• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Professionals reageren op nieuwe duurzame mode-rekenmachine uit Brussel: ‘de PEF’

Professionals reageren op nieuwe duurzame mode-rekenmachine uit Brussel: ‘de PEF’

Afgelopen zomer lanceerde de Europese Unie een tool om de milieu-impact van kleding en schoenen te berekenen. De Product Environmental Footprint Category Rules (PEFCR) - kortweg de PEF - is officieel gelanceerd, maar niet zonder tegenstribbelen. Aan de hand van de kritieken deed FashionUnited diepgravend onderzoek. Op de publicatie kwamen veel reacties uit de branche.

Modemerk Mr Marvis

Jules Ruig, hoofd duurzaamheid en zakelijke ontwikkeling: “We vinden het positief dat er gewerkt wordt aan één duidelijke manier om de milieu-impact in de mode-industrie te meten. Het is goed dat de PEF verschillende vormen van impact meeneemt, maar zoals vaker bij Europese regelgeving wordt de PEF al in de wereld gezet terwijl er nog veel onduidelijk is. Dat leidt tot onrust, omdat merken al stappen willen zetten binnen een kader dat nog kan veranderen.

Bij Mr Marvis maken we uitgebreide life cycle assessments van al onze producten en berekenen we jaarlijks onze Corporate Carbon Footprint. Daarmee zijn we al goed opweg, maar de invoering van de PEF vraagt ook van ons een extra stap.

Consultancy RethinkRebels

Rachel Cannegieter, duurzaamheidsspecialist: “De huidige PEF moet echt verbeterd worden om geloofwaardig te blijven. Dat kan met drie aanpassingen: voeg indicatoren toe voor microplastics, voor plastic afval, en voor circulariteit, zoals de natuurlijek vezelorganisatie Make The Label Count aanbeveelt.

Het miljoenenbudget dat opzij is gezet voor Europese wetgeving en innovatieprogramma’s moet óók gebruikt worden om een eerlijke PEF te ontwikkelen die niet in het voordeel werkt van synthetische producenten, maar die de hele industrie vertegenwoordigt. Anders herhalen we de fouten van de tabaks- en suikerindustrie: dat regels worden gevormd op basis van commerciële macht in plaats van feiten uit de wetenschap.”

Outdoor merk A.S.Adventure

Claudia Verswyver, duurzaamheidscoördinator: “Ik ben voorstander van het gemeenschappelijk kader dat de PEF wil scheppen - het liefst EU-geharmoniseerd. Maar voorlopig staan aan de basis van de PEF nog schattingen in plaats van wetenschappelijk onderbouwde stellingen; dat baart me zorgen. Gaat dit instrument de consument wel positief beïnvloeden? Houdt het voldoende rekening met de milieu-impact op langere termijn, zoals biodiversiteitsverlies en het stimuleren van circulariteit?

Bij het testen van de ecoscore via Ecobalyse in Frankrijk kreeg ik dezelfde resultaten als met de vroege PEFCR-tools: wol krijgt een hogere CO₂-uitstoot dan polyester, wat deels komt door productievolumes; polyester wordt energie-efficiënter geproduceerd per kilogram stof.

Kunnen we de PEF koppelen aan de komende Belgische herstelbaarheidsindex? En dan niet als een statische, maar een slimme score die beloont op opties zoals verhuur of repareren, met een vergelijkingstabel bij de score?”

Producentenorganisatie Collectief Circulair Textiel (CCT)

Janine Röling, oprichter: “We kijken vanuit Fair Resource Foundation (FRF) met veel argwaan naar alle soorten levenscyclusanalyses (LCA). Vaak blijkt dat niet alle parameters worden meegenomen die het best zouden zijn voor de industrie.

Hoewel het goed is dat er vanuit Europa wordt gewerkt aan een methode, maak ik me veel zorgen over de PEF. De introductie van deze score kan maar één keer. Doe je dat onder het mom van 'beter iets dan niets', dan draagt die op geen enkele wijze bij aan een duurzamere textielindustrie. Zeker richting consumenten: die moeten ervan uit kunnen gaan dan zo’n score betrouwbaar is, gebaseerd is op actuele data, transparant tot stand is gekomen, en geen vorm is van greenwashing. Voorlopig zien wij de toegevoegde waarde van de PEF dus niet.”

