Onbekend maakt onbemind: De Steek brengt vakmanschap van kleding maken terug
bezig met laden...
Fast fashion, het fenomeen dat in de jaren ‘60 ontstond, zorgde ervoor dat het vakmanschap van kleermaken naar de achtergrond verdween. Kleding moet sindsdien inspelen op de laatste trends, zo goedkoop mogelijk geproduceerd zijn en vooral sneller gemaakt worden. Aan dit fenomeen wil Natalie de Koning, modeontwerpster en eigenaar van atelier De Steek, niet meewerken. Ze wil het tegenwerken.
Sinds haar studietijd baant De Koning zich een weg in de duurzame mode-industrie. Ze studeerde af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht met een collectie gemaakt van gerecyclede en ecologische stoffen. Daarna volgde De Koning een master aan ArtEZ waar ze haar eigen textiel van textielafval leerde maken. Als bijbaantje gaf ze naailessen in haar atelier, één keer per week op een vast tijdstip en op dezelfde dag. Daar zag ze potentie in.
De Koning startte, als onderdeel van haar afstuderen aan ArtEZ, een project op dat resulteerde in een pop-up atelier in de Jordaan. Ze maakte een collectie van reststoffen die tentoongesteld stond in de tijdelijke atelier. De collectie was niet traditioneel te koop, maar men kon er wel stoffen of de patronen van de collectie kopen, en wie wilde kon er een item van de collectie leren maken. “Ik vond dat zo’n leuke plek en combinatie, dat ik dacht: ik wil hier een vaste plek voor hebben”, vertelt ze. De Steek wordt in 2019 geboren, een plek waar iedereen naai-, handwerk-, en repareertechnieken kan leren.
Tekst gaat verder onder de foto.
Natalie de Koning: “Vrouwen gingen vaker werken waardoor kleermaken naar de achtergrond verdween”
De kennis van het kleermaken is, mede door het fast fashion model, naar achteren geschoven. In het verleden werd kleermaken van generatie op generatie doorgegeven, vertelt De Koning. “Maar naarmate fast fashion meer opkwam en steeds meer vrouwen rond die tijd [de jaren ‘80 en ‘90, red.] begonnen te werken, werd de traditie minder voortgezet. Ik merk aan de mensen die hier binnenkomen, meestal tot de oudere generatie, over vrij weinig kennis van kleermaken beschikken. Het is zo zonde dat die traditie weg is.”
In het midden van de Amsterdamse Van der Hoopstraat bevindt zich het atelier. In de etalage hangen enkele kledingstukken die voorzien zijn van een ‘Made by De Steek’-label. Op de vensterbank staat een doe-het-zelf-kit en worden diverse fournituren tentoongesteld. Wie De Steek binnenloopt, staat een huiselijke sfeer te wachten. Wie wil, kan gelijk de winkel aan de rechterkant van het atelier in duiken. Men vindt hier duurzame stoffen, fournituren en collecties van ontwerpers die zich inzetten voor De Steek. Wie twintig stappen rechtdoor manoeuvreert, komt uit bij het Naaicafé waar een kledingrek met patronen, een grote werktafel en zes werkplekken klaar staan om in gebruik te nemen. Iedere werkplek is voorzien van een witte naaimachine en een kleine, metalen prullenbak waar wat textielresten in zitten.
“Men kan hier een tafeltje huren gedurende openingstijden en werken aan naaiprojecten. Er is altijd iemand aanwezig om je te helpen met de technieken”, vertelt De Koning, wanneer FashionUnited plaatsneemt aan de houten tafel in de tuin. “Het is een soort naailes, maar dan met flexibele tijden.” De Koning merkte dat haar klanten behoefte hadden aan flexibiliteit. “Elke week op dezelfde dag en op hetzelfde tijdstip, was voor klanten niet haalbaar, dus probeer ik het nu makkelijk te maken en kunnen ze binnenlopen wanneer zij zelf tijd hebben.” Het zijn voornamelijk mensen die kleding maken als hobby of die zelf kleding willen repareren die te vinden zijn in het Naaicafé. “De grootste groep bestaat uit vrouwen tussen de 20 en 45 jaar, maar er komen ook steeds meer mannen binnen wandelen.” Iedereen die zijn kledingkast langer mee wil laten gaan is welkom.
