Made in Europe: Oostenrijks sportmerk Löffler over lokaal produceren
bezig met laden...
Oostenrijk - Terwijl veel kledingmerken nu hun productie terug naar Europa willen halen, heeft Löffler hier altijd geproduceerd. Het Oostenrijkse sportkledingmerk heeft zojuist zijn eigen nieuwe productiefaciliteit in Bulgarije opgezet met ongeveer 100 werknemers. FashionUnited bezoekt hen en mag ook een paar ongemakkelijke vragen stellen.
Ongeveer 90 procent van de gehele creatie van goederen van het Oostenrijkse outdoor- en fietskledingmerk Löffler vindt plaats in Europa. Voor een sportkledingmerk is dat opmerkelijk. Niet alleen wordt het naaiwerk in Europa gedaan, maar ook de meeste stoffen en ingrediënten komen daar vandaan. Want Löffler is niet alleen een merk, maar ook een producent. Löffler is gespecialiseerd in breigoed en produceert ongeveer 70 procent van de stoffen die in zijn collecties worden gebruikt zelf, in zijn hoofdkantoor in Ried im Innkreis, in Oostenrijk. De rest, voornamelijk geweven stoffen en speciale stoffen zoals Gore-Tex laminaten of aanvullende materialen, wordt ingekocht. "We trekken ons eigen pad", zegt directeur Otto Leodolter. "We willen een tegenwicht vormen voor de Aziatische productie en zijn ervan overtuigd dat we ook hier in Europa waarde moeten creëren."
‘Made in Europe’ in plaats van ‘Made in Austria’
Niet alleen worden de stoffen in Ried im Innkreis gebreid, maar ook de productontwikkeling, het ontwerp, het snijden, de confectie en tot op zekere hoogte het naaien vinden daar plaats. De meeste gesneden stoffen worden echter naar het buitenland vervoerd om daar genaaid te worden. Veel gaat naar Tryavna in Bulgarije, waar Löffler eind vorig jaar een eigen nieuw naaiatelier heeft gebouwd, maar ook naar externe naaiateliers in Bulgarije en Tsjechië. Slechts een deel blijft op het hoofdkwartier en wordt daar ter plekke genaaid. Lange tijd maakte Löffler reclame met de slogan ‘Made in Austria’, maar tegenwoordig is het niet meer mogelijk om volledig in Oostenrijk te produceren. "De groei van de laatste jaren maakt dat onmogelijk, we hebben niet de capaciteit in Ried en we krijgen daar niet het aantal mensen dat we daarvoor nodig zouden hebben", legt Leodolter uit en voegt eraan toe: "Het doel was nooit om de productie uit te besteden, maar om de groei in goede banen te leiden." Deze is de afgelopen jaren inderdaad indrukwekkend geweest: In het vorige boekjaar, 2021/22, behaalde het bedrijf een omzet van 33,4 miljoen euro. Twee jaar eerder, in 2019/20, was dat nog 27 miljoen euro. Dat komt overeen met ongeveer 23 procent.
Inzet voor Bulgarije als locatie
Leodolter en zijn team nodigen een kleine groep journalisten uit in Tryavna in Bulgarije om uit te leggen waarom Löffler daar investeert en hoe de productie in Bulgarije eruit kan zien. Ook al scheppen veel bedrijven graag op over ‘productie in Europa’, zijn er grote verschillen tussen de fabrieken daar en de heersende arbeidsomstandigheden. Bij Löffler zijn de verschillen duidelijk zodra je aankomt: te midden van vervallen industriële gebouwen met afbrokkelend pleisterwerk en kapotte ramen heeft Löffler een gloednieuwe naaifabriek gebouwd, helemaal volgens de moderne normen, met veel licht, airconditioning en een grote gemeenschappelijke ruimte met een keuken. Het wordt geleid door Angel Leonov, die mede-eigenaar is en sinds 2004 samenwerkt met Löffler in Tryavna. Leonov spreekt geen Duits of Engels en Leodolter spreekt geen Bulgaars. De communicatie verloopt bijna uitsluitend via twee Duitstalige medewerkers die vertalen en daadwerkelijk in de productie werken. "We doen het zo, zelfs als we contracten tekenen," lacht Leodolter, "als ik alles officieel zou laten vertalen, zouden we nergens komen." Je kunt zien dat hij een speciale band heeft met het land en de mensen. Hij is hier al vaker geweest, toen hij nog professioneel langlaufer en lid van het Oostenrijkse nationale team was.
