‘De toekomst van mode’: Wat eist de jonge generatie van de mode-industrie?
bezig met laden...
De mode is altijd al geobsedeerd geweest door de jeugd, maar terwijl ontwerpers de jongere generatie als inspiratiebron zien, is de beoogde generatie zelden vertegenwoordigd als het gaat om concrete vragen en beslissingen. Op trendseminars en retailcongressen wordt weliswaar steeds benadrukt hoe belangrijk het is om Generatie Z – geboren tussen 1997 en 2012 – of nog beter Generatie Alpha, die de komende jaren tieners worden, als doelgroep te winnen, maar meestal ontbreekt een cruciaal perspectief: dat van de generaties zelf. In plaats van mét hen te praten, wordt er meestal óver hun wensen en zorgen gefilosofeerd, wordt hun liefde voor sociale media gebagatelliseerd en worden hun interesses in clichés verpakt.
Anders was dat op de Fashion ‘Zukunft Konferenz’ van de Duitse modevereniging Fashion Council Germany (FCG) en de educatieve liefdadigheidsinstelling The King's Foundation in Schotland. In plaats van zich het hoofd te breken over hoe de jongere generatie de branche ziet en welke problemen hen zorgen baren, kwamen de jongeren daar zelf aan het woord. Aanwezig waren 150 leerlingen in de leeftijd van veertien tot zeventien jaar uit het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, waarbij de laatsten deel uitmaakten van het project ‘Generation Zukunft’ van de FCG.
Over ‘Generation Zukunft’:
- In het kader van het project Generation Zukunft van de Fashion Council Germany, dat al voor de tweede keer in samenwerking met de PVH Foundation werd uitgevoerd, werden 24 leerlingen geselecteerd om zich intensief bezig te houden met de ecologische en sociale impact van de mode-industrie. Het doel van het programma is om een gedegen begrip van duurzame mode te bevorderen. Na het afronden van drie door de FCG georganiseerde leermodules, toonden de deelnemende leerlingen hun opgedane kennis in een quiz. De 24 beste leerlingen werden beloond met een reis naar Schotland om daar deel te nemen aan de conferentie en hun stem te laten horen. Tijdens hun verblijf verkenden ze ook het landgoed van Dumfries House in Cumnock, het belangrijkste opleidingscentrum van The King's Foundation, waar de conferentie plaatsvond, en namen ze deel aan verschillende activiteiten.
Mocht iemand twijfels hebben gehad of een groep tieners relevante vragen en bijdragen kon leveren in aanwezigheid van vooraanstaande brancheprofessionals, dan waren deze uiterlijk bij aanvang van de conferentie verdwenen. De leerlingen toonden niet alleen onvermoeibare interesse, maar stelden ook moedige vragen aan de experts, wier werk en meningen aan hen werden gepresenteerd. Zowel de FCG als The King’s Foundation erkenden dat de groep jongeren dit jaar geëngageerder was dan alle voorgaande genodigden. Voor FCG-CEO Scott Lipinski reden genoeg om het aantal deelnemers volgend jaar te verdubbelen naar 48 Duitse leerlingen en opnieuw naar Schotland af te reizen.
Dit benadrukt des te meer dat de jonge generatie bereid is de modebranche ter verantwoording te roepen en noodzakelijke veranderingen te eisen. De vraag is alleen of de branche oplossingen paraat heeft?
Wanneer is iets echt duurzaam?
De branche is in ieder geval bereid zich de vragen van de jongeren te stellen, want tijdens de Fashion Zukunft Conferentie, die plaatsvond onder het motto ‘Pushing Boundaries’ (grenzen verleggen), kwamen deze volop aan bod. Dat mag liggen aan het feit dat duurzaamheid, het centrale thema van de conferentie, een veelzijdig en vaak gecompliceerd onderwerp is. In Schotland werd het holistisch bekeken, in drie paneldiscussies, die naast verschillende belevingsstations rondom lokale productiemethoden, materialen, leveranciers, inzichten in de branche boden. Hierbij draaide alles om de thema’s vakmanschap, technologie, diversiteit en circulaire mode.
Dat de uitgenodigde leerlingen niet alleen stil zouden zitten en het hun vertelde zouden accepteren, bleek al bij een inleidende presentatie die de op zeewier gebaseerde kleurstofinnovatie SeaDyes voorstelde. Nadat Jessica Giannotti en David Farquhar een inkijkje hadden gegeven in het werk en het verfproces van de start-up, duurde het geen tien seconden voordat de eerste leerling zijn hand opstak en de toon zette voor de hele dag: “Maar is het gebruik van zeewier wel echt duurzaam of is het op een gegeven moment op?”
De vraag, die Giannotti en Farquhar bereidwillig beantwoordden, zou niet de laatste vraag van de dag zijn die duidelijk maakte hoeveel deze jonge generatie verlangt van een branche die allesbehalve vlekkeloos is. Reden genoeg om even stil te staan en je af te vragen hoe vaak je de term “duurzaam” gewoon accepteert, in plaats van – zoals deze moedige leerling – juist die vragen te stellen die ongemakkelijk kunnen zijn.
