” introduceerde op de Kopenhagen Fur - de Federatie van de Deense bontindustrie - zorgden voor een welkome afwisseling.

Deense merken blijven een belangrijke rol spelen

Ondanks alle innovaties blijft ook de traditionele focus van de CIFF overeind: de binnenlandse middensegmentaanbieders zoals Noa Noa, Masai of merken van de kledinggroep DK Company zijn nog steeds ruim vertegenwoordigd. Het is bewonderenswaardig hoe naadloos de verschillende segmenten van de beurs, ondanks hun verschillen, in elkaar overgaan en toch hun individuele karakteristieken behouden.

Dit is waar het concept duidelijke prioriteiten zonder storende grenzen stelt. Zo wordt er, ondanks het heterogene aanbod tussen avant-garde en mainstream, dat uit jeans, ondergoed, designermode, alledaagse kleding en accessoires bestond, uiteindelijk voor een samenhangend algemeen beeld gezorgd, waarin het opvallend gemakkelijk is om zich te oriënteren - een enorme prestatie van de organisatoren.

De CIFF heeft nu ook een eigen catwalk

De beurs werd, zoals gewoonlijk, aangevuld met showrooms die reeds op de bovenste verdiepingen van het Bella Center liggen - en met eigen modeshows. Daarvoor werd in een aangrenzende hal de ‘Showscene’ opgesteld, die zo neutraal en ruim was dat de betrokken merken hier genoeg ruimte hadden voor individuele producties met een aantal grootschalige decors. Dankzij de modeshows kreeg de CIFF er wederom een geheel nieuwe component bij - hierdoor kwam het dus daadwerkelijk tot een ‘360-graden-concept’ zoals beursdirecteur Kristian W. Andersen dit voor ogen had.

Foto’s en video: FashionUnited

CIFF