Het verschil tussen Bangladesh, Bulgarije en Oostenrijk
En hoe zit het met de lonen bij Löffler in Tryavna? Bulgarije is immers een van de armste landen van Europa. Maakt het veel uit of de productie nu in Bulgarije of Bangladesh plaatsvindt? Er is wel degelijk een groot verschil, iets wat Löffler graag wil laten zien door middel van een berekening. Gemiddeld verdient een enkele Löffler-werknemer 26,7 procent meer dan het gemiddelde inkomen van een Bulgaars huishouden. De lonen zijn dus sowieso hoger dan wat normaal geldt in de regio. Bovendien wil Löffler zijn Bulgaarse werknemers laten delen in de winst van het bedrijf, zoals Löffler dat sinds 2000 doet voor zijn werknemers in Oostenrijk.
Dit alles heeft gevolgen voor de productiekosten: Een minuut arbeid in Bangladesh kost één cent, in China is dit vier cent en in Bulgarije 15 cent, aldus Leodolter. Als Löffler bijvoorbeeld een jas met capuchon in Bangladesh zou laten produceren met 120 minuten arbeidstijd in de confectieafdeling, zouden de totale productiekosten - bij gelijke materiaalkosten - ongeveer gehalveerd worden. Dat klinkt natuurlijk aantrekkelijk, maar het heeft ook een keerzijde. Leodolter: "Daarom is het voor veel bedrijven die naar Europa willen terugkeren momenteel zo moeilijk om geschikte fabrieken te vinden. Ze zijn gewend aan heel andere marges. Wij hebben in Europa nooit iets anders gedaan dan produceren en dus geleerd te sparen." Een minuut loon staat in Oostenrijk daarentegen gelijk aan 50 cent, iets wat Leodolter ook onthult.
Aanhoudende groei in het fiets- en outdoor segment
Voor Löffler heeft de eigen productie vruchten afgeworpen. Sinds 1982 heeft het bedrijf consequent winst gemaakt. Samen met zijn zusteronderneming Fischer Sports (skifabrikant) behoort Löffler GmbH tot Fischer Beteiligungsverwaltungs GmbH, die op zijn beurt eigendom is van twee particuliere stichtingen. Löffler kon de pandemie ook goed aan: Eerst door de productie te verleggen naar gezichtsmaskers in Ried, en korte tijd later toen de ‘boom’ in het outdoor segment iedereen verraste, omdat de toeleveringsketen in Europa stabiel en deels in eigen hand was.
Ervan uitgaande dat de outdoor- en fiets ‘boom’ de komende jaren aanhoudt, is Löffler zelfs op zoek naar een andere locatie in Bulgarije om daar nog een naaifabriek te openen. De fabriek in Tryavna moet uitgroeien tot 150 werknemers, maar de locatie biedt niet genoeg ruimte voor meer. "Je moet je realiseren dat er in elke regio maar een beperkt aantal werknemers is", legt de ondernemer uit. "Je voelt nu ook hier het tekort aan arbeidskrachten." Löffler wil ook een opleidingsprogramma opzetten in Tryavna. Grond kopen om er een bedrijf te vestigen is echter niet gemakkelijk in Bulgarije. Dit is voornamelijk te wijten aan de onduidelijke eigendommen van vele percelen en de daaruit voortvloeiende rechtsonzekerheid. Leodolter: "Ik vermoed dat dit veel buitenlandse investeerders afschrikt."
Doel: certificering van alle eigen bedrijven
Maar Löffler wil meer. Alle eigen vestigingen van Löffler produceren al op klimaatneutrale wijze. Alle onvermijdelijke CO2-emissies worden gecompenseerd door steun aan een gecertificeerd project in Bulgarije dat als doel heeft om het klimaat te beschermen. Binnenkort wordt in Tryavna een fotovoltaïsch systeem geïnstalleerd (waarbij licht wordt omgezet in elektriciteit), ook om de enorme stijging van de energiekosten, die Bulgarije bijzonder hard treft, te beperken. Als alles klaar is, wordt de fabriek gecertificeerd. Vanaf 2023 moeten alle producten die in de eigen fabrieken van het bedrijf worden vervaardigd, gecertificeerd zijn volgens "Made in Green by Oeko-Tex". Dit is is een traceerbaar productlabel voor allerlei soorten textiel- en leerproducten die zijn vervaardigd in milieuvriendelijke faciliteiten onder veilige en maatschappelijk verantwoorde arbeidsomstandigheden. Löffler gebruikt voortaan ook helemaal geen PFC in de waterafstotende afwerking van zijn kleding meer. De eigen stoffen van het bedrijf zijn sowieso al PFC-vrij, maar pas vanaf 2023 zal Gore-Tex ook de ecologisch onschadelijke PFC's hebben uitgebannen.
Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.DE. Vertaling en bewerking van het Duits naar het Nederlands: Eugenia Melissen Ferrer.