• Home
  • Nieuws
  • Cultuur
  • De zachtaardige fantasiewereld van Bas Kosters

De zachtaardige fantasiewereld van Bas Kosters

Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more
Cultuur|REPORTAGE

Museum Arnhem presenteert de eerste solotentoonstelling van Bas Kosters en iedereen mag het weten. Als een wildplakker heeft de ontwerper de gevel van het museum laten bestickeren. Tussen de struiken staan kleurrijke totempalen met kermislampjes als ogen en in de museumtuin wapperen vlaggetjes met de tekst ‘Be a stranger’. Hij infiltreerde ook in de vaste collectie en voegde een eigen schilderij en een broche toe aan de permanente opstelling. Zelfs zijn wandkleed vol borsten met de titel Breasts Gone Wild (2015) op zaal gaat een relatie aan met een opvallende sculptuur buiten. Toeval, want de Borstentros van kunstenares Maria Roosen prijkt al sinds 2010 in de beeldentuin.

Sociale innovatie en engagement

“Als je één van de meest eigenzinnige ontwerpers van Nederland vraagt, dan moet je hem ook de vrije hand geven”, aldus Saskia Bak over de tentoonstelling ‘I want it to be soft. The journey of Bas Kosters.’ Bak trad in 2015 aan als directeur van Museum Arnhem. Het museum van de toekomst is volgens haar een vrolijke, interactieve cross-overplek waar je niet hoeft te fluisteren. “Deze locatie leent zich daar goed voor: mensen komen hier voor kunst, performances óf gewoon om een middagje lekker in het gras te liggen.” Hoewel Museum Arnhem geen mode verzamelt, is het tentoonstellings- en collectiebeleid door innovatie gedreven. Bas Kosters is bij uitstek een ontwerper die zich richt op sociale innovatie en engagement. Zijn aanpak is multidisciplinair: hij maakt mode, tekeningen, sieraden, poppen en (muziek)performances. De connectie met Arnhem is evident. Kosters studeerde Mode en Kleding aan het Rijn IJssel College in Arnhem en volgde een masteropleiding aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem.

Stylist Maarten Spruyt creëert samenhang

Om rust aan te brengen in het uitbundige oeuvre van Bas Kosters is iemand nodig met oog voor esthetiek. Of, in dit geval, twee ervaren vormgevers: de toonaangevende stylist Maarten Spruyt en interieur- en productontwerper Tsur Reshef. Samen geven zij al ruim tien jaar succesvolle tentoonstellingen vorm in onder meer het Gemeentemuseum, Museum Boijmans van Beuningen en Paleis Het Loo. Spruyt is het creatieve brein en het ‘gezicht’ van de samenwerking, Reshef verzorgt de techniek en de technische tekeningen. “We hebben Bas geholpen om keuzes te maken, want er is zoveel werk!” zegt Maarten Spruyt, zelf een fervent verzamelaar, net als Bas Kosters. Over de opbouw van de tentoonstelling is goed nagedacht: “Zo wil je in de eerste zaal nog niet teveel weggeven. Ook hebben we ervoor gekozen om de zwart-witte outfits te groeperen, omdat je daarna nog zoveel kleur gaat zien. Aanvankelijk had de ontwerper er moeite mee om zijn collecties te mengen; hij is gewend om systematisch te werken. Maar met een museale opstelling vertel je weer een ander verhaal dan op de catwalk.”

Tekeningen als persoonlijk dagboek

De eerste zaal is opgedeeld in verschillende ruimten: de bezoeker legt een parcours af langs modesilhouetten, tekeningen en installaties. Een slimme zet, want daardoor lijkt de tentoonstelling groter, terwijl het in feite maar drie zalen zijn. Bijkomend voordeel is dat er meer werk getoond kan worden. Naast het ontwerpen van mode heeft Bas Kosters de afgelopen jaren met veel plezier autonoom getekend om uiting te geven aan zijn gedachten. Door die illustraties leer je hem kennen. “Er zitten lieve en ondeugende schetsen tussen, zelfportretten en vieze grappen”, vertelt hij. Sommige tekeningen stellen maatschappelijke kwesties aan de kaak. “Ik word vaak gediscrimineerd vanwege mijn homoseksualiteit. Maar er zijn veel mensen die mijn ontwerpen dragen en dit niet weten. Ik vroeg me af: zouden zij mijn kleding nog steeds kopen als ze wisten dat ik homo was? Als columnist voor DASH Magazine maakte ik daarom een tekening van een jurk met de tekst: This garment is designed by a homosexual. Een andere illustratie heet ‘I want it to be soft’: daar komt de titel van de tentoonstelling vandaan.” Het werk van Bas Kosters lijkt lichtvoetig, maar bevat een boodschap van liefde en betrokkenheid voor de medemens.

