• Home
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Fong-Leng & Fans: zestig jaar lef, vakmanschap en levenslust. ‘Mijn hele leven is fantasie’

Fong-Leng & Fans: zestig jaar lef, vakmanschap en levenslust. ‘Mijn hele leven is fantasie’

De tentoonstelling 'Fong-Leng & Fans' in Museum JAN viert 60 jaar modekunst. Ontdek haar iconische creaties en invloed op hedendaagse ontwerpers.
Cultuur
Creatie van Fong-Leng. Credits: Ferry van der Nat
Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more

De spanning hangt in de lucht tijdens de persopening van ‘Fong-Leng & Fans – 60 Years of Fashion & Fame’ in Museum JAN. Zal de 88-jarige modekunstenaar zelf nog verschijnen? Dan arriveert ze, fashionably late: de grande dame van de Nederlandse mode, gehuld in een soepel vallend broekpak, met statementsieraden en haar kenmerkende grote zonnebril met lichte glazen. Het geroezemoes verstomt. Haar entree is een statement op zich, met de flair die haar decennia geleden tot een icoon maakte.

Zestig jaar in het vak

De Chinees-Nederlandse Fong-Leng, geboren als Carla Maria Fong-Leng Tsang, viert zestig jaar in het vak. Begin jaren zeventig opende ze haar eerste modeboetiek aan de Nieuwendijk in Amsterdam, waar de champagne vloeide, oesters werden geserveerd en kleding hing die niemand kende: uitbundige, theatrale creaties van leer, zijde en suède, versierd met natuurlijke motieven. Ze groeide uit tot Nederlands meest spraakmakende ontwerper. Haar tweede boetiek aan de P.C. Hooftstraat werd een hotspot voor kunstzinnig Amsterdam. Geen gewone winkel, maar een bruisende ontmoetingsplek voor artiesten, muzikanten en mode-iconen. Haar klantenkring was even divers als indrukwekkend: van de excentrieke Mathilde Willink (de toenmalige echtgenote van magisch-realistisch schilder Carel Willink) tot zangeres Kate Bush en zakenvrouw Miep Brons.

Een explosie van kleur en eigenzinnigheid

In de eerste zaal staan negen van Fong-Lengs modecreaties opgesteld op gouden sokkels. Haar handschrift is onmiskenbaar: een goudleren mantel met geappliqueerde vogels, een halflange jas van azuurblauw metallic leer met witte aronskelken en een faux fur luipaardmantel met daaroverheen een suède korset. “Die aandacht voor materiaal, dat handwerk, die fantasie – dat is waar haar kracht ligt,” vertelt gastcurator Lisa Goudsmit. “Wat me vooral raakt, is haar artistieke doorbraak en eigenheid. Ze groeide op in de multiculturele Rotterdamse wijk Katendrecht, als dochter van een Chinese vader en een Nederlandse moeder. Zonder connecties of privileges baande ze zich een weg in de modewereld, destijds gedomineerd door mannelijke couturiers. Hoewel ze wel een modeopleiding volgde, vond ze haar eigen stijl volledig zelf uit en zette zichzelf daarmee internationaal op de kaart. Dat heeft ze toch maar mooi geflikt.”

Shows als spektakels

Een gouden loper leidt naar een groot videoscherm met archiefbeelden van haar spraakmakende modeshows. Die maken meteen duidelijk waarom ze destijds een sensatie was. Fong-Leng presenteerde haar collecties niet in stijve salons, maar op onconventionele locaties: het PSV-stadion, de Beurs van Berlage, de Scheveningse Pier en zelfs het De Mirandabad, waar modellen opblaasballen naar elkaar overgooiden. Ze dansten, soms topless, op luide popmuziek en de ontwerper liep vaak zelf ook mee. Typisch Fong-Leng: eigenzinnig tot in de puntjes. Ze vroeg zelfs entreegeld voor haar shows, ook aan journalisten, een unicum in de modewereld. Maar wie erbij was, wist dat het elke gulden waard was. Ook nu spat de energie er nog vanaf. Een groot contrast met de ingetogen modeshows van haar tijdgenoten, waar modellen strak voor zich uit keken en het publiek zwijgend toekeek. Bij Fong-Leng was mode theater, viering, levenslust.

