• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • 2000 recordjaar uitgaven modeartikelen

2000 recordjaar uitgaven modeartikelen

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Het jaar 2000 was een goed jaar voor de Nederlandse economie. In dat jaar werd door de Nederlandse consument onder andere voor bijna 10,9 miljard euro, inclusief btw aan mode besteed. Dat komt neer op een gemiddelde besteding per hoofd van de bevolking van 685 euro. Dat blijkt uit het rapport `Branches in Detail Modeartikelen- en Bijouteriezaken` dat het HBD deze week publiceerde. Ruim driekwart van dit bedrag werd besteed aan vrouwen- en mannenmode en overige bovenkleding zoals tricotkleding, sportkleding, lederen kleding en bontkleding. Het resterende deel van de bestedingen is verdeeld over de segmenten baby- en kinderkleding, bodyfashion, algemene textiel en overige textielproducten.

Verdubbeling bodyfashionsegment Het marktsegment bodyfashion werd qua omvang twee keer zo groot als de andere afzonderlijke marktsegmenten. De vraag naar vrouwenmode en mannenmode liep in 2000 parallel wat betreft de waardeontwikkeling van de bestedingen: beide segmenten groeiden met 6%. In de mannenmode is een klein deel van deze groei toe te schrijven aan een prijsstijging, in de vrouwenmode is de groei uitsluitend een volumekwestie geweest.

Bij de vrouwenmode stond het jaar 2000 in het teken van de snelle groei van het marktsegment young fashion. Vooral merken als Mexx, InWear, Matinique en Esprit hebben zich goed gepositioneerd binnen dit nieuwe segment. Tieners en jonge vrouwen kozen weer meer voor merkkleding. Deze ontwikkeling heeft ertoe bijgedragen dat de modemarkt steeds verder in tweeën wordt gesplitst: aan de ene kant het hoge midden- en hoge (merken-)segment en aan de andere kant het lage (discount-)segment. Het middensegment lijkt te verdwijnen met alle gevolgen vandien.

Hogere frequentie collectiewisseling Hoewel de tijd van voorordering en seizoensuitlevering in de vrouwenmode en vooral in de mannenmode nog lang niet voorbij is, blijken de aanbieders die vier tot zes collecties op jaarbasis (en zelfs collecties op maandbasis) brengen zijn zeer succesvol. Consumenten bezoeken die winkels vaker en blijven geprikkeld, hetgeen de verkopen stimuleert. Vooral in young fashion wisselen de items in de winkels frequent.

In de vrouwenmode is de dynamiek binnen de bedrijven groot. De opkomst van het segment young fashion heeft ertoe bijgedragen dat winkelformules als Didi, Lady Sting, Wonder Woman en Street One, en brandstores als Mexx, Esprit en InWear/Matinique zich hebben uitgebreid. Ook kwamen diverse nieuwe winkelformules op (bijvoorbeeld Sisley, Mango) en stelden bestaande winkelformules hun koers richting young fashion bij (bijvoorbeeld WE Women).

Een andere ontwikkeling in de distributie van vrouwenmode is de toename van het aantal winkels die een collectie grote-maten-mode voeren. Ongeveer 150 winkels specialiseerden zich in mode voor de vrouw ‘met een maatje meer’ (waaronder Mode Tineke en Ulla Popken). Daarnaast hebben de winkels van Miss Etam en Promiss hiervoor speciale corners ingericht en heeft een aantal andere vrouwenmodezaken het maatbereik naar boven uitgebreid.

Mannenmode

In de mannenmode nam de vraag naar merken die hoog-midden en hoog in de markt gepositioneerd zijn toe. Labels van Gant, Tommy Hilfiger, Roy Robson, Baumler, Polo, Arrow, Sand, Hugo Boss, Façonnable, René Lezard, Ralph Lauren, Corneliani, Prada en Armani mogen gezien worden. Daarnaast vroegen mannen in 2000 ook steeds meer naar casual en outdoorkleding met dezelfde kwaliteit en uitstraling als de genoemde merken. Mannenmodezaken die hun assortiment uitgebreid hebben met casual- en outdoorlijnen bleken succesvol omdat de mannenmodebranche zich aan het verjongen is. De vijftiger kleedt zich steeds vaker als een dertiger: casual en stoer. Daarnaast is de trend te signaleren dat steeds meer mannenmodezaken blijken te schrappen in hun merken: ‘Meer met minder’ is de slogan.

Baby- en kindermode

De markt voor baby- en kindermode ontwikkelde zich in 2000 zeer positief. De consumptieve bestedingen stegen in dat jaar met 19% in waarde en met 20% in volume ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze groei is niet alleen te verklaren door de in omvang groeiende doelgroep van kinderen en het economisch gunstige klimaat. Het zijn vooral de ontwikkelingen in de baby- en kindermode zélf en het effect daarvan op het koopgedrag, die de motor achter deze groei zijn. Ten eerste is het aanbod van baby- en kinderkleding modegevoelig geworden. Tevens is voor de A-merken van baby- en kinderkleding gouden tijden aangebroken. Het argument van ouders dat kinderen te kort met hun kleding doen en dat merkkleding daarom te duur zou zijn, blijkt steeds minder relevant.

Successen in de vrouwen- en mannenmode komen van internationale ondernemingen die het gehele ontwerp-, productie- en logistieke proces zelf aansturen, maandelijks nieuwe trendy collecties in de winkels ‘brengen’, knappe winkelpresentaties hebben en ook een gunstig prijsniveau hanteren. Het zijn de H&M’s, de The Gap’s en de Zara’s, die de toon zetten. De verwachting is dat veel winkels, waaronder de bekende merkenwinkels, van dit type aanbieders alleen maar meer concurrentie gaan ondervinden. In 1999 realiseerden de ondernemingen in de modedetailhandel een totale omzet van ƒ 15.335 miljoen (6.960 miljoen euro) exclusief btw. Hiervan was 85% afkomstig van de ondernemingen in de vrouwen- en/of mannenmode.