Omscholing van modeprofessionals voor een circulaire economie
bezig met laden...
Voor de meeste kledingmerken en retailers is “Waar moeten we beginnen?” de belangrijkste vraag op weg naar circulariteit. In 2017 gaf de Global Fashion Agenda belangrijke aanwijzingen over waar de industrie met de Circular Fashion System Commitment 2020 naartoe zou moeten gaan. Voor sommigen was het formuleren van deze doelen de enige stap die ze nodig hadden om hun transitie te starten. Voor veel anderen blijft hoe we van hier - ons huidige, lineaire systeem - naar daar - een circulair, zero waste mode industrie - moeten gaan, echter nog steeds een groot vraagteken.
Hoewel de infrastructuur ter ondersteuning van een dergelijk systeem nog steeds investeringen vereist, zijn er talloze mogelijkheden waar de branche nu al mee aan de slag kan. Denk aan verschillende technologieën, aanbieders van oplossingen en innovaties: van volautomatische sorteer technologieën die textiel-naar-textielrecycling mogelijk maken zoals de Fibersort, tot externe partijen zoals The Renewal Workshop of ThredUP.
Maar het mode systeem is, net als alle andere door mensen gemaakte systemen, gemaakt door en afhankelijk van mensen die anders zijn opgeleid. Mensen die het moeilijk vinden om in de brei van beschikbare opties de juiste te vinden en die misschien niet de vaardigheden en kennis in huis hebben, die nodig zijn om alle mogelijkheden te onderzoeken en te benutten.
Hoe kunnen we deze mensen, deze fashion professionals, dan het beste klaarstomen om de industrie van binnenuit te transformeren?
(Om)scholing is een veelbelovende weg - en er valt ontzettend veel te leren!
De nieuwe school voor (circulaire) vormgeving
De meeste mode professionals zijn opgeleid om kledingstukken te ontwerpen en produceren en daarbij prioriteit te geven aan esthetiek en marge, in plaats van aan de eindgebruiker of de levensduur van het kledingstuk. Dit betekent dat wat er gebeurt met een t-shirt nadat het de winkel verlaat, vaak uit het zicht en uit het hoofd is voor het productteam dat alweer bezig is met het volgende seizoen.
Echter, 80 procent van de impact van een product op het milieu wordt bepaald op de ontwerptafel. De schetsen die we maken, of het nu op papier, Clo3D of Illustrator is, bieden een ongelofelijke kans voor een positieve impact in de hele keten.
Voor de overgang naar een circulair ontwerpproces moeten modeprofessionals hun horizon verbreden en de gebruiks- en eindgebruikers fasen van de levenscyclus van een kledingstuk begrijpen. Laten we eerst eens kijken naar de gebruiksfase; in andere design disciplines is het heel normaal om een gebruikersgerichte filosofie te volgen. Daarbij ligt de focus op het creëren van een product dat voldoet aan de behoeften en wensen van de consument. Die consument is echter een vaag begrip in de geest van veel fashion designers. Een eerste en fundamentele verandering is dan ook om de aandacht opnieuw te richten op de gebruiker en de functie die het betreffende kledingstuk voor hem of haar heeft. Dit vereist dat we ons afvragen: "Wat is het meest logische en meest duurzame ontwerp voor dit kledingstuk, gezien de functie die het voor de consument zal vervullen? Nog te vaak is er een mismatch tussen ontwerp en functie. Denk bijvoorbeeld aan het frequente gebruik van duurzame synthetische vezels bij de productie van trendy, snelle mode artikelen. We hebben ontwerpers nodig om te ontwerpen voor de juiste levenscycli, door het selecteren van materialen en constructies die het gebruik en de functie van een product dienen.