De tekst loopt door onder de foto.

Creatie van Fong-Leng met haar kenmerkende plooien en ruches. Credits: Paul van Riel.

Draagbare collagekunst en plooien

Hoewel Fong-Leng tegenwoordig geen kleding meer ontwerpt en zich vooral richt op grote tableaus van leer en suède, blijft ze een bron van inspiratie voor nieuwe generaties modeontwerpers. De tentoonstelling toont haar werk naast dat van zeven hedendaagse ontwerpers, zoals Ronald van der Kemp (RVDK), Bas Kosters en David Laport. De verbanden zijn treffend: Van der Kemp deelt haar collage-aanpak met hergebruikte materialen en gelaagde combinaties van zijde, wol en leer. Bas Kosters, die in interviews altijd openlijk zijn bewondering voor Fong-Leng uit, deelt haar liefde voor kleur, humor en expressie. David Laport, bekend om zijn sculpturale plissécreaties, laat zich inspireren door haar kenmerkende plooiwerk. “Wol plissé met mos van zijde”, zo omschrijft Fong-Leng een van haar creaties. Laport sluit daarbij aan met een oudroze jurk uit zijn collectie Local Vegetation, waarin de plooien als gestileerde bloembladeren overeind staan.

Maar Fong-Lengs ‘fans’ bevinden zich niet alleen onder jonge ontwerpers. Haar werk wordt hartstochtelijk verzameld en bewonderd door liefhebbers en professionals in de modewereld, zoals fotograaf Ferry van der Nat en modejournalist John de Greef, die Fong-Leng al sinds het begin van zijn carrière volgt. Hun enthousiasme onderstreept hoe tijdloos en relevant haar werk nog altijd is.

De tekst loopt door onder de foto.

Textielschilderij The Ancestors, gemengde techniek met leer, suède en bont. Credits: Fong Leng.

Denim, leer en extravagante schoenen

Zowel in haar ‘leerschilderijen’ als in haar draagbare kunstwerken gebruikt Fong-Leng een zelfontwikkelde techniek: taferelen ‘ingelegd’ in stof, vaak in leer, via een werkwijze die doet denken aan patchwork. In de tentoonstelling zijn ook de sculpturale schoenen van Jan Jansen te zien, die in de jaren zeventig regelmatig schoeisel ontwierp voor Fong-Lengs shows. Extravagante creaties in meerdere kleuren leer, net zo spectaculair als de kleding zelf. Een minder bekend hoofdstuk in haar oeuvre is de samenwerking met Levi’s in 1983–1984. Voor het Amerikaanse denimlabel ontwierp ze een collectie die in Venetië aan de wereldpers werd gepresenteerd. De stukken waren toegankelijk, maar inventief – zoals het zogenaamde schubbenjack, een spijkerjas met ingenieus gevormde mouwen. Ze worden getoond naast innovatieve denimcreaties van Atelier Reservé en Ruben Jurriën, die elk op hun manier laten zien hoe grensverleggend een alledaags materiaal als denim kan zijn.

De tekst loopt door onder de foto.

