De VS-EU handelsoorlog: Een verborgen zegen voor EU mode- en cosmeticabedrijven?

Brussel - Als tegenreactie op de vrijwaringsmaatregelen op de invoer van staal en aluminium vanuit de EU naar de Verenigde Staten, ingesteld door de Amerikaanse president Donald Trump, ondernam de Europese Commissie stappen om deze maatregelen te neutraliseren. Vanaf 20 juni 2018 worden de belastingen op Amerikaanse producten als cosmetica, T-shirts, broeken, herenschoenen, whisky, tabak, bessen, et cetera met 25 procent verhoogd.

Met haar nieuwe Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724 van 16 mei 2018 schorst de Europese Commissie de tariefconcessies in het kader van de GATT*, waardoor aanvullende rechten op deze geïmporteerde goederen mogelijk zijn, voor zover ze afkomstig zijn uit de Verenigde Staten.

Gezien de relevantie van deze extra invoerrechten voor veel FashionUnited-lezers, als zijnde mode- en cosmeticabedrijven en -retailers, worden enkele veelgestelde vragen over de praktische implicaties van deze verordening beantwoord door onze experts**.

1. Wat is het doel van deze maatregelen en zullen ze slagen?

In reactie op Trump’s bedreiging van eerder dit jaar om 25 procent hogere tarieven op de invoer van staal en 10 procent op de invoer van aluminium op te leggen, stelde EU Handelscommissaris Cecilia Malmström een lijst op van productcategorieën die hogere invoerrechten zouden gaan bevatten als ze afkomstig zouden zijn uit de Verenigde Staten. In maart 2018 stemde de Wereldhandelsorganisatie ermee in, klaar om te worden doorgevoerd wanneer het Witte Huis definitief zou beslissen de maatregelen in te voeren. Op 16 mei 2018 nam de Europese Commissie de verordening officieel aan.

De financiële impact van de verhoogde staal- en aluminiumtarieven door Trump wordt geschat op 2,8 miljard euro. Het uiteindelijke doel van de Europese vergeldingsmaatregelen is om de invoer vanuit de Verenigde Staten tegen dezelfde waarde te straffen. Natuurlijk zullen dergelijke maatregelen ook de commerciële activiteiten van diverse Amerikaanse bedrijven verstoren en zo de politieke druk op Trump vanuit verschillende industrieën vergroten. Sommige bronnen insinueren zelfs dat de lijst met productcategorieën Trump-aanhangende bedrijven bevat om op die manier een politiek statement te maken.

Het is echter de vraag of deze maatregelen zullen slagen met betrekking tot de modeindustrie. Zoals bij de volgende vraag zal worden uitgelegd, houdt de definitie van ‘goederen afkomstig uit de Verenigde Staten’ in dat de goederen in de Verenigde Staten zijn vervaardigd. Veel grote Amerikaanse bedrijven, zoals Levi’s, laten hun items echter over de hele wereld in verschillende fabrieken produceren. In plaats van hun jeans vanuit de Verenigde Staten naar Europese retailers te verzenden, zouden ze er gemakkelijk voor kunnen kiezen om de bron van hun producten te veranderen en zo de verhoogde tarieven te vermijden. Fabrikanten van producten als tabak en bessen zullen daarentegen een veel grotere impact voelen.

2. Welke producten en merken zijn er voornamelijk bij betrokken?

Zoals vermeld in de inleiding, is de lijst met productcategorieën lang en bevat het cosmetische preparaten, T-shirts, (spijker)broeken, herenschoenen, whisky, tabak en bessen die ‘afkomstig zijn uit de Verenigde Staten’.