Alle iconen verenigd in een magische dans

Na het gangenstelsel waar je een opgesloten gevoel ervaart, is er in de tweede zaal weer ademruimte. Hier zijn de boegbeelden van Bas Kosters verzameld, waaronder zijn rode monsterjurk uit de collectie van het Centraal Museum Utrecht, die veel gereisd heeft – onder meer voor de tentoonstelling ‘Arrrgh! Monsters in de mode’ – en een roze zusje, beide gemaakt van zijde. Maar ook zijn collecties voor Zeeman, Bugaboo en Heineken. Wandelend over een houten steiger heb je het gevoel alsof je langs een vijver loopt vol vreemde karakters en aaibare wezens die samenkomen in een soort magische dans. De glimmende spiegelvloer versterkt de veelheid en tegelijkertijd schept dit een aangename rust en symmetrie. De randen van de spiegelvloer zijn afwerkt met kleurrijke rollen stof. “Geïnspireerd op de waterwerken die de straten van Parijs schoonspoelen”, vertelt Maarten Spruyt. “De waterstromen in de goten worden daar met behulp van opgerolde stukken tapijt naar een lager punt geleid.” Op het hoogste punt van de vlonder zijn zitjes gecreëerd. Uit de speakers klinkt de stem van de ontwerper die toelicht hoe zijn creaties tot stand zijn gekomen. Bas Kosters is een verteller: achter vrijwel ieder object schuilt een persoonlijk verhaal.

Speciaal voor de tentoonstelling heeft de ontwerper installaties gemaakt waarvoor hij zich op nieuwe technieken heeft gestort. Zo maakte hij voor het eerst een reeks olieverfschilderijen. In samenwerking met Nationaal Glasmuseum in Leerdam vervaardigde hij een serie vazen in een specifieke kleur roze waarvoor hij een obsessie heeft ontwikkeld. Ook maakte hij recent meerdere wandkleden. Die kenmerken zich, net als zijn modecollecties, door tegenstellingen als dag en nacht, goed en kwaad, grof en ruw versus vrolijk en lief. De stap naar beeldende een toegepaste kunst doet denken aan zijn grote voorbeeld Fong-Leng, de Nederlandse modeontwerper die in de jaren ’70 naam maakte met extravagante creaties en zich de afgelopen decennia toelegt op het maken van schilderijen en wandkleden van leer.

De beeldtaal van Bas Kosters is uitgesproken herkenbaar. Dat is zijn kracht, maar ook een valkuil. Het gevaar van eenzijdigheid ligt op de loer. Gelukkig is er meer dan zijn groeiende familie goedaardige monsters: zijn meer abstracte werk is verfrissend. Zoals de modernistische lapjesjurk gemaakt van kapotte paraplu’s. Ook daaruit spreekt onmiskenbaar zijn liefde voor kleur, materialen en recycling. In het atelier van Bas Kosters Studio verdwijnt nog niet het kleinste strookje stof in de prullenbak.

‘I want it to be soft. The journey of Bas Kosters’ is van 14 mei 2016 t/m 4 september 2016 in Museum Arnhem. Bij de tentoonstelling verschijnt ook een 192 pagina’s tellende catalogus.

Beelden: 1. Bas Kosters Dash Column 42: Gay means happy, right?
2. Campagnebeeld Masker door Ine Mulder. Beeldbewerking: Bas Kosters Studio. Foto Marc Deurloo.
3. ‘I want it to be soft’. Foto Marc Deurloo.
4. Portret van Loenaa. Stof gezeefdrukt in samenwerking met Plaatsmaken. Foto Marc Deurloo.
5. Uit collectie ‘Permanent state of confusion’ voor Bugaboo. Foto Team Peter Stigter.

Bas Kosters
i want it to be soft
Museum Arnhem