• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • A model life: vanuit zakelijk perspectief – Deel IV

A model life: vanuit zakelijk perspectief – Deel IV

Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode

Aan een modeshow gaan weken, zo niet maanden van voorbereidingen vooraf. Designers werken zich tot op het laatste moment een slag in de rondte en zelfs op de dag zelf worden er meestal nog wat details geperfectioneerd. Want waar je bij een fotoshoot nog wel eens kan smokkelen (hup, even onopvallend iets wegspelden aan de achterkant) moet de kleding bij een modeshow aan alle kanten perfect zitten. Ook voor modellen is het moment waarop je moet pieken veel korter dan bij een fotoshoot – al duren de dagen vaak een stuk langer. Sommige modellen hebben een hekel aan het lange wachten, anderen vinden het juist fijn en besteden die tijd aan het lezen van een boek, het leren voor een tentamen of kletsen met andere modellen. Het wachten wordt bovendien beloond met de ‘kick’ van het moment dat je eindelijk op mag, de bewonderende blikken uit het publiek en na afloop mooie foto’s als bewijs. Hier heb je de hele dag naartoe gewerkt.

Backstagebandjes en een goede vibe

Modellen, visagisten, hairstylisten, ontwerpers, fotografen, dressers – bij de gemiddelde modeshow zijn al snel aardig wat mensen betrokken. Achter de schermen is het dus vrijwel altijd hectisch. Backstage wil je als modemerk daarom enkel de mensen hebben rondlopen die er daadwerkelijk iets te zoeken hebben. Niet alleen wordt het in zo’n kleine ruimte snel vol en benauwd (de föhns van het kappersteam helpen ook een handje), bovenal zijn er genoeg amateurfotografen die persaccreditatie aanvragen met maar één doel: halfnaakte modellen fotograferen. Niet voor niets wordt er tijdens fashionweeks gewerkt met backstagebandjes. En wordt er bij de ingang streng gecontroleerd om te voorkomen dat Jan en Alleman zomaar de kleedruimte kan binnenlopen.

Voor modellen is een modeshow een dag van uitersten: ‘s morgens vroeg aanwezig zijn, wachten, een kledingdoorpas, weer wachten, een doorloop van de choreografie, opnieuw wachten. En dan ineens: paniek, de-show-begint-bijna-en-er-moeten-nog vijf-modellen-in-de-visagie! Lastminute is er altijd tijdnood. Als ontwerper is het de kunst om zelf rustig te blijven en ervoor te zorgen dat er geen stress ontstaat. De een slaagt daar beter in dan de ander. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat er op het laatste moment paniek uitbrak vanwege een gesprongen knoopje of zoekgeraakte schoen. Hoe anders was dat bij Hans Ubbink. Vlak voor we de bühne op moesten kwam de ontwerper even ‘buurten’ bij zijn modellen en stelde ons grappige onzinvragen als: “Wat voor merk tandpasta gebruiken jullie? Prodent? Oh, persoonlijk ben ik meer fan van Colgate.” Bewust of onbewust creëerde hij op deze manier een relaxte sfeer, waar niet alleen de modellen, maar ook hij zelf profijt van had. Want zo’n momentje waarop er even gelachen mag worden, vlak voor het moment suprême, is stiekem best wel bepalend voor de vibe op de catwalk.

Het grootste struikelblok bij een show is vaak, letterlijk, het schoeisel. Gestuntel op te grote, te kleine of onmogelijke schoenen heeft al menig show verpest. De Nederlandse ontwerper Dennis Diem staat bekend om zijn torenhoge schoenen en zwevende hakken. Nadat er bij zijn shows meerdere malen modellen waren gevallen besloot hij dit fenomeen op de hak te nemen. Onverwachts liepen er tussen zijn modellen drie danseressen mee, die halverwege de catwalk een huiveringwekkende valpartij maakten. Net toen er uit het publiek hulptroepen kwamen aangesneld, werkten de modellen zich met lenige dansbewegingen overeind. Het duurde even voor iedereen doorhad dat het gestruikel in scène was gezet, de schrik zat er dus goed in.

Voorkom valpartijen

Los van dit soort artistieke performances hoort ongemakkelijk schoeisel bij het vak. Als professioneel model hoor je zeker niet meteen te gaan zeuren als schoenen een beetje knellen. Maar er zijn natuurlijk grenzen. Vorig jaar liep ik tijdens de Libelle Zomerweek iedere dag drie shows. De pumps die bij één van mijn outfits hoorden hadden aan de achterkant een scherp randje, dat venijnig in mijn vel sneed. Al bij de repetities ging het mis: na een kwartier voelde ik een helse pijn in mijn hiel. En ik ben best wel wat gewend, want met mijn schoenmaat 38 (een gemiddelde maat, maar voor modellenmaatstaven klein) word ik er regelmatig door schoenenmerken uitgepikt. De reden: ik pas, met enige moeite, in hun samplemaat 37. In dit geval wist ik: als ik nu niet op tijd aan de bel trek, kan ik van de pijn straks op geen enkel paar schoenen meer lopen. Laat staan dansen. Uitgerekend bij dit onderdeel van de show moesten mijn collega’s en ik namelijk een razendsnelle Siciliaanse Tarantella opvoeren. Ik had geluk: de nare knelschoenen waren niet van een merk dat deelnam aan de show. Ze mochten dus worden ingeruild voor een ander paar. Goed nieuws is dat platte schoenen tegenwoordig een grote trend zijn en die steeds vaker hoge hakken vervangen. Dat reduceert het aantal valpartijen (en het aantal zuur kijkende modellen op de catwalk) aanzienlijk.

Niet het individu maar het totaalplaatje telt

De reden dat er voor catwalkmodellen een minimumlengte bestaat is simpel. Als ontwerper kun je met zo’n lang lijf namelijk alle kanten op: je kunt met de kleding volume aanbrengen waar je maar wil, zonder dat het model in een ‘propje’ veranderd. Té lang is ook weer niet goed, daarom wordt er doorgaans ook een maximumlengte aangehouden. Waarom dat belangrijk is wordt duidelijk wanneer er meerdere modellen tegelijk worden geboekt. Dit is het geval bij sommige fotoshoots en bij bijna alle catwalkshows. Vaak lopen er ongeveer tien tot – bij grote internationale shows – soms wel zestig modellen mee. Tijdens de finale komen zij traditioneel allemaal nog een keer op, in een rijtje of tegenwoordig ook vaak tegelijk als een ‘leger’. Als één model daar een kop bovenuit steekt, is dat uiteraard geen mooi gezicht. Uitstraling en catwalkervaring zijn belangrijke criteria voor mannequins, maar het is cruciaal om ook naar het geheel te kijken. Soms zijn de modellen bijvoorbeeld allemaal gecast op hun lange haar, bij andere shows is het juist de grote diversiteit aan types die die het collectiebeeld van de ontwerper versterkt. Bij het boeken van modellen voor een modeshow staat het totaalbeeld dus altijd voorop.

Natasja Admiraal is freelance modejournalist – sinds 2008 voor FashionUnited – en schrijft daarnaast graag over aanverwante onderwerpen zoals sieraden en design. Je kunt Natasja ook op de cover van een magazine tegenkomen: ze werkt sinds tien jaar als model.

Foto 1: Tijdens een show van hans Ubbink
Foto 2: Oefenen op zwevende hakken
Foto 3: Kleedruimte backstage

Volgende keer: Deel V (het slotstuk) – Hoe zit het buy-outs en rechten?

a model life
A model life: vanuit zakelijk perspectief
Workinfashion