• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Creatief wordt zakelijk

Creatief wordt zakelijk

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

"Het moeilijkste is jezelf te verkopen. Het is alsof je je ziel en zaligheid op de markt gooit." Dat zegt modeontwerper Edwin Oudshoorn. Dit jaar werd 'Turning fashion talent into business' (TTibs) gelanceerd. Zestien veelbelovende modeontwerpers en modeduo's worden in twee jaar opgeleid tot ondernemers.

Er is een gapend gat tussen commercie en creatie in de Nederlandse mode-industrie. Dat is de uitkomst van een onderzoek van het Amfi-electoraat, in opdracht van de Premsela Stichting en het Ministerie van OCW. De modesector moet een volwassen business worden, maar bij veel jonge ontwerpers liggen knelpunten. De ontwerpers hebben -zo blijkt uit het onderzoek- te weinig commerciële ambitie en kennis om zelf een label in de markt te zetten. Banken en andere financiers vinden de modebranche een interessante maar riskante business zolang een ontwerper of modebedrijf niet overtuigend naam heeft gemaakt. Om die reden is het TTibs project opgestart. Initiatiefnemer is Syntens, de MKB-adviesorganisatie van de overheid, dat begin 2006 een aantal projecten in de modesector heeft opgezet. Syntens heeft bemiddelingsbureau HTNK, de Dutch Fashion Foundation en de Arnhem Mode Biënnale - partijen in de modesector die zich bezighouden met jonge ontwerpers - gevraagd met een duidelijk traject te komen om het gat te vullen.

Problemen

"Ik ben niet alleen ontwerper. Ik ben ook boekhouder, winkelier en pr-man", zegt Edwin Oudshoorn, een van de geselecteerden voor het project. Het geeft aan welke capaciteiten een ontwerper moet hebben voor het opzetten van een eigen label."Deze ontwerpers lijken voor de buitenwereld, door veel media-aandacht, al tot de gevestigde orde te behoren," vertelt Mariette Hoitink van HTNK. "Toch ontstaan er vaak problemen bij zaken als financiering, productie, afzet, distributie en promotie. In het onderwijs gebeurt te weinig om deze kloof tussen creatie en commercie te overbruggen." Oudshoorn: "Op de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem heb ik nooit les gehad in marketing, maar ik was er ook niet in geïnteresseerd. Pas toen ik een btw-formulier moest invullen ging ik erover nadenken." "Er zijn ook maar weinig modeontwerpers die na hun studie direct voor zichzelf beginnen.", zegt Hoitink. "Op de academie gaat het er vooral om dat een ontwerper zich creatief ontwikkelt. De zakelijke kant leren ze wel als ze in een designteam terechtkomen."

Het TTibs project zit nu in de eerste fase. Er is een bedrijfsscan gemaakt, waarbij wordt gekeken waar de ontwerpers in de markt staan. Wie zijn de concurrenten? Wat zijn mogelijke valkuilen? Waar wil de ontwerper naartoe? Het programma bestaat uit zowel individuele begeleiding als gezamenlijke workshops. Hoitink: "De deelnemers hebben een groot talent, maar moeten wel de stap naar commercie willen maken." "Als ik de komende dertig jaar in een museum had willen hangen, hadden ze me waarschijnlijk niet gekozen", vertelt Oudshoorn. Jolanda van den Broek van And Beyond, een van de jongste deelnemende bedrijven: "Bij het eerste gesprek vroeg Syntens naar onze stocklist. Die hadden we niet, maar ze zagen wel onze ambitie." Brigitte Hendrix, ook van And Beyond: "Je weet nooit wat er gaat gebeuren nadat je bent afgestudeerd. We werkten altijd op korte termijn en gevoelsmatig, met de gedachte: 'alles voor de creativiteit'. Nu worden we gedwongen na te denken over ons bedrijf. Waar willen we over vijf jaar staan?" Van den Broek: "En met het project leren we structuur te geven aan het bedrijf. Dat is niet alleen belangrijk voor -bijvoorbeeld- de boekhouding, maar het geeft ook helderheid in het creatieve proces." Ook Oudshoorn streeft naar meer structuur in zijn werk: "Ik kan goede reacties op mijn show krijgen, maar dat betekent niet dat de opdrachten meteen binnenrollen."

Kunst

Een van de grootste moeilijkheden is dat de ontwerpers vaak in een schemergebied werken tussen mode en kunst. Hoitink: "Fondsen zijn er voor ontwerpers die zich bezighouden met kunst. Mode ligt als vormgevingsdiscipline altijd op het snijvlak van kunst en commercie waardoor veel ontwerpers buiten de boot vallen." Oudshoorn: "Ik ontwerp niet met de rode loper in mijn achterhoofd. Ik heb een kunstlievende klantenkring. Ze lezen het NRC, zijn academisch geschoold en gaan naar musea. Het betekent dat ik maar voor een geselecteerd gezelschap interessant ben. Dat is aan commerciële bedrijven niet te verkopen." Ook de ontwerpen van And Beyond hebben vaker in musea gehangen dan in winkels. "We hebben een visie op mode, maar niet als commercieel product. We willen van ons werk kunnen leven en tegelijk wel trouw blijven aan onze identiteit. Er zijn zoveel goede modeontwerpers in Nederland, alleen door ons te onderscheiden kunnen we blijven bestaan. Dat betekent dat we riskante keuzes moeten maken, maar het is de enige manier om te groeien."

Een project met zestien ontwerpers. Zijn dat niet zestien concurrenten in een groep? Oudshoorn: "We zitten niet elkaars vaarwater, want we hebben allemaal een totaal andere stijl en doelgroep. Ik ben wel benieuwd in hoeverre we informatie gaan delen. Waar laten we onze kleding betaalbaar produceren? In welke oplages? Gaan we bundelen, problemen oplossen en samenwerken?" Hendrix: "Ik zie de andere ontwerpers niet als concurrenten, we werken allemaal op een ander terrein." Mark Terberg van de Dutch Fashion Foundation: "Het moet niet gezien worden als een groep, het zijn allemaal individuele partijen. Ze zijn vrij om zelf te bepalen in hoeverre ze hun zakelijke kennis met elkaar willen delen. Daarnaast is het project vooral bedoeld om kennis uit het bedrijfsleven te trekken. Zo zal bijvoorbeeld Pricewaterhouse Coopers zorgen voor financieel management en een businessplan."

Toekomst

De deelnemende modeontwerpers bevinden zich niet allemaal in dezelfde fase met hun bedrijf. Sommige zijn al een paar jaar bezig, andere beginnen net de markt te verkennen. Voor Oudshoorn kwam TTibs op het goede moment: "Ik maak nu nog alles op maat. Het is goed om te weten wat de mogelijkheden zijn." Hendrix: "De modewereld is vreemd. Het ene moment heb je een grote show, het volgende moment sta je, bij wijze van spreken, in een winkel om de huur te kunnen betalen. We weten dat we hiervan willen leven, de vraag is hoe we dat het beste kunnen doen." Van den Broek: "In de modewereld moeten vaak onzekere keuzes gemaakt worden. Dat doen wij meestal op gevoel. Gelukkig blijkt dat gevoel te kloppen. We zijn toch uitgekozen voor dit project. Of we onze beslissingen ook de goede zijn geweest, dat zien we wel over een jaar of twintig."