A model life: vanuit zakelijk perspectief – Deel III
bezig met laden...
Bij een direct-booking wordt je als model rechtstreeks geboekt op basis van de kracht van de foto’s in je portfolio. Maar vaak gaat er aan een fotoshoot een go-see of casting vooraf. Modemerken maken dan van tevoren een selectie van modellen die ze graag in levende lijve willen ontmoeten. Geen casting is hetzelfde: de ene keer hangt er een ongemakkelijke stilte en voelt de ‘sollicitatie’ als een vleeskeuring, de volgende keer is er meteen een klik.
Die ene casting op een afgelegen bedrijventerrein terwijl het buiten dertig graden was – en het stukje chocolade in mijn hand waar ik verleidelijk naar moest kijken hard aan het smelten – leverde mij geen opdracht op. De fijnste casting, voor een landelijke commercial, bestond helemaal niet uit een auditie maar uit een gesprekje met de regisseur. Hij vertelde over het script, over de rolverdeling, de locatie en het team. Ik luisterde aandachtig en tussendoor bracht hij me een keer aan het lachen, een keer in verwarring en ondertussen bleef de camera, die op mijn gezicht stond gericht, draaien. Na tien minuten zat de casting erop en had hij voldoende verschillende gezichtsuitdrukkingen gefilmd om een goed beeld van mij te vormen. Een paar dagen later kreeg ik een telefoontje dat ik was uitgekozen als één van de edelfiguranten voor het spotje van Lipton Ice Tea. De meeste modellen hebben een hekel aan castings, maar zo kan het dus ook.
Mooi of representatief niet altijd voldoende
Bladen en modemerken werken meestal met modellen die nét wat jonger zijn dan de gemiddelde leeftijd van hun lezers of klanten. Dat leidt soms tot kritiek, maar zo werkt het nu eenmaal. Zou je de modellen aanpassen aan de doelgroep, dan is de kans groot dat de gemiddelde leeftijd mee omhoog schuift. Voor sommige jobs is het niet voldoende dat een model mooi is of representatief voor het merk. Modelabels zijn logischerwijs vaak zo gefocust op het scouten van het juiste type, dat belangrijke details weleens over het hoofd worden gezien. Zo stond de stylist die voor een lookbook-shoot prachtige oorbellen had geleend via een persbureau raar te kijken toen het model vertelde dat ze geen gaatjes had. Mijn allereerste opdracht was meteen een uitdagende: voor Jägermeister fotografeerden we in een overdekte ijshal. Of ik kon schaatsen, was mij van tevoren niet gevraagd. Gelukkig waren er in mijn jeugd een paar goede winters en heb ik ooit een seizoen les gehad, dus na een paar oefenrondjes kon ik aardig mijn evenwicht bewaren terwijl ik voor de foto’s nipte van de likeur in het ijskoude glaasje. Om 10 uur ’s morgens. Mijn mannelijke collega had minder vaak ijzers onder zijn schoenen gehad en stond dus enigszins wiebelig naast me. De opdrachtgever loste het slim op door hem een houten stoel te geven om zich aan vast te houden en ons bij de volgende opname hand-in-hand te laten schaatsen, wat er op de foto beregezellig uitzag. Toch is het voor modellenbureaus dus niet onbelangrijk om van de modellen te weten of ze danservaring hebben, kunnen skiën, tennissen of over andere vaardigheden beschikken.
Het model als extra paar ogen
Voorafgaand aan een fotoshoot is een goed ontbijt onmisbaar. Niet het stereotypische handje druiven of plakje ontbijtkoek, maar een paar goed belegde boterhammen of een volle kom yoghurt met fruit en muesli. Niets gênanter dan futloos met een knorrende maag op de set aankomen terwijl je nog een lange dag voor de boeg hebt én moet presteren. Tijdens het fotograferen is er lang niet altijd ruimte voor het model om mee te denken. Soms staat al precies vast waar je moet staan, wat moet je vasthouden en hoe je moet kijken. De moeilijkheid is om het plaatje dat de opdrachtgever in zijn hoofd heeft exact zo op beeld te krijgen. Zo nu en dan is die strikte werkwijze noodzakelijk. In alle overige gevallen is mijn ervaring dat je de beste resultaten krijgt wanneer je het model erbij betrekt. Als iemand bijvoorbeeld totaal niet comfortabel zit, dan oogt het op de foto in de meeste gevallen ook niet natuurlijk. Hoe vaak gebeurt het wel niet dat als je als model tussen een paar opnames door even een ontspannen houding aanneemt en de fotograaf roept: “Hou dit vast, dat ziet er goed uit!” Voor het zoeken naar de juiste houding loont het ook om het model mee te laten kijken op het scherm. Van nature bekijkt iedereen zichzelf met een kritische blik. Waar de stylist vooral kritisch zal kijken of de kleding goed zit, werpt het model eerder een keurende blik op zichzelf. Wie weet merkt ze wel iets waardevols op over de houding of blik.
