Stapsgewijze verschuiving naar duurzamer ondernemen
bezig met laden...
Duurzame mode staat inmiddels centraal in de gedachten en het koopgedrag van consumenten, evenals in de logistiek en planning van modebedrijven. De afgelopen 20 jaar heeft een enorme verschuiving plaatsgevonden, omdat de impact van de kledingindustrie op het milieu en de mensen die er werken, zoveel zichtbaarder is geworden voor het brede publiek. De discussie is praktijk geworden, zowel om de levensvatbaarheid van de branche op lange termijn te waarborgen als om aan de eisen van consumenten te voldoen. En toch kan deze verschuiving ontmoedigend zijn voor bedrijven, omdat duurzaamheid zoveel verschillende bewegende delen in een complexe toeleveringsketen omvat.
Sydney Price, expert op het gebied van duurzaamheid en oprichter van The Knew Purpose, raadt bedrijven aan om een circulair economisch model te hanteren. “Dit model is vrij letterlijk een toeleveringsketen die werkt als een cirkel en is gebaseerd op drie kernprincipes.”
Liever luisteren? Klik hier om de de Engelstalige podcast met Sydney Price te beluisteren.
Het eerste principe is volgens Price het wegontwerpen van afval- en vervuilingspunten. “De focus ligt hier op de overgang naar effectievere en efficiëntere afvalverwerkingsprocessen die minder input van hulpbronnen zoals fossiele brandstoffen, chemicaliën en zelfs water nodig hebben. Ook wordt gestreefd naar het gebruik van energie-efficiëntere hulpbronnen, zoals hernieuwbare energie.”
Het tweede principe is het in gebruik houden van producten en materialen. “Het idee hier is om de manier waarop kleding wordt ontworpen, verkocht en gebruikt te veranderen en los te komen van het wegwerpkarakter ervan. Bedrijven kunnen starten met het maken van hogere kwaliteit kleding. Ze kunnen ook hun bedrijfsmodellen veranderen naar kortlopende huurabonnementen, wederverkoop en kopen op aanvraag. Merken zouden ook reparaties kunnen aanbieden.”
Price wijst erop dat het focussen op dit principe kan bijdragen aan de totale branding en de betrokkenheid van consumenten bij het merk en de perceptie van de kwaliteit van het product. Daarnaast zal dit ook de ervaring en gemak kan vergroten, of wat creatief strateeg AJ Lacouette de “nieuwe drie-eenheid” noemt.
Het derde en laatste principe is het regenereren van natuurlijke systemen. “Een circulaire economie vermijdt het gebruik van niet-hernieuwbare hulpbronnen en behoudt of verbetert hernieuwbare hulpbronnen, bijvoorbeeld door waardevolle voedingsstoffen terug te geven aan de bodem om regeneratie te ondersteunen, of door hernieuwbare energie te gebruiken in plaats van te vertrouwen op fossiele brandstoffen.”
Het toepassen van deze drie principes vereist een verschuiving in de structuur en de activiteiten van een modebedrijf, maar heeft het potentieel om nieuwe kansen te genereren en tegelijkertijd milieu- en maatschappelijke voordelen te bieden. Price stelt: “De beste manier voor een modemerk of retailer om het proces van een meer circulaire economie binnen hun eigen bedrijf te starten, is door de duurzaamheidsstrategie af te stemmen op de visie, missie & waarden van hun bedrijf.” En ze raadt bedrijven aan om te profiteren van initiatieven die zijn ontwikkeld door de Verenigde Naties en het Akkoord van Parijs. En dan, zegt ze, is het essentieel om missie, visie en waarden te koppelen aan kwantificeerbare doelen. Ze stelt bijvoorbeeld de Higg Index voor, ontwikkeld door de ‘Sustainable Apparel Coalition’. “De Higg-index biedt instrumenten waarmee merken, detailhandelaren en fabrieken van elke omvang, in elk stadium van hun duurzaamheidstraject, de duurzaamheidsprestaties van een bedrijf of product nauwkeurig kunnen meten en bijhouden.”
Nu er voorzichtig zicht is op het einde van de pandemie, een crisis die merken heeft gedwongen om hun inspanningen rond duurzaamheid te resetten en te heroverwegen, wijst Price op drie positieve trends met betrekking tot circulaire economieën: “Ten eerste zien we een beweging naar duurzamere materialen; innovaties in leeralternatieven zoals ananasblad. Ten tweede zien we dat luxemerken als Burberry samenwerken met doorverkoopbedrijven als The RealReal en ThreadUp. En ten derde zien we meer reparatie- en recycle-initiatieven, met Eileen Fisher en Patagonia voorop.”
Price noemt Stella McCartney een duurzame leider op het gebied van luxe mode.
“Het bedrijf maakt deel uit van het Make Fashion Circular Initiative, dat tot doel heeft een niveau van samenwerking en innovatie te stimuleren dat nodig is om een nieuwe textieleconomie te creëren, afgestemd op de principes van de circulaire economie. Het merk creëert ook innovatieve manieren om materialen te hergebruiken, waaronder gerecycled nylon en polyester, en kasjmier te regenereren.” Ze vervolgt: “Het merk ondersteunt ook herstellende landbouwpraktijken om de regeneratie van natuurlijke bronnen te garanderen, waaronder het betrekken van viscose uit duurzaam beheerde bossen in Zweden en het gebruik van GOTS-gecertificeerd biologisch katoen.” Als het gaat om klantgerichte strategieën, zegt ze: “Het bedrijf heeft mede Clevercare gelanceerd, een initiatief gericht op het voorlichten van consumenten over hoe ze voor hun kledingstukken kunnen zorgen, zodat ze langer meegaan.”
Het creëren van een circulaire economie gaat niet van de ene op de andere dag. Het vergt ingrijpende verandering gedreven door doordacht en deskundig leiderschap. Price concludeert: “In een branche als de mode is het makkelijk om je te richten op het hier en nu en de winstgevendheid van jaar tot jaar. Maar om levensvatbaar te blijven, moeten managers in de mode denken en plannen voor de lange termijn. De middelen die zij nodig hebben, zijn immers beperkt.