Hoewel het nog is te bezien en afhankelijk is van de specifieke productcategorie hoe het criterium ‘afkomstig uit de Verenigde Staten’ zal worden toegepast, bepalen de gevestigde beginselen van het douanerecht dat een product afkomstig is van een bepaald gebied als het er volledig is vervaardigd of er ‘substantieel is getransformeerd’. Handelingen van substantiële transformatie omvatten niet het etiketteren, verpakken, aanbrengen van een logo, et cetera. Het begrip ‘substantiële transformatie’ verwijst naar een proces dat een specifieke eigenschap aan een product toebrengt, dat het voorheen nog niet bezat. Met betrekking tot spijkerbroeken, andere kledingstukken en cosmeticaproducten, die over het algemeen een nogal gecompliceerde productiecyclus hebben, kan de betekenis van ‘substantiële transformatie’ ter discussie staan. Door de laatste producttransformatie buiten de Verenigde Staten te laten plaatsvinden, kunnen fabrikanten de negatieve effecten van de maatregelen verzachten.

3. Wat zijn de gevolgen voor lokale Europese mode- en denimmerken?

De precieze gevolgen voor de mode-, en in het bijzonder de denim- en cosmeticaindustrie, vallen nog te bezien. Afhankelijk van de implicatie van detailhandelsprijzen (zie vraag 4) kunnen de prijzen van lokale Europese mode-, denim- en cosmeticamerken interessanter en voordeliger worden ten opzichte van Amerikaanse labels, voor zover de producten van die laatste in de Verenigde Staten worden vervaardigd. De meeste lokale Europese fabrikanten van T-shirts, spijkerbroeken en cosmetica zullen content zijn met de genomen maatregelen en zouden hiermee een unieke kans kunnen grijpen om hun marktaandeel in de EU te vergroten.

Echter, zoals hierboven vermeld, zullen de gevolgen afhankelijk zijn van de handelsverlegging die zich zal voordoen. Als internationale merken, in het meest waarschijnlijke geval, in staat zouden zijn de productie ergens anders te laten plaatsvinden, zullen de positieve gevolgen voor lokale Europese bedrijven beperkt zijn. Als de Amerikaanse bedrijven daarentegen geen productiefaciliteiten buiten de Verenigde Staten kunnen oprichten of niet kunnen overschakelen op import vanuit andere landen, zouden Europese bedrijven juist kunnen profiteren van de maatregelen.

4. Hoe lang zullen deze maatregelen worden gehandhaafd?

De EU-verordening voorziet niet in een uiterste of maximale duur van de opgelegde handelsmaatregelen. In theorie is daarom de opschorting van de concessie en daarmee de verhoogde tarieven toegestaan en blijven deze gelden totdat het geschil met de Verenigde Staten over staal- en aluminiumrechten zal eindigen, wat ten minste enkele jaren zal duren. Het is onmogelijk om te zeggen of en wanneer dit zal gebeuren.

Met andere woorden: totdat president Trump van gedachten verandert en terugkomt op zijn besluit tot hogere invoertarieven op staal en aluminium uit de EU, zouden sommige lokale Europese merken kunnen profiteren van de situatie.

*Beter bekend als de General Agreement on Tariffs and Trade. Dit multilaterale verdrag (een juridische overeenkomst tussen meerdere landen wereldwijd) heeft als algemeen doel om de internationale handel te bevorderen door belemmeringen als tarieven en quota te verminderen of te elimineren.

** Geschreven door Judith Bussé en Lorenzo Di Masi , advocaten van Crowell & Moring. Crowell & Moring LLP is een internationaal advocatenkantoor dat zich bezighoudt met modewetgeving en cliënten in zowel de Verenigde Staten als Europa vertegenwoordigt. Crowell & Moring helpen cliënten binnen de modeindustrie met diverse juridische kwesties, waaronder intellectueel eigendom en handelsrecht. Ze geven regelmatig advies over de waardering en exploitatie van IP-rechten, helpen cliënten bij aanvragen handelsmerken, ontwerppatenten en auteursrechten, en procederen en handhaven deze rechten.

Vertaling en bewerking vanuit het Engels: Tessa Guntlisbergen.

Beeld: Levi jeans via Pixabay. Credit: CC0 Creative Commons. Silhouet Trump via Pexels. Credit: CC0 License