• Home
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Eerste kleurenfoto’s rijke studiebron voor modehistorici

Eerste kleurenfoto’s rijke studiebron voor modehistorici

Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more
Cultuur|REPORTAGE

“Het museum heeft mij niet gevraagd om hier te spreken, ik heb mezelf uitgenodigd”, bekent kunst- en modehistoricus Cally Blackman. In het kader van de tentoonstelling 'De wereld in kleur' geeft ze een lezing in het Allard Pierson Museum in Amsterdam over de kleding in autochrome fotobeelden, en wat deze kleding ons zegt over mode en identiteit van een eeuw geleden.

Eerste kleurenfoto’s voor wereldvrede

Aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkelden de Franse gebroeders Lumière een techniek die fotograferen in kleur mogelijk maakte. Vanaf 1907 kwam dit procedé op de markt. Deze vroegste kleurenfoto’s worden autochromes genoemd. Eenvoudig gezegd: glasnegatieven waarop met behulp van aardappelzetmeel kleur kon worden vastgelegd. Voor het eerst kon hiermee de wereld in kleur worden gevangen. En dat gebeurde vrijwel meteen. De schatrijke Franse bankier en filantroop Albert Kahn (1860-1940) stuurde tientallen fotografen op reis om verschillende volkeren vast te leggen. Zo wilde hij onderling begrip tussen mensen kweken en uiteindelijk wereldvrede bereiken. Het resultaat is een enorme verzameling van meer dan 72.000 autochromes: ‘Les Archives de la Planètes’. Een intrigerende dwarsdoorsnede uit deze etnografische schat is nu voor het eerst in Nederland te zien.

Geweldige studiebron voor modehistorici

Autochromes waren een stuk duurder dan zwartwit-opnamen, daarom zijn ze zo zeldzaam. National Geographic Magazine was een early adopter van de techniek. In het museum zien we reproducties, want de originelen zijn te kwetsbaar om te exposeren. “Tot voor kort waren autochromes alleen van belang voor fotohistorici”, vertelt Blackman. “Maar omdat ze tot in de jaren dertig het meest betrouwbare bewijs van kleur bieden, zijn deze prachtige beelden ook een geweldige studiebron voor modehistorici en andere liefhebbers van modegeschiedenis.” De foto’s zijn een feest voor het oog. We zijn zo gewend om historische beelden in zwart-wit te bekijken, dat ze in kleur plotseling verrassend actueel ogen. Drie jonge geisha’s kijken schuchter in de lens. Een Indiase vader met felrode tulband poseert met zijn dochters in de straten van Bombay. Vrouwen van de Ouled Naïl-stam in Algerije in kleurrijke danskostuums.

De tekst gaat verder onder de foto's

Kleding zegt veel over mode en identiteit

Fotograaf Stéphane Passet reisde door Mongolië en fotografeerde rijke Kalkha-vrouwen. “Hun klederdracht is aan strikte regels gebonden en zit vol symboliek”, vertelt Blackman. “De materialen vertellen veel over de rang, status en leeftijd van de drager. Zo heeft de jurk van een getrouwde vrouw geen riem, in tegenstelling tot de kleding van meisjes. De verhoogde schoudervullingen vormen een aanvulling op de imposante kapsels waarbij het haar met dierenvet plat en stijf werd gemaakt als horens of vleugels. Zilveren clips hielden het haar op zijn plaats en waren tevens een statussymbool: nomaden over de hele wereld dragen hun rijkdom bij zich. De traditionele laarzen hebben omhoog gekrulde zolen aan de voorkant om de aarde niet te beschadigen. Ook de lange mouwen hebben een functie: het tonen van de polsen is in Mongoolse cultuur zeer onbeleefd en je mag nooit een geschenk aannemen met opgestroopte mouwen.”

De tekst gaat verder onder de foto's

Kolonialisme en oriëntalisme zorgen voor cross-over

Aan de hand van modehuis Christian Dior maakt Blackman een koppeling met het heden. Hoofdontwerper John Galliano liet zich voor de lente/zomercollectie van 2002 inspireren door de traditionele Mongoolse klederdracht. Hoewel het enerzijds getuigt van zijn interesse in andere culturen, kwam deze vorm van culturele toe-eigening hem ook op kritiek te staan. De modehistorica vergelijkt een ander ontwerp van Galliano een kort geruit jasje uit 1985, met een portret van een Indiase man uit 1913. De man uit Delhi draagt een jasje dat is gemaakt van Schotse kiltstoffen met een duidelijk westerse snit. Blackman: “Tartans zijn het nationale symbool van Schotland, maar de geruite stoffen werden al veel eerder gedragen, onder andere in Jamaica en door de Masai in Kenia. De westerse mode heeft zich door de eeuwen heen vaak niet-westerse stijlen toegeëigend wat resulteert in transnationale kledingvormen.”

Westerse trends overgewaaid naar het oosten

Hoe groot de invloed van het oriëntalisme is geweest op de westerse mode bewijst de terminologie. Begrippen als pyjama, katoen, kaftan en kasjmier zijn allemaal terug te leiden naar de handel met en interesse voor het verre oosten. Andersom zien we op de autochromes ook hybride kledingstijlen terug. Een mooi voorbeeld is een Japans groepsportret waarop vrijwel iedereen traditionele kleding draagt. Met uitzondering van drie mannen in westerse driedelige pakken. Blackman wijst op de schoenen: onder hun kostuums dragen ze tabi, traditionele Japanse sokken met een splitsing tussen de grote teen en de andere tenen. Plotseling valt ook op dat de vrouwen in klassieke kimono’s hun haar in een modieuze boblijn hebben geknipt, een kapsel dat helemaal aansluit bij de trends van de jaren twintig. Op een andere foto zien we een vermoedelijk welgestelde Vietnamese jonge vrouw in een outfit van een Franse couturier.

Folklore verdrongen door spijkerbroek

De foto’s in de tentoonstelling tonen een vriendelijke, vredige en kleurrijke wereld. Maar de onderliggende oorlogsdreiging is voelbaar en nooit ver weg. Neem de aangrijpende foto van een groepje Armeense vrouwen en kinderen, allen gekleed in hun kleurrijke gewaden met traditionele houten sandalen met verhoogde zolen. Het groepsportret werd geschoten in 1912, vlak voor de Armeense genocide in Istanbul. Kahn kon niet voorkomen dat zijn idealistisme met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een tragische wending nam. Zijn missie mag dan mislukt zijn, het fotoarchief dat hij heeft nagelaten is honderd jaar na dato nog altijd schitterend. Juist in deze tijd van globalisering, met de spijkerbroek als één van de meest gedragen kledingstukken ter wereld, zijn de autochromes van grote waarde. Een ode aan diversiteit.

De tentoonstelling ‘De wereld in kleur’ is tot en met 6 januari 2019 te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam.

Credits: foto’s uit de collectie Les Archives de la Planète van Albert Kahn.

Allard Pierson Museum
autochromes
Cally Blackman
de wereld in kleur
eerste kleurenfoto’s
mode en identiteit
modegeschiedenis
modehistori
modehistoricus Cally Blackman