SER: ‘Modebedrijven steeds transparanter over misstanden in productieketen’

Textielbedrijven zijn steeds transparanter over welke misstanden zij aantreffen in de productieketen van kleding, en wat zij doen om deze misstanden aan te pakken. Die conclusie trekt de Sociaal-Economische Raad (SER), facilitator van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel, in een bericht op haar website. Kledingbedrijven die zijn aangesloten bij het convenant, zijn vanaf afgelopen week verplicht om zicht te geven op risico’s in de productie van hun kledingstukken.

Sinds vorig jaar bieden bij het convenant aangesloten modebedrijven al inzicht in hun materiaalgebruik. Op basis daarvan concludeert de SER dat de bedrijven in 2018 meer duurzame materialen zijn gaan gebruiken. Het aandeel duurzame materialen in de kledingproductie steeg van 29 procent naar 37 procent. Het gebruik van duurzaam katoen groeide van 44 procent naar 57 procent in 2018, rapporteert de SER.

Convenant: Helder zijn over misstanden moet ‘de nieuwe standaard’ worden

Ruim vijftig aan het convenant deelnemende ondernemingen, waaronder America Today, C&A en Costes, moeten voortaan niet alleen hun productieketen in kaart brengen, maar ook “misstanden identificeren, prioriteiten stellen en risico’s aanpakken”. Dankzij de nieuwe verplichting dat textielbedrijven in hun derde jaar van deelname hierover publiekelijk rapporteren, staan er momenteel bijna 6.000 productielocaties op de kaart. Deze specifieke productielocaties zijn nu ook voor het eerst openbaar te bekijken, via het internationale platform Open Apparel Registry.

Dat bovengenoemde bedrijven meer inzicht geven in risico’s in de productieketen van hun kledingstukken, is een stap in de richting van het nakomen van convenantafspraken, zo schrijft de SER. “Dit is een belangrijke vooruitgang op weg naar meer transparantie in de wereldwijde textielketen en een grote stap voor een aantal van de deelnemende merken. Het eerste jaar zal het rapporteren over risico’s nog niet overal perfect zijn, we zitten samen in een leerproces om bedrijven hierin verder te helpen,” zegt Pierre Hupperts, onafhankelijk voorzitter convenant, in het bericht. Deze manier van communiceren moet volgens het convenant ‘de nieuwe standaard’ worden, omdat het consumenten helpt in het maken van meer bewuste keuzes, schrijft de SER.

De SER stelt dat momenteel ongeveer de helft van alle bedrijven in de Nederlandse detailhandel deelneemt aan het convenant. Deze ondernemingen werken sinds 2016 samen om misstanden zoals dierenleed en milieuschade in de modeindustrie te voorkomen. Het doel is dat in 2021 80 procent van de modebedrijven op de Nederlandse markt is aangesloten bij het convenant. Deelnemers zijn ketens als De Bijenkorf, Prénatal en H&M.

Beeld: FashionUnited