Het niet-geregistreerd Gemeenschapsmodel: ongekend maar niet onbemind in de modesector
bezig met laden...
Brussel - De bescherming van creatieve inspanningen en ontwerpen is een kernactiviteit van zowat alle Europese modebedrijven. In essentie kunnen modeartikelen (kledij, accessoires, handtassen, schoenen, etc.) binnen de Europese Unie o.a. beschermd worden door het auteursrecht en modellenrecht. Ook andere IE-rechten kunnen uiteraard een rol spelen .
Iets minder gekend, is het niet-geregistreerd model dat in 2002 door de Europese wetgever in het leven werd geroepen voor de bescherming van producten met een korte levensduur. Aangezien de mode-industrie gedreven wordt door snelle innovatie, aan de hand van seizoenscollecties met telkens nieuwe ontwerpen, is dit specifieke, niet-geregistreerde en dus goedkope intellectuele eigendomsrecht voor veel modebedrijven de bescherming bij uitstek.
In deze bijdrage, gaan we wat dieper in op het hoe, wat en waarom van dit niet-geregistreerde modellenrecht.
Het voorwerp van bescherming in het modellenrecht
Het modellenrecht, zij het de geregistreerde of niet-geregistreerde variant, beschermt in essentie het uiterlijk (de verschijningsvorm) van een product, dat bepaald wordt door de kenmerkende eigenschappen ervan. Dit zijn in het bijzonder de lijnen, omtrek, kleuren, vorm, textuur, decoraties, logo’s, foto’s, illustraties, materialen etc. Zo komen nieuwe ontwerpen van kledingstukken of accessoires, maar ook decoratieve prints voor modelrechtelijke bescherming in aanmerking.
De vereisten voor bescherming
Om aanspraak te maken op modelrechtelijke bescherming, moet het model aan 2 vereisten voldoen: het model moet nieuw zijn en getuigen van een eigen karakter.
Het model zal vooreerst nieuw zijn indien geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld. Modellen worden geacht identiek te zijn, indien de kenmerken ervan slechts in onbelangrijke details verschillen.
Het model heeft daarnaast een eigen karakter indien de algemene indruk die het bij de geïnformeerde gebruiker (de opmerkzame consument of de aandachtige shopper, fashionista of modeblogger) wekt, verschilt van de algemene indruk die de gebruiker heeft van een ouder, reeds beschikbaar model. Met andere woorden mag er geen déjà-vu gevoel ontstaan.
Om aanspraak te kunnen maken op een niet-geregistreerd model, is het bijkomend wel van belang dat de ontwerper goed noteert, bijhoudt en documenteert wie, wanneer welke ontwerpen heeft gemaakt en wanneer deze voor het eerst aan het publiek werden geopenbaard. Ook omgekeerd, om onterechte beschuldigingen van inbreuk te vermijden, is het belangrijk om het volledige ontwerpproces goed te documenteren en te dateren. Alleen op die manier kan men immers aantonen dat het ontwerp op onafhankelijke wijze tot stand is gekomen. Schetsen, inspiratieborden en brainstormsessies worden dus best op gestructureerde en chronologische wijze bijgehouden.
De keuze tussen het geregistreerd en het niet-geregistreerd model
Van zodra het model aan bovenstaande vereisten voldoet, heeft de ontwerper op het gebied van het modellenrecht twee opties:
1) ofwel kiest de ontwerper voor het geregistreerd model en laat deze zijn of haar model tegen vergoeding registreren bij een nationaal of internationaal modellenbureau (bijvoorbeeld het Europees Bureau, het EUIPO, of het Benelux-Bureau, het BOIP). De bescherming loopt voor een termijn van 5 jaar, waarna deze tegen betaling tot 5 keer toe kan worden verlengd tot een maximale beschermingstermijn van 25 jaar.
2) ofwel gaat de ontwerper voor het niet-geregistreerd model: dit ontstaat automatisch (lees: gratis) voor een eenmalige termijn van 3 jaar vanaf de datum waarop het model voor het eerst binnen de Europese Unie voor het publiek beschikbaar wordt gesteld. In plaats van registratie dient de ontwerper zijn creatie dus openbaar maken. Hieronder verstaat men: publiceren, tentoonstellen, in de handel brengen of anderszins openbaar maken en wel op zodanige wijze dat deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs ter kennis konden zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector die in de Europese Unie werkzaam zijn. Met andere woorden, zal een model dat op de tekentafel is blijven liggen, niet worden geacht openbaar te zijn gemaakt.
De beschermingsomvang van het geregistreerd en niet-geregistreerd model
De beschermingsomvang van een geregistreerd en een niet-geregistreerd model zal evenwel verschillend zijn. Zo kan de houder van een niet-geregistreerd model louter optreden tegen namaak in de letterlijke zin van het woord. Men zal moeten aantonen dat de copycat tot stand is gekomen door het kopiëren van het oudere model.
Een geregistreerd model kent daartegenover een ruimere beschermingsomvang: de houder ervan mag dit model exclusief gaan exploiteren en heeft het recht om zich te verzetten tegen gebruik of latere registratie door derden van producten met hetzelfde uiterlijk of met een uiterlijk dat geen andere algemene indruk wekt.
Tips en tricks voor het niet-geregistreerd model
Hoewel een niet-geregistreerd model een minder ruime beschermingsomvang biedt, blijft het een enorm interessant intellectueel eigendomsrecht in de modesector. Het is gratis, flexibel, vergt geen administratieve rompslomp en biedt een relatief korte maar duidelijke beschermingsomvang tegen namakers. Een goed gedocumenteerd en chronologisch gestructureerd creatieproces zijn daarentegen wel onontbeerlijk om op deze bescherming aanspraak te kunnen maken (of om zich daarentegen te verdedigen tegen mogelijks onterechte aanspraken van modelhouders).
Dit artikel is geschreven door Frances Caudron en Judith Bussé, advocaten bij de balie Brussel (Crowell & Moring). Crowell & Moring LLP is een internationaal advocatenkantoor dat cliënten in de modeindustrie bijstaat en vertegenwoordigt in verschillende rechtsdomeinen, waaronder intellectuele eigendom. Op regelmatige basis adviseren zij cliënten over de valorisering en exploitatie van intellectuele eigendomsrechten en ondersteunen zij hen bij het registeren en handhaven van merken, modellen, auteursrechten.
Beelden: Pexels