Italiaanse luxemerken opgeschrikt door onderzoeken naar uitbuiting
Een reeks onderzoeken naar uitbuiting bij onderaannemers in de mode-industrie brengt de Italiaanse luxesector in beroering. De regering spreekt van aanvallen op ‘Made in Italy’.
Sinds 2024 staan vijf modemerken onder curatele na onderzoeken door het openbaar ministerie in Milaan. Deze onthullen misstanden en een gebrek aan toezicht in de toeleveringsketens van enkele van de meest gerespecteerde merken van Italië.
Recentelijk verschijnen advocaten van luxe lederwarenbedrijf Tod’s voor de rechtbank in Milaan. Aanklagers eisen een tijdelijk reclameverbod en extern bewind vanwege wat zij ‘kwaadwillige’ acties van het bedrijf noemen.
De onderzoeken onder leiding van officier van justitie Paolo Storari werpen een licht op de schaduwzijde van de luxe-industrie.
Centraal staat de wijdverbreide praktijk van uitbesteding aan leveranciers die het werk weer doorgeven. Dit gebeurt te midden van steeds krappere marges en gebrekkig toezicht op arbeidsomstandigheden.
Tot nu toe richten de onderzoeken zich op Loro Piana, de Italiaanse dochteronderneming van Dior Manufactures Dior, Giorgio Armani Operations en Alviero Martini. Aanklagers suggereren dat er meer onderzoeken volgen.
De Italiaanse regering kiest de aanval. Volgens minister van Industrie Adolfo Urso ligt de reputatie van Italiaanse merken ‘onder vuur’.
Er is een voorstel voor een certificaat waarmee luxebedrijven aantonen dat ze aan de wet voldoen. Critici noemen de maatregel tandeloos omdat deze vrijwillig is en merken onterecht zou beschermen tegen aansprakelijkheid.
Urso zei in oktober: “We nemen concrete maatregelen om de Italiaanse mode krachtig te verdedigen, om haar reputatie en de waarden te beschermen die haar synoniem hebben gemaakt met schoonheid, kwaliteit en authenticiteit.”
‘Keten van uitbuiting’
Aanklagers stelden vorige maand dat Tod’s – waarvan de leren loafers meer dan duizend dollar kunnen kosten – en drie leidinggevenden ‘volledig op de hoogte’ waren van de uitbuiting van Chinese onderaannemers. Zij verzuimden echter systemen op te zetten om dit te voorkomen.
Tod’s negeerde naar verluidt eigen audits die schendingen van werktijden en lonen aan het licht brachten – met uurlonen van slechts 2,75 euro. Ook waren er inbreuken op veiligheidsmaatregelen en wat aanklagers ‘mensonterende’ slaapplaatsen in de fabriek noemden.
Volgens de Italiaanse wet zijn bedrijven verantwoordelijk voor overtredingen door vertegenwoordigers – zoals goedgekeurde leveranciers – die in hun belang handelen. Belangenbehartigers van werknemers in de mode-industrie wijzen al tientallen jaren op wijdverbreide misstanden in de toeleveringsketens.
Leveranciers zijn ‘overgeleverd aan de genade van grote merken die commerciële voorwaarden opleggen, te beginnen met prijzen die te laag zijn om alle kosten te dekken’, aldus Deborah Lucchetti. Zij is nationaal coördinator van de Clean Clothes Campaign in Italië.
Dit voedt een systeem waarin eerstelijnsleveranciers zich tot onderaannemers wenden en steeds strengere voorwaarden opleggen. Dit leidt tot arbeidsmisstanden, meestal tegen migranten.
Ze vertelde aan AFP: “Het is een keten van uitbuiting.”
De Italiaanse modeleveranciers zijn voornamelijk kleine en middelgrote bedrijven. Volgens brancheverenigingen sloten tienduizenden van hen de afgelopen jaren hun deuren door een neergang in de luxesector en hogere productiekosten.
Door een gebrek aan gegarandeerd werk van opdrachtgevers en flinterdunne marges kunnen leveranciers niet investeren en blijven ze klein. Bij grote orders schakelen ze onderaannemers in voor snelle hulp. Volgens Lucchetti is dit een systeem dat ‘spelers in de toeleveringsketen effectief aanzet tot illegaal gedrag’.
Aanklagers stelden dat zowel Tod’s als Loro Piana niet onwetend konden zijn van het feit dat een van hun belangrijkste leveranciers de volledige productie uitbesteedde. De leverancier had namelijk geen productieapparatuur, zoals naaimachines, in de faciliteit.
De betrokken bedrijven reageren wisselend: ze verbreken banden met leveranciers, veroordelen hun acties of beschuldigen hen van het verbergen van misstanden.
Reputatierisico
Vanwege het reputatierisico proberen sommige merken consumenten gerust te stellen.
Vorige week nodigde Prada, een van de Italiaanse toptienluxemerken, journalisten uit in de fabriek in Scandicci buiten Florence. Hier toonden ze de stapsgewijze transformatie van soepel leer tot luxe handtassen.
Gevraagd naar de onderzoeken zei Lorenzo Bertelli, marketing directeur en hoofd maatschappelijke verantwoordelijkheid bij Prada, dat productie nooit een bijzaak is geweest voor het bedrijf.
Volgens Bertelli zien andere leidinggevenden in de mode productie niet ‘als een verantwoordelijkheidsgebied’. Hij stelde: “En dit heeft geleid tot veel van de dingen die u in de kranten hebt gelezen.”
Prada maakt niet bekend hoeveel van de productie in eigen beheer is, maar stelt dat dit het hoogste percentage in de sector is. Prada bezit 25 fabrieken, waarvan er 23 in Italië staan.
Bertelli noemde het een ‘constante strijd’ om de toeleveringsketen van Prada schoon te houden.
“We moeten voortdurend inspecties of controles uitvoeren bij leveranciers, dit is het dagelijkse werk dat we doen.” (AFP)
Dit artikel is in het Nederlands vertaald met behulp van een AI-tool.
FashionUnited gebruikt AI taaltools om het vertalen van (nieuws)artikelen te versnellen en de vertalingen te proeflezen om het eindresultaat te verbeteren. Dit bespaart onze menselijke journalisten tijd die ze kunnen besteden aan onderzoek en het schrijven van eigen artikelen. Artikelen die met behulp van AI zijn vertaald, worden gecontroleerd en geredigeerd door een menselijke bureauredacteur voordat ze online gaan. Als je vragen of opmerkingen hebt over dit proces, stuur dan een e-mail naar info@fashionunited.com.
OF LOG IN MET