Zal de modebranche, zoals we die kennen, ten onder gaan?
De discussies namen in intensiteit toe toen de eerste paneldiscussie van de dag van start ging met de titel “Vakmanschap vs. Technologie: Het opbouwen van toekomstbestendige merken”. Het bracht stemmen samen zoals Harris Tweed-ambassadeur Mark Hogarth, Clare Campbell, oprichtster van het tartan-designmerk Prickly Thistle, Maria Benjamin, medeoprichtster van de boerderij Dodgson Wood, ontwerper David Bamber en Ann Claes, medeoprichtster van Masjien, een agentschap voor mode, duurzaamheid en technologie, en bood de deelnemende leerlingen ruimschoots stof tot nadenken. Bijzonder spannend was hoe verschillend de meningen over het gebruik van technologie en de razendsnelle vooruitgang ervan waren.
Het panel was het eens over één centraal punt: vakmanschap en technologie moeten niet als tegenpolen worden gezien, maar als elkaar aanvullende krachten die samen duurzaamheid, authenticiteit en de verbinding van consumenten met kleding bevorderen. Toch leek de discussie bij de jonge toehoorders een zekere onrust teweeg te brengen. Een van de eersten meldde zich aan het woord en vroeg of de experts geloofden dat de mode-industrie op lange termijn zou kunnen overleven, of dat deze met de toenemende technologisering langzaam zou verdwijnen.
Ook al klonk de vraag bijna apocalyptisch, ze is durchaus berechtigt, zeker voor degenen die de branche in willen. Het antwoord was genuanceerd: Sommige aspecten van de industrie zullen ongetwijfeld verdwijnen of zich in ieder geval sterk veranderen – deels uit noodzaak. Maar de branche als geheel zal blijven bestaan zolang mensen kleding willen dragen, en daaraan twijfelde niemand op het podium.
Een ander onderwerp dat ter sprake kwam, was de rol van generatieve kunstmatige intelligentie (KI) in de mode-industrie – een ontwikkeling die met name bij de jonge generatie gemengde gevoelens oproept. Een leerling vroeg kritisch of deze technologie de basisgedachte van vakmanschap en creativiteit niet ondermijnt. Bamber nam het woord en vond geruststellende woorden voor de bezorgde toehoorders: “Hoe vaardig je ook met KI kunt werken, het belangrijkste blijft de creativiteit. We zullen altijd de creatieve geest nodig hebben om vooruit te komen.”
Hoe divers is de branche echt?
Hoewel de kritische houding ten opzichte van kunstmatige intelligentie bij de tech-savvy jonge generatie verrassend mag lijken, is hun duidelijke eis voor gelijkheid, diversiteit en inclusie allang geen geheim meer. Maar hoe worden deze waarden vertaald in de mode, en wat hebben ze met duurzaamheid te maken? Deze vragen belichtten Sevil Uguz van de interdisciplinaire modelocatie Platte.Berlin, de ontwerpers Kasia Kucharska en Graeme Bone, en Rosie Gaunt, manager duurzaamheid, circulaire economie en diversiteit, gelijkheid en inclusie bij Manolo Blahnik, in een paneldiscussie.
Voor Gaunt is de link tussen duurzaamheid en diversiteit een centraal aandachtspunt. Ze benadrukte dat diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI) essentieel zijn voor duurzame oplossingen en onlosmakelijk verbonden moeten zijn met het aanpakken van de klimaatcrisis. Ze wees op de ongelijkheid in de wereldwijde welvaartsverdeling binnen de mode-industrie: grondstoffen komen overwegend uit het globale Zuiden, terwijl emissies en winsten geconcentreerd zijn in het globale Noorden. “Vandaag praten we over circulaire economie, zero waste, regeneratieve landbouw - allemaal oplossingen voor de klimaatcrisis, met name voor onze branche. Maar al deze benaderingen zijn diep geworteld in inheemse kennis en praktijken. En toch worden inheemse gemeenschappen vaak niet betrokken bij de gesprekken. Juist daarom is DEI zo cruciaal voor duurzame bedrijfspraktijken in elk bedrijf,” legde ze uit.
Soortgelijke argumenten bracht Uguz naar voren, die de rol van mode als culturele kracht benadrukte en pleitte voor een community-gedreven aanpak die diversiteit en inclusie weerspiegelt. Ze onderstreepte dat inclusie niet alleen een ethisch gebod is, maar ook een creatieve en culturele noodzaak voor een duurzame en rechtvaardige toekomst van de mode. Twee ontwerpers die duurzaamheid en diversiteit al centraal hebben gesteld in hun werk, zijn Kucharska en Bone. Kucharska legde uit hoe haar biologisch afbreekbare latexcreaties een divers publiek aanspreken en individualiteit en body positivity vieren. Bone daarentegen lichtte toe dat zijn aanpak gericht is op het doorbreken van traditionele genderrollen in de mode, terwijl tegelijkertijd duurzaamheid wordt geprioriteerd door lokaal geproduceerde materialen. Hun werk laat zien hoe beide prioriteiten succesvol gecombineerd kunnen worden.
