Aandacht voor nationale mode: zo doen ze het in België

Wie denkt dat voor mooie mode altijd ver over de grens moet worden gezocht, heeft het mis. Wie goed om zich heen kijkt in Nederland zou wel eens verrast kunnen zijn over het aanbod. Het probleem is echter dat zowel consumenten als professionals vaak niet op de hoogte zijn van alle merken die van Hollandse bodem zijn. In België kampt de mode-industrie met hetzelfde probleem, en daar hebben non-profitorganisaties Flanders Fashion Institute (FFI) en Vlaanderen Design nu een oplossing op gevonden. De twee partijen hebben de handen ineengeslagen voor de Ik koop Belgisch campagne, en een essentieel onderdeel daarvan is een online database waarop geïnteresseerden terecht kunnen voor een overzicht van alle Belgische mode- en designmerken. FashionUnited sprak FFI’s communicatiemanager Jasmijn Verlinden om meer te weten te komen over de campagne.

Ik koop Belgisch campagne promoot Belgische mode- en designmerken

“Veel te vaak horen wij dat mensen bij ‘Belgische merken’ denken aan dure, speciale merken die uit Antwerpen komen,” verzucht Verlinden. Dat ook veel Belgische merken bestaan die helemaal niet duur zijn en zich richten op een breder publiek weten veel consumenten niet. Met als doel het promoten van deze gedachte, lanceerde het FFI in de zomer van 2015 de Ik koop Belgisch campagne. Een jaar later staat de campagne op het punt over heel Vlaanderen uitgerold te worden. Het FFI sloeg kortgeleden de handen ineen met Design Vlaanderen: een organisatie die design uit Vlaanderen promoot. Daarom werd besloten in plaats van enkel mode ook design een rol te laten spelen. Voor de campagne is een sticker ontworpen met de tekst ‘Ik koop Belgisch’, welke op de etalageruit mag worden geplakt bij winkels waar Belgische merken worden verkocht. Verlinden benadrukt dat de ‘Ik koop Belgisch’ sticker niet moet worden verward met een ‘Made in Belgium’ label. “Onder Belgische merken verstaan wij merken die een global head office hebben in België en waarvan het creatieve proces in België plaatsvindt. Het aantal merken dat echt alles van A tot Z in België laat doen is gewoon heel klein. Als merken wél in België produceren, juichen we dat overigens alleen maar toe.”

Belgische merken staan voor even centraal bij Juttu en Vente-Exclusive

Naast de nieuwe opzet, hebben het FFI en Design Vlaanderen ook gekozen om twee samenwerkingen aan te gaan die de campagne verder moeten promoten. Één daarvan is met de duurzame winkelketen Juttu. Verlinden licht toe: “Van 8 september tot 19 oktober zullen bij drie vestigingen van Juttu speciale ‘Ik koop Belgisch’ pop-ups komen waarin aan acht jonge talenten een platform wordt geboden.” De merken waar het om gaat werden onlangs bekendgemaakt: Emely Van Impe, Helix, Madame Volt, Re-Do, Edelplast, Hausmerk, Roche Rouge en Studio Bibette. Verlinden: “Het idee was om acht jonge, vrij onbekende merken die hier in België worden ontworpen naar voren te schuiven. Voor velen van deze ondernemers geldt dit als hun eerste business to business verkoopervaring: sommigen verkopen alleen via een webshop of tijdens pop-ups.”

De tweede samenwerking die de organisaties zijn aangegaan, is die met online outlet Vente-Exclusive. Vanaf 19 september 2016 zal de webwinkel voor één week in het teken staan van Belgische mode. “Tijdens de Ik koop Belgisch week op Vente-Exclusive zullen veertig Belgisch merken die op dat moment stock items hebben deze tegen een gereduceerd tarief verkopen,” vertelt Verlinden. “Waarom we deze samenwerking zijn aangegaan? Vente-Exclusive heeft een enorm bereik, vier miljoen leden, verspreid over Nederland en België. Voor ons geldt dat als een hele grote doelgroep die dan te maken krijgt met Belgische merken.” Welke merken zullen worden verkocht, zal binnenkort bekend worden gemaakt.

Online overzicht van Belgische merken moet verwarring uit de wereld helpen

Als kers op de taart zal in september de Ik koop Belgisch-website worden gelanceerd, waarop een overzicht zal worden getoond van alle merken die de Ik koop Belgisch sticker hebben. “We krijgen bijvoorbeeld vaak van journalisten te horen: “Oh, ik wist helemaal niet dat dit merk Belgisch is.” En dat zijn mensen die er elke dag professioneel mee bezig zijn. Dan is het logisch dat het voor de consument helemaal verwarrend is: die heeft vaak geen goed zicht op welke merken Belgisch zijn.” De website zal aparte pagina’s krijgen waarop een overzicht wordt gegeven van merken voor mannen, vrouwen, kinderen, accessoires en interieur.

De Ik koop Belgisch sticker siert inmiddels 750 winkelruiten, en zoals het er nu uitziet zal dat aantal alleen maar blijven toenemen. Dat retailers de sticker graag op het raam hebben, werd vorig jaar al duidelijk. “Voorafgaand aan het Antwerp Fashion Festival hadden we de Ik koop Belgisch verspreid onder winkeliers, en toen het festival was afgelopen lieten veel winkeliers de sticker hangen,” zegt Verlinden. Zo ook Guy Thiron, eigenaar van multimerken schoenenboetiek Thiron in Antwerpen. “Ik kom er zelf regelmatig, en de eigenaar van de winkel zei tegen me: “Door die sticker komen er af en toe klanten naar mij toe om te vragen welke merken nu eigenlijk Belgisch zijn. Klanten hebben er dus echt interesse in.”

Belgische mode: Dries van Noten én toegankelijke ready-to-wear

Alles lijkt op rolletjes te lopen, en naast de lopende projecten blijft Verlinden continu op zoek naar nieuwe evenementen en partners waarmee in zee kan worden gegaan. Al met al lijkt de boodschap die het FFI en Design Vlaanderen hopen uit te dragen steeds meer voet aan de grond te krijgen. “Akkoord, we zijn in België heel sterk in avant-garde, denk aan een merk als Dries van Noten, maar er zijn ook heel wat spelers die zich richten op prêt-a-porter en toegankelijk zijn voor een veel groter publiek.”

Beeld: Flanders Fashion Institute, via persbericht