Fotoshoots op locatie zijn een inspirerende afwisseling van het studiowerk. Je komt op bijzondere plekken in de stad of in de natuur. Enig nadeel is de kou: buiten omkleden terwijl er een ijzige Noorderwind staat of fotograferen in een fantastische maar onverwarmde industriële scheepsloods is niet altijd een pretje. Vooral de temperatuurswisselingen – setje aan, setje uit, volgende setje aan – maken het soms zwaar. Achteraf ben je dat leed snel weer vergeten en op de foto zie je er meestal niets van terug. Meestal, want een goede voorbereiding is wel belangrijk bij zo’n locatieshoot. Dat merkte ik tijdens een fotoshoot met wisselvallig weer op Sardinië. Zodra er een wolk voor de zon schoof, waardoor we niet verder konden fotograferen, kwam de styliste aangesneld met een grote deken waar ze me helemaal in wikkelde, zodat ik niet zou afkoelen. Overigens waren die goede zorgen niet alleen in mijn voordeel. Af en toe zie ik in tijdschriften modellen met kippenvel op armen en benen. Geen mooi gezicht, tenzij het artistiek bedoeld is. Neem – als model of modemerk – dus altijd een badjas dan wel wollen deken mee bij een lingerie- of buitenshoot om dat te voorkomen. Natuurlijk kun je ook weer niet op álles voorbereid zijn en moet je soms improviseren. Zo kan een föhn ook prima als windmachine fungeren.
Fun en verantwoordelijkheid
Om de kou te vermijden vinden veel fotoshoots in het buitenland plaats. Die internationale ervaringen maken het modellenwerk divers: je komt op de mooiste locaties. Want als de zomermode al in februari gefotografeerd moet worden, tja, dan zit er niets anders op dan uit te wijken naar een zonnig oord. Geen straf natuurlijk. Toch mag je als model (of fotograaf, stylist, visagist) nooit uit het oog verliezen dat je aan het werk bent. Voor een Duitse catalogus werd ik ingevlogen naar Curaçao. De dag dat ik aankwam was ‘de klant’ (de grafisch vormgever die namens het bedrijf mee was) jarig. Als verrassing stopte er die avond een partybus voor het hotel die het hele team oppikte. In deze oude schoolbus met open ramen, versierd met graffiti en aan boord een koelbox vol blikjes bier en luide muziek, reden we het eiland over – mijn eerste indruk van Willemstad. Het is typerend voor de mentaliteit van veel modebedrijven en met name de Duitse teams waarmee ik heb gewerkt: work hard, play hard. Tegelijkertijd was ik me er in die oude schoolbus terdege van bewust dat ik de volgende ochtend weer fris en fruitig op locatie moest verschijnen. Om vijf uur ging mijn wekker en werd ik verwacht bij de visagie. Op zo’n moment is het je eigen verantwoordelijkheid om het bij een of twee drankjes te houden en op tijd te gaan slapen.
Ook overdag heb je verantwoordelijkheden, al voelt zo’n snoepreisje soms als een minivakantie. Zo kan het zijn dat er bij een meerdaagse boeking een vrije dag staat gepland tussen twee werkdagen in. Op een tropisch eiland is het natuurlijk heel verleidelijk om die tijd te besteden aan bakken op het strand. Verbranden is echter funest voor een model: een rode huid is met make-up zeer moeilijk weg te werken. Retoucheren met Photoshop is tijdrovend en dus een kostbare aangelegenheid. Standaarduitrusting dus in de koffer bij een buitenlandse boeking: sunblock en een grote zonnehoed. Pas op met spaghettibandjes – misschien moet je de volgende dag wel in een strapless jurk op de foto – en ook sieraden kunnen een ongewenste afdruk geven. Zelf heb ik om die reden jarenlang geen horloge gedragen, nu wissel ik af en toe van pols. Als het aankomt op een professionele werkhouding geldt dus: it’s all in the details.
Natasja Admiraal is freelance modejournalist – sinds 2008 voor FashionUnited – en schrijft daarnaast graag over aanverwante onderwerpen zoals sieraden en design. Je kunt Natasja ook op de cover van een magazine tegenkomen: ze werkt sinds tien jaar als model.
Foto 1: Bij gebrek aan een windmachine, een föhn werkt ook
Foto 2: Op de boulevard van Málaga tijdens een modeshoot
Foto 3: Visagie op locatie
Volgende keer: Deel IV – De do’s en don’ts tijdens een catwalkshow