• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Hudson’s Bay krijgt opnieuw ‘nee’ te horen in rechtszaak met verhuurders

Hudson’s Bay krijgt opnieuw ‘nee’ te horen in rechtszaak met verhuurders

Door Caitlyn Terra

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business

Hudson’s Bay Company heeft opnieuw nee te horen gekregen van de rechtbank. Het bedrijf had een verzoek ingediend om in een geschil tussen haar en voormalige verhuurders een voorlopig getuigenverhoor te doen. In een hoger beroep heeft het gerechtshof van Amsterdam opnieuw beslist dat dit verzoek is afgewezen, zo blijkt uit de officiële uitspraak.

Hudson’s Bay Company is van mening dat verhuurders van diverse panden vóór de verhuur van die panden aan Hudson’s Bay Nederland onderling afspraken hebben gemaakt die in strijd zijn met het Europese en/of Nederlandse mededingingsrecht. Hierbij zou het gaan om het kartelverbod en misbruik van hun machtspositie. HBC wilde daarom getuigen horen om haar positie te kunnen bepalen met het oog op door of tegen HBC te voeren rechterlijke procedures. Ook heeft Hudson’s Bay Company aangevoerd te willen onderzoeken of verhuurders aansprakelijk zijn voor het faillissement van Hudson’s Bay Nederland en of verhuurders wel hebben voldaan aan hun contractuele verplichting tot wederverhuur van de winkelpanden. Deze laatste twee redenen zijn in het hoger beroep nieuw toegevoegd.

Het hof oordeelt over de laatste twee redenen dat HBC niet duidelijk heeft gemaakt over welke haar nog niet bekende feiten en omstandigheden zij getuigen wenst te horen. Daardoor heeft het bedrijf niet voldaan aan een van de wettelijke vereisten voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor.

Daarnaast is het gerechtshof van Amsterdam tot het oordeel gekomen dat een eventueel getuigenverhoor minstens een jaar of anderhalf jaar zou duren voordat het is afgerond. Tegen die tijd zijn veel van de nu al aanhangige procedures bij de rechtbank en het hof zijn afgerond. “Bovendien kosten die verhoren veel tijd van de verhuurders, de advocaten en de getuigen en zijn daarmee voor alle betrokkenen hoge kosten gemoeid. Ook brengen zij een aanzienlijke belasting van de rechterlijke macht met zich. Vanwege dit alles is het hof van oordeel dat een toewijzing van het verzoek met dit doel ‘niet doelmatig, niet proces economisch en niet maatschappelijk verantwoord’ is,” aldus de openbare uitspraak.

Hudson’s Bay Company ging voor de uitrol van Hudson’s Bay Nederland langdurige huurcontracten met verhuurgaranties aan met verhuurders. In de meeste gevallen beloofde Hudson’s Bay dat het pand minstens tien jaar verhuurd zou worden. Echter verliet Hudson’s Bay Nederland alweer twee jaar na de lancering waarbij lege winkelpanden werden achtergelaten. De verhuurders maakten na het faillissement van de Nederlandse tak dan ook aanspraak op de garanties voor de betaling van onbetaald gebleven huur. Inmiddels is al 34 miljoen euro uitbetaald.

Beeld: FashionUnited

Hudson's Bay
Hudson's Bay Company