Daarnaast moeten we gaan nadenken over wat er gebeurt als de consument 'vaarwel' zegt tegen een kledingstuk. Wat maakt een kledingstuk bijvoorbeeld recyclebaar? Meer uitgewerkte designs met details die in de ogen van een ontwerper ter versiering dienen (bijvoorbeeld pailletten of metalen noppen), betekenen vervuiling voor een recyclingbedrijf. Veel gemengde materialen kunnen op dit moment niet worden verwerkt en dus niet hergebruikt. Naarmate de recycling technologieën verbeteren en zich ontwikkelen, gaan ook hun eisen omhoog. De mode industrie zou daarom op de hoogte moeten blijven van deze ontwikkelingen en hun circulaire ontwerprichtlijnen op korte termijn kunnen aanpassen. Ontwerpers dienen de complexiteit van processen van de keten aan het einde van het gebruik (die van inzameling, sortering, reiniging, reparatie, hergebruik en recycling) met hetzelfde enthousiasme te omarmen als die van de vroege toeleveringsketen (die van spinnen, verven, weven, drukken en productie).
‘Toegang’ boven eigendom, de deel economie & andere circulaire bedrijfsmodellen
De belofte van een circulair ontwerp is alleen mogelijk met een bijbehorend bedrijfsmodel. Kledingstukken die zijn ontworpen met het oog op duurzaamheid, kunnen alleen hun volledige potentieel bereiken door middel van een bedrijfsmodel dat onderhoud stimuleert en reparatie makkelijk maakt. Kledingstukken die zijn ontworpen om te worden gerecycled, zullen alleen worden gerecycled wanneer ze bij de consument worden opgehaald en weer in het systeem ingevoerd. Er moet dus een parallelle inspanning worden geleverd om zowel het ontwerp van de producten zelf, als de opzet van het onderliggende bedrijfsmodel te heroverwegen.
Het recyclingproces is een intensief proces dat vaak tot downcycling leidt en waarbij artikelen en materialen tijdens het proces aan waarde inboeten. De kledingindustrie moet prioriteit geven aan strategieën die de actieve levensduur van een kledingstuk verlengen, zoals: huur en wederverkoop. Dit is voor veel bedrijven een heel nieuwe tak van sport die vereist dat ze hun mentaliteit, maar ook hun bedrijfsmodellen volledig omgooien.
Van oudsher staat het fashion businessmodel in het teken van eigendom in plaats van toegang. Kleding die ontworpen en geproduceerd wordt, wordt daarom maar met één, of in ieder geval de eerste, eigenaar in gedachte gemaakt. Het huren of kopen van tweedehands kledingstukken betekent dat een kledingstuk meerdere eigenaren heeft. Dit heeft twee effecten: ten eerste zal de kostenstructuur van het kledingstuk aanzienlijk veranderen, zodat meerdere eigenaren de kosten van het kledingstuk kunnen dragen waar voorheen slechts één eigenaar dat zou doen. Ten tweede zal kleding opnieuw ontworpen moeten worden ten einde meerdere eigenaren te kunnen trotseren. De circulaire economie vereist dat we ons besef van business as usual en ook consumptie as usual radicaal omgooien.
Tussen ontwerpstrategieën, bedrijfsmodellen en manieren van samenwerking die de circulaire economie predikt, is nog veel te leren
(Om)scholing van huidige en toekomstige modeprofessionals
Focus op het bijscholen van huidige mode professionals is niet voldoende. Het aantal modeopleidingen groeit voortdurend, waarbij steeds meer jonge mensen een carrière in mode ontwerp, -management en -branding nastreven. In het Verenigd Koninkrijk zijn er nu meer dan 30 hogescholen en universiteiten die mode opleidingen aanbieden, zij leveren jaarlijks duizenden afgestudeerde modeontwerpers af. Veel universiteiten hebben echter moeite om zich aan te passen aan de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en leiden hun studenten nog steeds op voor een industrie van het verleden. Dit creëert een ‘kip en het ei’-verhaal. Waar de mode industrie steeds nieuwe circulaire vaardigheden en mentaliteit vraagt, wordt de jongste generatie mode professionals afgeleverd met het tegenovergestelde: ‘lineaire’ vaardigheden en mentaliteit.