Beurs-platform Circular Textile Days

Chris Koeleman, voorzitter: “Wat een valkuil kan zijn, is dat PEF wetenschappelijk aandoet en consensus veronderstelt, terwijl de meningen zeer kunnen verschillen over het wel of niet meetellen van factoren. Bovendien lijkt mij de weging van elke deelscore nogal subjectief. Ik ben voorstander van meetbaarheid, maar met wel met het gebruik van gezond verstand erbij.”

Natuurlijke vezelorganisatie Fibershed

Stijntje Jaspers, programmadirecteur Nederland: “Waar het heen moet met de PEF staat in het onderzoek. Mijn toevoeging is dat de levensduur van kleding en schoenen moet worden bekeken op basis van real-life data uit kledingkasten, in plaats van enkel treksterkte van vezels of garens. Er lopen al veel initiatieven om die gegevens te verzamelen.

We willen af van fossiele brandstoffen, microplasticvervuiling en ‘forever chemicals’, maar blijkbaar niet in onze kleding en schoenen. Het blijft vreemd dat de koplopers die bewijzen dat het anders kan binnen de huidige PEF niet als duurzaam worden gezien. Als je uitzoomt en je gezonde verstand gebruikt, klopt dat gewoon niet.”

Schoenengroothandel Forebel

Leon Timmermans, CEO: “De initiatieven van de overheid en Brussel om milieu-impact te meten omarmen wij uiteraard, maar de uitvoering sluit nog niet aan op de praktijk.

Als oprecht duurzaam bedrijf - al meer dan 25 jaar - maken wij met onze partners en klanten duurzame, schaalbare materialen beschikbaar. Afhankelijk van de klant meten wij dit door tot op het niveau van fabrieken en garens die we gebruiken.

Als je vanuit het DNA van je bedrijf duurzaam wil ondernemen, moet je zorgen dat dat zichtbaar en meetbaar is van kop tot staart. Overheidsmaatregelen kunnen een extra toevoeging zijn, maar geen drijfveer.”

Discounter Zeeman

Joy Roeterdink, Manager CSR & Quality: “De PEFCR zou in essentie een eerlijk(er) speelveld kunnen creëren, maar in de praktijk mist de aansluiting bij de realiteit, die nodig is om tot een objectieve score te komen. De PEFCR houdt onvoldoende rekening met de complexiteit van mode- en textielketens die het impactmeten zo lastig maakt.

Er komt gelukkig steeds meer data beschikbaar, maar de kwaliteit en standaardisatie daarvan laten nog vaak te wensen over. Als Zeeman verzamelen we gegevens bij leveranciers in de keten. De ketens waar de meest consistente gegevens uit voort komen zijn die van de synthetische (‘man-made’) vezels. Voor de natuurlijke vezels is impactmeten complexer en er zijn grote lokale verschillen.

Dat brengt het risico met zich mee dat er onbedoeld prikkels ontstaan voor merken om over te stappen op synthetische vezels, enkel voor een betere score. Is het gebruik van zo’n instrument dan werkelijk duurzamer en stimuleren we zo de juiste ontwikkelingen?”

Brancheorganisatie Modint

Miriam Geelhoed, senior consultant inkoop & productie: “Modint is voorstander van geharmoniseerde methodieken om duurzaamheid in de mode-industrie meetbaar en vergelijkbaar te maken. Een uniforme aanpak kan bijdragen aan transparantie en vertrouwen, maar de huidige PEF is nog niet geschikt.

Er moet nadrukkelijk gekeken worden naar de haalbaarheid voor bedrijven en de relevantie van de informatie die wordt verzameld; de focus moet liggen op indicatoren die daadwerkelijk impact maken. Maak daarbij onderscheid tussen data voor intern gebruik (impactreductie) en data om de consument te informeren over het product.

Voor Modint ligt de prioriteit momenteel bij de implementatie van de Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) en het Digital Product Passport (DPP). Daarmee kunnen we een systeem creëren dat het verzamelen van verifieerbare, primaire data ondersteunt - data die weer kan worden ingezet voor zo’n betrouwbare meetmethode voor duurzaamheid.”


OF LOG IN MET
Brussel
Circulariteit
Duurzaamheid
PEFCR
regelgeving
Wetgeving