Want daar gaat het om. De tijd van zomaar shirtjes kopen voor een tientje, één keer dragen en daarna weggooien, moet voorbij zijn. “Hier leer je een weg te vinden in hoe je, je kledingstukken langer mee kunt laten gaan. Of om er op een andere manier weer blij van te worden”, legt De Koning uit. Wie een kledingstuk repareert of zelf maakt, creëert volgens haar een band met het kledingstuk. “Als je herinneringen aan een item hebt, gooi je het minder snel weg en leer je het meer waarderen. Daar moeten we terug naartoe.” Dit kan al gerealiseerd worden met het repareren van een kledingstuk door bijvoorbeeld meer details of borduursels toe te voegen.
Tekst gaat verder onder de foto's.
De Steek brengt vakmanschap van kleermaken terug tot leven
Naast het Naaicafé, dat overigens voorzien is van een koffiehoekje, bevindt zich de workshopruimte. Een groep dames volgt hier de workshop ‘borduren’. Naast borduren, worden er ook brei-, naai-, en weeflessen gegeven. Van tote bag tot lingerie en van rok tot broek, bucket hat en T-shirt, men kan hier voor alles terecht. Daarnaast kan men patronen leren tekenen. “De Steek heeft een community aan ontwerpers die deze lessen mogelijk maken”, vertelt ze.
Sinds de coronatijd merkt De Koning een toename in duurzame interesse. Vooral het maken van een kledingstuk is populair bij De Steek. “Dat is ook hoe mensen ons vinden. De komende maanden wil ik meer focus leggen op repareren en upcyclen door een nieuwe cursus toe te voegen. Ik merk dat daar ook veel vraag naar is.” De cursus moet nog vorm krijgen, maar vanaf september tot en met december zal een geheel nieuw aanbod zijn intrede doen. Zo wil De Koning ook meer externe evenementen organiseren. “We gaven afgelopen jaar een aantal workshops op het hoofdkantoor van Nike. Daarnaast werkten we samen met De Bijenkorf aan een serie workshops waarvan de focus op repareren lag.” In oktober staat De Steek met een repaircafé op Dutch Sustainable Fashion Week. “De externe workshops bevallen goed, dus laten we daar dan zeker gebruik van maken en op inspelen.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Hoe ziet de toekomst er verder voor De Steek uit? “Spannend in positieve zin”, glundert De Koning. De oprichtster bekijkt een opschalingsplan. “Het is nog niet allemaal zeker, maar het staat op de agenda voor volgend jaar.” Er wordt gekeken naar een locatie die twee keer zo groot is, er wordt gedacht aan een groter programma én er bestaat een idee voor een ‘maakatelier’. “In principe blijft het Naaicafé hetzelfde, er komen wat meer werkplekken en verschillende machines bij. Daarnaast zou er plek zijn voor twee workshopruimtes, zodat we het programma kunnen uitbreiden. Wat ik heel graag wil, is een extra service bieden in de vorm van een ‘maakatelier’ waar men kleding kan laten repareren. Bovendien is een uitbreiding van de winkel onderdeel van de groei. Denk aan een groter aantal stoffen, grotere collecties en een podium voor onze ontwerpers.” De plannen zijn er, maar voordat dit realiteit kan worden, moet De Koning eerst nog in gesprek met financieringsfondsen én moet alles op het juiste moment komen. “Ik zet pas de stap als alles goed voelt. We gaan zien wanneer dat zal zijn”, sluit De Koning af.