• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Rechtspraak: Merkenrecht in tijd en ruimte

Rechtspraak: Merkenrecht in tijd en ruimte

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business

Zolang een merkhouder de inschrijving van zijn merk steeds verlengt én aan de materiële vereisten blijft voldoen (waarvan de belangrijkste is het hebben van onderscheidend vermogen) kan een merkrecht eeuwig duren. Maar dan moet je het natuurlijk niet verkopen en vervolgens via social media alsnog andermans gebied betreden.

Sieradenontwerper G., (tevens houdster van enkele merken in de Benelux) werd onlangs in kort geding voor de rechter gedaagd vanwege inbreuk op een merk waarvan hij ooit zelf de rechten had. Toen hij rond 2008 in de financiële problemen raakte, had hij een aantal merken overgedragen aan een van de eisers in het kort geding. Zelf trad hij als medewerker in dienst bij deze eiser, maar in 2011 verliet hij de zaak en ging hij zelf weer aan de slag met het ontwerpen en verkopen van sieraden.

Wanneer kan een merkrecht eeuwig duren?

In 2015 stond G. al eens voor de rechter. Hij eiste in een bodemprocedure dat de eisers, die ook in het kort geding zijn wederpartij vormden, zouden ophouden met het gebruik van tekens en woordmerken die G. als de zijne beschouwde. Ze mochten zijn tekens en verwarringwekkende overeenstemmende tekens niet als merk registreren. Zij zouden ze de overgedragen woordmerken te kwader trouw geregistreerd hebben en die moesten dus doorgehaald worden. De wederpartij verweerde zich tegen de aantijgingen en vroeg de rechter om G. te dwingen inbreuk op het merk, zoals zij dat nu als het hunne beschouwden, te staken en hem bovendien te laten ophouden met de lasterlijke praat die hij over hen verspreidde. De rechter wees de vorderingen van de sieradenontwerper G. grotendeels af en veroordeelde hem tot staken van de merkinbreuk en lasterlijke uitlatingen op straffe van dwangsommen. Het hoger beroep van G. in deze zaak loopt nog.

Ondanks zijn veroordeling bleef G. sieraden aanbieden, via mailings en social mediakanalen. De social media gebruikte hij ook om de eisers te blijven beschuldigen van namaak en hij deed er lasterlijke uitspraken als They are in Holland I met few. (…) they look like normal people but then you discover they are evil.. the worst kind”. In het tv-programma LXRYTV verscheen bovendien een interview met G. als sieradenontwerper, dat gelardeerd was met beelden van sieraden, afkomstig van de website van een van de eisers in het kort geding. De eisers lieten executoriaal beslag leggen op het pand van G. ter zekerheidstelling van de volgens hen door G. verbeurde dwangsommen. In het kort geding eisten ze naleving van het vonnis en verzochten ze om verhoging van de dwangsommen.

De rechter stelde vast dat G. het vonnis moest naleven, zo lang een hoger beroep nog geen andere uitspraak had opgeleverd. G. verweerde zich door te stellen dat hij het vonnis wel degelijk naleefde, omdat hij zich niet richtte op de Benelux. Toch meende de rechter dat de eisers terecht stelden dat social mediakanalen ook voor consumenten in de Benelux toegankelijk zijn en dat via de verwijzing naar de website producten daar dus ook te koop zijn. Overigens vond de rechter verhoging van de dwangsom niet aan de orde, omdat de eisers onvoldoende en onduidelijk geprotesteerd hadden tegen de inbreuk. Ook vond de rechter dat G. moest ophouden met lasterlijke uitlatingen, conform het vonnis in de bodemprocedure, maar zag hij ook hierin geen aanleiding voor verhoging van de dwangsom. Dat LXRYTV beelden had gebruikt van de website van een van de eisers viel G. in eerste instantie niet aan te rekenen, maar hij had daar wel iets aan moeten doen op het moment dat hij daarachter kwam, vond de rechter. Verspreiding van de beelden via zijn eigen social mediakanalen was in ieder geval niet toegestaan. Omdat beide partijen deels gelijk kregen, moesten ze de proceskosten delen.

Social media spelen een belangrijke rol in dit vonnis. Social media overschrijden de letterlijke grenzen van het merkrecht, omdat ze nu eenmaal niet gebonden zijn aan landsgrenzen, zoals merkinschrijvingen dat wel zijn. Komen anderen toch via social media in jouw vaarwater, dan kun je daar, getuige dit vonnis, tegen optreden.

Geschreven door Suzan Houben-van Geldorp. Suzan is advocaat bij Köster Advocaten in Haarlem. Regelmatig behandelt zij hier actuele juridische kwesties. Advocatenindemode.nl

Beeld: Pexels

merkenrecht
Rechtspraak