Flinke verschillen in financiering per stad voor Dutch Sustainable Fashion Week
Na een succesvolle afronding van de twaalfde Dutch Sustainable Fashion Week (DSFW), begint iets op te vallen: niet elke stad zet zich even fel in om er het duurzame modefeest van te maken dat het wil zijn. Hoe zit dat?
Rotterdam en Amsterdam
Gemeente Rotterdam leverde deze DSFW de grootste financiële bijdrage van 200.000 euro. Met dat geld werden workshops, talks en presentaties georganiseerd op prominente locaties, waaronder Het Nieuwe Instituut. Amsterdam daarentegen investeerde niets.
Volgens DSFW-oprichter Cécile Scheele is dat verschil onderwerp van gesprek binnen de organisatie. “De investering van Rotterdam komt voort uit een duidelijke gemeentelijke visie om duurzaamheid en ondernemerschap te versterken,” zegt ze. “De stad gebruikt DSFW als platform om lokale mode-initiatieven zichtbaar te maken. Zo is in Rotterdam een sterk regionaal evenement ontstaan dat breed door de stad wordt gedragen.”
Lijnrecht daartegenover staat Amsterdam, dat geen financiële bijdrage levert aan de DSFW. “De motivatie vanuit de gemeente is dat het beschikbare duurzaamheidsbudget volledig wordt ingezet binnen de Amsterdam Fashion Week (AFW), met als reden: een groter bereik.” In de praktijk vindt Scheele dat discutabel. “Sinds het platform van eigenaar is veranderd, ligt het engagement van AFW relatief laag. Het is meer een evenement geworden voor BN’ers dan voor het brede publiek.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Monique Drent, programmamanager van DSFW in Rotterdam en actief in duurzame modeprojecten in Amsterdam, kent de verschillen van dichtbij: ““In Amsterdam worden andere keuzes gemaakt,” zegt ze. “Zo bekostigde de stad de Wear-for-Life-campagne, opgezet door Cosh! om duurzame ondernemers in de hoofdstad uit te lichten, en de nieuwe Fashion Pioneer Awards, die die ondernemers met prijzen beloont. Daarnaast kunnen mode-initiatieven via de subsidie Duurzaam Initiatief tot 80.000 euro aanvragen.” Ze wijst ook op de aanwas van Amsterdamse vintageboetieks, merken en andere initiatieven zoals repair cafés en naaiateliers die via hun eigen kanalen het bredere publiek weten te bereiken - het hele jaar door en los van een fashionweek.
Drent vindt de inzet van Rotterdam flink. “Rotterdam investeert bewust in een fashion week, omdat er veel gebeurt dat een podium verdient. Rotterdammers steken bovendien liever de handen uit de mouwen dan dat ze zichzelf promoten. DSFW helpt om die lokale modeprofessionals zichtbaar te maken. Daardoor heeft het in Rotterdam echt meerwaarde – meer dan in een stad als Amsterdam, met weer een andere mentaliteit.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Andere steden: groeiende betrokkenheid
In Utrecht, Leiden en Lelystad ziet Scheele de interesse in de modeweek toenemen. Hun financiële bijdragen zijn (nog) relatief klein. Leiden doet dit jaar voor het eerst mee, Lelystad voor de tweede keer. “Binnen de gemeente Lelystad merken we dat het gevoel van urgentie nog niet hoog is, en dat ze voorzichtig meefinancieren (minder dan tienduizend euro).”
Haarlem en Den Bosch noemt ze als inspirerende voorbeelden door de betrokkenheid van de gemeentes, ondanks de kleine budgetten. Haarlem doet al voor de zevende keer mee. “De organisatie ligt volledig bij de gemeente en lokale partners. Haarlem is een sterk voorbeeld van hoe duurzame mode structureel in het stedelijk beleid kan worden verankerd”, zegt Scheele. In Den Bosch werkt de gemeente via Den Bosch Partners en is DSFW onderdeel van het stedelijk programma ‘Zin in Morgen’, met naast mode ook horeca en cultuur onder de duurzame noemer. “Andere steden keken met interesse mee naar die aanpak”, zegt Scheele.
In Enschede, waar de lijst met activiteiten op het programma het langst was, komt de meeste inzet van Hogeschool Enschede en lokale partners en minder van de gemeente, “maar er is wel degelijk sprake van actieve betrokkenheid en co-creatie.” Uit Den Haag komt wel interesse, maar er is nog geen samenwerking, omdat er nog geen programmamanager is gevonden die DSFW kan coördineren. “Dat is work in progress”, zegt Scheele. Groningen vervangt DSFW met een eigen terugkerend programma: Kleer'nzooi XXL.
Meer animo voor DSFW
Hoewel DSFW geen formele cijfers bijhoudt per stad, ziet de organisatie duidelijke groei. “We zien een toename in het aantal deelnemende ondernemers, partners en bezoekers,” zegt Scheele. “Ook de kwaliteit van de programmering, media-aandacht en lokale betrokkenheid nemen toe.”
Die zichtbare maatschappelijke impact overtuigt veel gemeenten om alsnog aan te haken. “Zodra ze meedoen, groeit de samenwerking elk jaar verder,” aldus Scheele. “Alleen Amsterdam vormt momenteel een uitzondering op die positieve trend.”
OF LOG IN MET