Kringloopdebat: circulaire economie vraagt niet om techniek, maar om moed
Tijdens het Nationaal Kringloopdebat in Amersfoort staat de vraag centraal hoe Nederland in 2050 volledig circulair kan worden. De kringloopsector speelt daarin volgens de aanwezige kamerkandidaten een cruciale rol, maar er zijn veel uitdagingen.
Voor de context schetst Herre Dijkema, directeur van branchevereniging Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsdiensten (NVRD), de situatie: “Onze leden zamelen al sinds 1906 afval in, scheiden, recyclen, proberen te hergebruiken en te repareren, met partners als de kringloopcentra. In 2050 willen we geen afvalverwerkers, maar grondstoffenmakelaars zijn.”
Toch komt de sector niet verder, stelt Dijkema. Grofweg de helft - waaronder de categorie mode - wordt verbrand, omdat circulaire businessmodellen niet van de grond willen komen. “We kúnnen zo niet verder." Hij mist vooral visie uit Den Haag. "Daar wordt wel gesproken over circulair, maar in de praktijk is die economie nog erg lineair als je ziet hoe er wordt geïnvesteerd. Als we stappen willen nemen naar een circulaire economie, moeten we afstand nemen van bepaalde sectoren die fossiele brandstoffen gebruiken. Anders hebben we namelijk een plasticindustrie.” Dijkema noemt specifiek de fast fashion-sector als voorbeeld. “Die zorgt dat enorme hoeveelheden kleding worden geproduceerd die nauwelijks gedragen worden.”
CDA-kandidaat Jantine Zwinkels benadrukt het belang van wetgeving die reparatie stimuleert. “Recht op reparatie staat in ons verkiezingsprogramma. We vinden het belangrijk dat dat wettelijk wordt vastgelegd en dat het bedrijfsleven zich eraan houdt. Want het is zonde dat we meteen iets nieuws moeten kopen als maar een klein onderdeel kapot gaat.” Later in het debat gaat ze in op de randvoorwaarden die de overheid moet creëren. “Wij (CDA) leggen een geldbedrag op tafel om te zorgen dat bijvoorbeeld biobased en gerecyclede materialen door kunnen zetten.”
GroenLinks-PvdA-kandidaat Geert Gabriëls wijst op het verschil tussen ambitie en realiteit. “Er zijn elke week initiatieven waar mensen hun hart en ziel inzetten voor circulariteit, maar die toch failliet gaan. Beprijzing, normering en stimulering zijn nodig om de lineaire economie terug te duwen, zodat dat soort initiatieven kunnen groeien.” Volgens hem ligt de sleutel bij fiscale prikkels. “Belastingen op grondstoffen moeten omhoog en op arbeid omlaag, zodat repareren goedkoper wordt.”
Als VVD-kandidaat Martijn Buijsse waarschuwt voor de consequenties van nationale maatregelen, reageert Gabriëls fel: “Maar ondertussen verliezen we zoveel innovaties en circulaire ondernemers. Die kosten, van het niets doen, worden niet in kaart gebracht.”
Buijsse pleit voor een voorzichtige aanpak. “Een les die ik leerde: als je gaat beprijzen en normeren op nationaal niveau, dan breng je direct de economie in gevaar. Er is een handelsoorlog gaande tussen Amerika, China en Europa. We willen onze banen houden en de welvaart hoog houden. Vanuit die verantwoorde aanpak willen we naar circulariteit toe; laten we Europa doelstellingen creëren met een gelijk speelveld voor organisaties.”
D66’er Henk-Jan Oosterhuis laat zich optimistisch uit over de toekomst van circulariteit. Hij stelt circulaire maatregelen voor die passen in de huidige economie, bijvoorbeeld via aanbestedingen, of door producenten te verplichten hergebruikte materialen te gebruiken. “Want dán krijg je ook een businesscase. Met die combinatie denk ik dat we in 2050 een circulaire economie kunnen hebben.”
Willemijn Stoffels van de Partij voor de Dieren vindt dat de politiek nog te weinig lef toont. “Iedereen zegt: circulaire economie - gaan we doen. Maar er worden te weinig keuzes gemaakt. Wij (PvdD) kiezen voor een radicaal ander systeem. De belasting op arbeid is veel te hoog en op grondstoffen veel te laag. Een verschuiving zou aan alle kanten goed zijn, maar niemand durft die keuze te nemen.”
Vanuit de ChristenUnie komt de oproep om ook naar de invloed van online consumptiegedrag en beïnvloeding te kijken. Kandidaat Hetty Egger-van Oppen: “Ik hoor niemand iets over social media zeggen. Dat we de beïnvloeding dáár eens aan banden moeten leggen. Dat bedrijven als Shein en Temu in Nederland adverteren, en als je één keer bestelt, je vijftig mails met aanbiedingen krijgt. Daar kunnen wij in Nederland rustig wat aan doen.”
OF LOG IN MET