Het thema raakte een snaar bij de leerlingen, die gretig hun vingers opstaken om nadenkende vragen te stellen die aantoonden hoe vertrouwd ze met het onderwerp waren. Een leerling vroeg: “Wordt er ook aandacht besteed aan stoffen voor mensen met sensorische problemen of mensen met mobiliteitsproblemen die geen knopen kunnen bedienen, of zelfs zoiets als positiekleding?” Een vraag die al snel de grenzen blootlegde van zelfs de meest doordachte ontwerpers en een gebrek aan divers denken illustreerde dat momenteel nog aanwezig is in de branche, maar moeilijk te beheersen is voor een jong onafhankelijk merk - een thema dat later onder de aanwezigen werd besproken, lang nadat de vraag voorbij was.
Is er een betaalbaar alternatief voor fast fashion?
Over discussie gesproken: geen enkel ander panel van de dag zorgde voor zoveel discussie als “Pushing Reflection: De overgang naar circulaire mode”, waarbij Anthony Burns, Chief Operating Officer van de grootste Circular Fashion Hub van de EU, ACS Clothing, Tamara Cincik, professor mode en duurzaamheid aan de Bath Spa University en directeur van het National Centre for Fashion & Sustainability, Fashion Capital CEO Jenny Holloway en Beth Alexander van Ebay spraken over wat er nodig is om de branche vooruit te helpen op weg naar een circulaire toekomst.
De discussie draaide om innovatieve businessmodellen zoals kledingverhuur, wederverkoop en reparatiediensten, die werden benadrukt als belangrijke strategieën om afval te verminderen en verantwoorde consumptiepatronen te bevorderen. Ook de noodzaak van politieke aanpassingen, zoals de invoering van de “Extended Producer Responsibility” (EPR) in het Verenigd Koninkrijk, werd besproken.
Een centraal thema was echter ook de culturele verandering die nodig is om overconsumptie te verminderen. Terwijl kleinere, duurzame merken het voortouw nemen, pleitten de experts ook voor meer verantwoordingsplicht van grote fast fashion bedrijven zoals Shein. Deze uitspraak riep gemengde reacties op bij de leerlingen. Een leerling verklaarde: “Wij kopen bij Shein omdat het goedkoop is. Wij kunnen het ons niet veroorloven om bij duurzame merken te kopen. Shein mag dan wel goedkope kwaliteit bieden en niet lang meegaan, maar het is betaalbaar.”
Deze opmerking, evenals de daaropvolgende discussies over alternatieven zoals tweedehands kleding en de investering in duurzamere stukken, maakte de kloof tussen de perspectieven van de experts en de realiteit van de leerlingen duidelijk. De experts erkenden de relevantie van de vraag, een echte oplossing bleef echter vooralsnog uit. De Duitse leerlingen gingen met een versterkt gevoel van trots en enthousiasme voor upcycling naar huis. In het Dumfries House atelier hadden ze de kans gekregen om van gebruikte kledingstukken van eBay nieuwe creaties te maken. Desondanks blijft de vraag naar duurzame én betaalbare oplossingen voor aanbieders zoals Shein een relevant thema dat in de toekomst zeker opnieuw ter sprake zal komen. Een aantal van de leerlingen vertrok geïnspireerd, met het voornemen om een naaimachine aan te schaffen en in de toekomst meer tweedehands mode te kopen.
Aan de tweede helft van de dag namen de leerlingen niet meer actief deel, maar hun opgeworpen vragen raakten niet in de vergetelheid en bleven centraal staan in de discussies. De gedachten, vragen en feedback van de leerlingen werden gedurende de dag verzameld in een online formulier, waarvan de resultaten werden meegenomen in de middagrondetafelgesprekken van de experts. Bij koffie en thee werden concrete actiepunten gedefinieerd die tot de volgende conferentie volgend jaar gerealiseerd moeten worden. De uitkomsten van deze gesprekken worden naar verwachting de komende dagen gepubliceerd en toegankelijk gemaakt voor zowel de deelnemers als het bredere netwerk van The King’s Foundation en de Fashion Council Germany op het gebied van onderwijs, productie, design, beleid en daarbuiten.
Het blijft spannend om te zien hoeveel daarvan tot de volgende conferentie gerealiseerd kan worden en welke nieuwe thema’s de jeugd tegen die tijd zullen bezighouden.
Dit artikel verscheen eerder op FashionUnited. DE. Dit artikel is vertaald door Sylvana Lijbaart met behulp van een AI-tool genaamd Gemini 1.5.
FashionUnited gebruikt AI taaltools om het vertalen van (nieuws)artikelen te versnellen en de vertalingen te proeflezen om het eindresultaat te verbeteren. Dit bespaart onze menselijke journalisten tijd die ze kunnen besteden aan onderzoek en het schrijven van eigen artikelen. Artikelen die met behulp van AI zijn vertaald, worden gecontroleerd en geredigeerd door een menselijke bureauredacteur voordat ze online gaan. Als je vragen of opmerkingen hebt over dit proces, stuur dan een e-mail naar info@fashionunited.com.