Sommige universiteiten en opleidingsinstituten lopen voorop en verankeren circulariteit in het curriculum. Zo werkte het Amsterdam Fashion Institute samen met Circle Economy en Fashion For Good om in 2018 de eerste masteropleiding ter wereld op te tuigen die gericht is op circulair mode-ondernemerschap. Een universiteit als UAL heeft een hele onderzoeks faculteit gewijd aan het ontwerpen voor circulariteit en de TU Delft heeft een MOOCS-diepgaand onderzoek ontwikkeld naar het onderwerp. Maar net zoals de introductie van circulariteit in de mode-industrie het concurrentievoordeel van de best presterende reuzen blijft, zo blijft de introductie van circulariteit in het modeonderwijs een voorrecht voor een paar gespecialiseerde en toonaangevende instellingen. Voor de wereldwijde versnelling van dit onderwerp is een gezamenlijke ontwikkeling en verspreiding in de industrie en de academische wereld, maar ook in regio’s en markten, noodzakelijk.
Ten einde een zinvolle en duurzame systeemverandering te bereiken, moeten zowel het onderwijs als de industrie worden getraind op het gebied van circulariteit. En dat zal parallel moeten gebeuren. Op die manier kan een gemeenschappelijke reeks beginselen en processen worden ontwikkeld en kan een uniforme taal worden gehanteerd. Met dit in het achterhoofd heeft Circle Economy zijn tweeledige aanpak ontwikkeld en meer dan 200 huidige en toekomstige modeprofessionals in 2019 opgeleid. Een parallelle opleiding biedt de industrie een opwindende kans om te bepalen en te sturen welke kennis, vaardigheden en attitudes zij zoekt in nieuw talent. In ruil daarvoor kan het onderwijs de industrie voorzien van nieuwe ideeën en baanbrekend onderzoek naar de uitdagingen van de industrie in het echte leven.
Middelen om deze aankomende en huidige professionals te ondersteunen bestaan al en zijn bovendien publiek beschikbaar. Deze vormen een goed uitgangspunt en maken het mogelijk dat verschillende groepen werknemers meer leren over het onderwerp. Ten einde echte verandering te bewerkstelligen zullen alle belanghebbenden in een organisatie op één lijn moeten zitten. Het meest belangrijk is echter dat (om)scholing binnen universiteiten en merken synchroon loopt zodat de verandering die ons systeem zo hard nodig heeft, kan versnellen.
Welke (her)onderwijsmogelijkheden zijn beschikbaar en wanneer moeten merken en studenten daarvoor kiezen?
- Online middelen zijn geweldig om het eerste zaadje te planten en een idee te krijgen van wat de circulaire economie is. Voorbeelden hiervan zijn de European Parliamentary Resource Service, het Global Fashion Agenda's Design for Longevity platform en diverse circulaire ontwerp gidsen, waaronder NIKE's en IDEO en de Ellen MacArthur Foundation.
- Online educatie is effectief in het vergroten van het bewustzijn bij grote groepen werknemers en het uitrusten van deze groepen met dezelfde basiskennis. Voorbeelden hiervan zijn de Introductie van de Circulaire Economie MOOC van de TU Delft, de Circulaire Modeontwerpen MOOC van Wageningen University en de betaalde online cursus van de Sustainable Fashion Academy.
- Persoonlijke of externe, real-time opleidingen zijn bijzonder effectief om verschillende afdelingen rond dezelfde (virtuele) tafel te krijgen, diep in te gaan op belangrijke circulaire thema's, buy-in te realiseren van belangrijke beslissers en een strategie te ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn Circle Economy's On Course trainingsprogramma, gericht op kledingmerken, of ACDN en Circle Economy's Circular Brands programma.
- Het ontwikkelen van programma's op maat met een betrouwbare partner is ook een haalbaar alternatief, wanneer al sprake is van grote afstemming tussen de teams en u de middelen heeft om dit te doen. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking van The North Face met The Renewal Workshop of de samenwerking van ASOS met het Centrum voor Duurzame Mode.
Circle Economy ondersteunt kledingmerken bij het werken aan circulariteit door middel van trainingen, masterclasses, circulariteit evaluaties en meer. Lees hier meer.
Foto’s (van boven naar beneden): Jade Wilting voor Circle Economy, Nina Albada Jelgersma voor Circle Economy (2x) en Shutterstock via Circle Economy.
Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.uk. Vertaald en bewerkt door Esmerij van Loon