Fong-Leng op een van de door haar bewerkte witleren banken van Jan des Bouvrie. Credits: Eddy Wenting

Op de bank bij Fong-Leng thuis

In de laatste zaal stappen bezoekers letterlijk Fong-Lengs wereld binnen. De ruimte is een reconstructie van haar woonkamer. Aan de kopse kanten zijn levensgrote foto’s van haar interieur te zien; tegen de muren staan twee witleren banken van Jan des Bouvrie, die Fong-Leng zelf bewerkte met leren appliquaties van slangen. “Dat ging zo,” vertelt ze geanimeerd. “Ik had die banken bij Jan des Bouvrie gezien, maar vond dat ze nog niet af waren. Toen kreeg ik de vellen leer, die heb ik bewerkt, en daarna zijn de banken in elkaar gezet.” Museumdirecteur Marieke Uildriks glimlacht: “Ik had die banken ooit bij haar thuis gezien en dacht: die móeten in de tentoonstelling. Dus ik heb het gewoon gevraagd. En gelukkig zei ze ja.” Fong-Leng reageert gevat: “Het is een unieke situatie, ik kan eindelijk weer onder de bank stofzuigen!”

Boven de banken hangt haar pièce de résistance: een meterslang wandkleed bestaande uit vijf panelen. Tropische planten, bavianen, Griekse zuilen met gemarmerde structuren, allemaal ‘geschilderd’ in leer, suède en bont. “Ik was bang dat het nooit af zou komen,” bekent ze. “Maar ik bleef doorgaan. Dit is mijn meesterwerk.” Fong-Leng wil naar eigen zeggen geen boodschap overbrengen met haar werk. Mensen moeten er zelf over fantaseren. “Je kunt niet genoeg fantasie hebben. Mijn hele léven is fantasie”, zegt tijdens de persopening. Haar werkwijze getuigt daarnaast van grote toewijding. Ze is naar eigen zeggen is ze een ‘werkster’, gericht op handwerk dat je nu bijna niet meer tegenkomt. Het bouwt voort op eeuwenoude tradities, denk aan het goudleerbehang dat in de zeventiende en achttiende eeuw populair was bij welgestelden. Wie haar werk bij elkaar ziet – van extravagante jassen tot kleurige wandkleden, sieraden en tableaus met maskers – voelt dat het allemaal één verhaal is: fantasie verweven met vakmanschap. En misschien is dat wel haar grootste nalatenschap: ze bewijst dat verbeelding en ambacht elkaar niet uitsluiten, maar juist versterken.

De tekst loopt door onder de foto.

Creatie van Fong-Leng. Credits: Ferry van der Nat.

Fong-Leng en Mathilde Willink

De tentoonstelling vormt onderdeel van een bijzondere samenwerking tussen Museum JAN en Museum MORE, gevestigd in Kasteel Ruurlo. Daar wordt vanaf 21 november de relatie tussen Fong-Leng en haar vriendin Mathilde Willink belicht. Bij beide tentoonstellingen verschijnt een gezamenlijke publicatie van Waanders Uitgevers. In Museum JAN is deze iconische vriendschap eveneens voelbaar aanwezig, met een wand gewijd aan het ‘levende kunstwerk’ Mathilde. Tussen de foto’s en schetsen hangen ontroerende documenten, zoals een pentekening van een boom met drie verstrengelde stammen, getiteld Sancta Trinitas. Daaronder schreef Mathilde in vaste blokletters: “Voor mijn beminde Fong-Leng. Een knieval voor jouw vakmanschap, talent en vindingrijkheid, voorwaar een heilige drie-eenheid. Je Mathilde.”

Het is een intiem detail, maar ook een sleutel tot Fong-Lengs wereld: haar werk draait niet alleen om esthetiek, maar om verbinding – tussen maker en drager, tussen kunst en leven. In de vriendschap met Mathilde vond ze een zielsverwant die haar fantasie belichaamde. Samen creëerden ze een beeld van vrijheid en eigenzinnigheid dat, ruim vijftig jaar later, nog altijd springlevend is. Fong-Leng & Fans draait dan ook niet om nostalgie, maar om bewondering: voor een vrouw die mode tot kunst verhief en kunst tot een levenshouding maakte.

Fong-Leng & Fans – 60 years of Fashion & Fame is tot en met 6 april 2026 te zien in Museum JAN in Amstelveen.

Creatie van Fong Leng. Credits: Ferry van der Nat.
Fong Leng
Tentoonstelling